Hij had zich moeten bedwingen om geen fles champagne te kraken. In Het Laatste Nieuws getuigde gewezen atleet Vincent Rousseau hoeveel vreugde het hem verschaft dat Mohammed Mourhit – ‘eindelijk’, juicht Rousseau – op doping werd betrapt. Dat gebeurde op 4 mei, aan de vooravond van het WK halve marathon in Brussel. Bij een onaangekondigde controle werd tweevoudig wereldkampioen veldlopen en de drievoudig Europees recordhouder (3000, 5000 en 10.000 meter) Mourhit positief bevonden op epo en het maskeermiddel Furosemide.

Vorige week sprak de Waalse atletiekliga zich uit voor een schorsing van drie jaar van Mourhit, een in 1997 op basis van een (schijn?)huwelijk tot Belg genaturaliseerde Marokkaan. Normaal staat er in de atletieksport twee jaar op epogebruik. Voor dat jaar extra riep de Waalse atletiekbond al bij al zwakke argumenten in. Dat hij op het gebruik van niet één maar twee verboden producten was betrapt – ridiculer kan moeilijk. En dat hij zijn onschuld bleef uitroepen – alsof onverschillig welke van wat dan ook betichte medemens dát recht nog niet zou hebben.

Het leek verdacht veel op een afrekening. Ook de manier waarop plots iedereen over Mourhit heen tuimelde, was niet altijd even fraai om zien. Rousseau stond lang niet alleen met zijn kleinmenselijke reactie. Getrouw aan de regels van de fair play zouden gevallen tegenstanders eigenlijk hooguit binnenpret mogen opleveren. Mourhit daarentegen werd geen enkel mededogen gegund. In de publieke opinie was hij binnen de kortste keren Belg af. Zo gaat het natuurlijk wel vaker met ‘nieuwe’ sport-Belgen. Ze worden gevierd zolang ze successtory’s laten optekenen. Zodra ze van hun voetstuk vallen, keren ze in de algemene perceptie terug naar hun oude nationaliteit.

Misschien nog kwalijker is dat ineens de hele sportloopbaan van de 32-jarige Mourhit op lemen voeten werd gezet. De suggestie dat hij op constante basis onzuiver topsport bedrijft, rolde uit menige mond en pen. Maar Mourhit werd tijdens zijn carrière wel geregeld op doping gecontroleerd en is telkens vrij van zonde bevonden. Dat zou hem het voordeel van de twijfel moeten opleveren. Terwijl in de commentaren net het nadeel van de twijfel speelde.

Nu hangt er rond de figuur van Mourhit al geruime tijd een onfrisse geur. Als jong atleet werd hij gedumpt door de Marokkaanse atletiekfederatie, die op het vlak van detectie en begeleiding van talent een reputatie heeft hoog te houden. Mourhit heette destijds net iets te kort te schieten qua talent en te blessuregevoelig te zijn. Dat laatste klopt, getuige Mourhits imposant aantal forfaits voor de topcompetities van de jongste jaren. En dat hij de spectaculaire vorderingen die hij maakte sinds hij in België neerstreek, dankt aan speciale steunzolen die het lengteverschil tussen zijn beide benen compenseren, klinkt als uitleg behoorlijk naïef. Maar formele veroordelingen zouden op zijn minst op harde bewijzen moeten stoelen.

In het zog van Mourhit draafden vorige week de advocaten Luc Deleu en Daniel Spreutels op, die kennelijk een gat in de markt van de gerechtelijke bijstand hebben ontdekt en omnipresent zijn als er sportprocessen worden aangespannen. De twee pleiten – daar gaan we weer – procedurefouten. Vanzelfsprekend verdient de gang van de rechtsregels het hoogst mogelijke respect. Maar ze zouden niet mogen afleiden van de essentie van een proces: het misdrijf.

Ben Herremans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content