Geld en goals

Het WK in Brazilië overtreft alle verwachtingen: het tempo van de wedstrijden ligt hoger dan ooit, de tribunes zitten vol gepassioneerde fans en de doelpunten vliegen ons om de oren. Scherprechters lijken de hitte en de fitheid van de spelers.

In de eerste ronde van dit WK werd 136 keer gescoord. Een gemiddelde van 2,83 per wedstrijd. Vier jaar geleden was dat 2,27. Brasil 2014 haalt het hoogste gemiddelde sinds het WK van 1970 in Mexico (2,97). Wie durft, wordt dus beloond. En daar zijn heel wat redenen voor: de magie van het Braziliaanse voetbal dat boven de stadions hangt, de enthousiaste toeschouwers, de Brazuca – de officiële bal – waarover eens niet wordt geklaagd, en vooral de warmte, die ervoor zorgt dat er meer ruimte op het veld is.

Studies van de NFL (American football) toonden bovendien aan dat de passing in de zomer acht procent accurater is dan in de winter. Bij teams die in een indoorhall spelen, werd dat verschil niet vastgesteld. We mogen dus aannemen dat de temperatuur ook in het voetbal een rol speelt. In de hitte van Brazilië is alvast enkel plaats voor superfitte spelers. Lees: jonge spelers. Het WK 2014 is ‘een toernooi te ver’ voor oudjes als Iker Casillas, Xavi, Didier Drogba, Andrea Pirlo of Steven Gerrard. Nieuwe, jonge, frisse en frivole sterren zijn opgestaan, zoals James Rodriguez, Juan Cuadrado en Divock Origi.

Wetenschappers zijn trouwens niet verrast door het feit dat de oudjes het laten afweten. Dat geldt vooral voor spelers die in het noorden – met zijn hoge temperaturen en vochtigheidsgraad – en dan met name in Manaus moesten spelen. Niet alleen de leeftijd is belangrijk, ook de conditie waarin de spelers aan de start van het WK kwamen, is van doorslaggevend belang. De ploegen die tot nu toe het best presteerden, tellen een meerderheid aan spelers die aan de slag zijn in een competitie die ofwel een winterstop heeft – Engeland, Spanje en Italië hebben die niet en dropen al na de groepsfase af – ofwel niet al te zwaar is.

Duitsland en Nederland zijn voorbeelden van landen met jongens die tijdens de winter konden bijtanken. De ploegen van de CONCACAF, de voetbalbond van Noord- en Midden-Amerika en de Caraïben, behoren tot de tweede categorie. Op de twee vorige WK’s wonnen ze samen slechts drie wedstrijden. Op dit WK haalden ze al evenveel overwinningen tijdens de groepsfase. Voetbaldwerg Costa Rica groeide uit tot een van de sensaties van het WK en plaatste zich zelfs voor de kwartfinales. Een opmerkelijk evolutie, omdat slechts 19 van de 92 spelers van Costa Rica, Honduras, Mexico en de VS aan de slag zijn in een van de vijf Europese topcompetities. Blijkt dat je niet wekelijks in een topcompetitie hoeft aan te treden om te presteren op het WK. Als je maar fit bent.

De prestaties van de CONCACAF-ploegen steken schril af bij die van de vertegenwoordigers van Azië en Afrika. Het voetbal stagneert op die continenten. De Aziatische ploegen wonnen geen enkele wedstrijd, terwijl Japan en vooral Zuid-Korea in 2002 op eigen bodem nog excelleerden. Afrika zag twee teams doorstoten naar de knock-outfase: Algerije en Nigeria, dat met Stephen Keshi (ex-speler van Lokeren en Anderlecht) de eerste zwarte coach heeft die dit kunststukje aflevert. Toch valt ook het zwarte continent terug. In 1990 bereikte Roger Milla met Kameroen de kwartfinales, zes jaar later werd Nigeria in Atlanta olympisch kampioen. Pelé voorspelde toen dat Afrika voor het jaar 2000 een wereldkampioen zou afleveren.

Vier jaar geleden hield de hand van Luis Suarez Ghana uit de halve finale, maar het lijkt er steeds meer op dat voetballend Afrika de afgelopen 25 jaar eerder achteruit is geboerd. Dat heeft minder met het talent op het veld dan met de voetbalbonden te maken. Het gebrek aan visie, structuren en planning breekt de meeste ploegen zuur op. Dat werd aan de vooravond van dit WK nogmaals bewezen, toen de Kameroeners naar Brazilië weigerden af te reizen omdat er geen goede afspraken waren gemaakt over de premies. Of toen de Ghanese regering tijdens de groepsfase nog drie miljoen dollar moest invliegen om de spelers rustig te houden.

De naam van Luis Suarez is net gevallen, de antiheld van deze Wereldbeker. De spits van Liverpool kreeg een schorsing van vier maanden. Ook voor clubvoetbal, wat eigenlijk neerkomt op een beroepsverbod. Desondanks staan de topclubs te dringen om de Uruguayaanse Hannibal Lecter binnen te halen. Wat ons nog maar eens leert dat het voetbal slechts één moraal kent: geld en goals.

FRANÇOIS COLIN

Blijkt dat je niet wekelijks in een topcompetitie hoeft aan te treden om te presteren op het WK. Als je maar fit bent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content