Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Kunnen vrouwen omgaan met geld? Een boek gaat hun ingesteldheid na en pleit (onterecht) voor een grondige ommekeer.

Hoe we het ook draaien of keren: geldbeheer is en blijft vaak in handen van mannen. De generatie van tweeverdieners heeft nochtans een zekere financiële onafhankelijkheid bereikt. Mevrouw koopt een nieuwe handtas zonder de toestemming van haar man – ook meneer kan (meestal) kopen zonder goedkeuring. Toch blijft ook het oude beeld overeind. Vaker dan vrouwen rekenen mannen af in het restaurant, al krijgen ze daarvoor soms geld toegestopt van hun (werkende) vrouw, zo blijkt. Vaker dan vrouwen krijgen ze wisselgeld terug, ook al hebben ze de rekening niet betaald. Het lijkt evident: mannen hebben geld en ze betalen.

En dat hoeft ook geen probleem te zijn. Veel vrouwen, ook met een eigen inkomen, vertrouwen het beheer van het gezinsbudget aan hun man toe. Slechts een minderheid zou met hun partner praten over geld (27 procent van de getrouwde vrouwen zou zelfs niet weten hoeveel hun man verdient), velen laten het beheer grotendeels aan hem over en laten hem begaan. Dat een eigen beheer het zelfvertrouwen van vrouwen zou kunnen vergroten, zal ongetwijfeld waar zijn. Maar heel wat vrouwen zijn (anders dan veel mannen denken) niet erg in geld geïnteresseerd. Jammer, vinden de Duitse auteurs Carola Ferstl en Bodo Schäfer. ‘Wat belangrijk en waardevol zou kunnen zijn voor de zelfontplooiing van een vrouw, geeft ze zonder meer aan haar partner door’, stellen ze in hun boek Geld tut Frauen richtig gut. Dat veel vrouwen zich erover blijken te verheugen dat ze een zorg minder hebben, laten ze buiten beschouwing. Door hun houding hinken ze ten aanzien van hun partner – die niet noodzakelijk beter is in geldbeheer – alvast voor altijd achterop, beweren ze. De kans om hun inkomen te verhogen, geven ze uit handen.

Angst zou aan de basis liggen. Grote risico’s durven vrouwen niet te nemen – al doet zich ook daar een evolutie voor. Een deel van hun inkomen sparen ze op voor grote aankopen, ze zetten het opzij voor de kinderen of ze plaatsen het op een spaarrekening. En dat levert, benadrukken de auteurs, weinig op.

En dan zijn er die zaterdagen: vrouwen raken in een koopwoede en geven alles uit. Na de aankopen blijven ze achter met een slecht gevoel – al kan kopen heel leuk zijn. Slechts een zeldzame keer durft een vrouw het aan en koopt aandelen. Maar dan nog, betreuren Schäfer en Ferstl, kiest ze voor de grootst mogelijke zekerheid.

Voor de auteurs is het duidelijk: een inkomen is er om te beleggen en te doen aangroeien. ‘Vrouwen moeten leren plezier te beleven aan hun inkomen. Al te vaak vergeten ze dat omgaan met geld een vaardigheid is die ze kunnen aanleren en waar ze goed in kunnen zijn. Net zoals ze voortdurend hun kennis wensen aan te vullen, moeten ze dat ook met hun inkomen doen. Door zich bewust te worden van hun onbewuste ingesteldheid kunnen ze de hindernissen uit de weg ruimen om een nieuwe weg in te slaan.’ Ze pleiten voor een ommekeer. Maar draagt een groter inkomen bij tot de zelfontplooiing van een vrouw? Net als in tal van andere boeken uit dit genre monden ook hier de stellingen uit in de richting van de beurs. De beurs, nu ook voor vrouwen.

Wie toch het advies volgt en naar de beurs stapt – wat uiteraard een goede beslissing kan zijn – moet in elk geval waakzaam blijven. Zijn inkomen verhogen mag niet uitgroeien tot een prioriteit. Wie een pakket internetaandelen koopt en zijn reis naar Toscane moet ruilen voor een weekendje aan de Belgische kust, zal er op termijn misschien wel bij winnen. Maar tot welke prijs? Als de kinderen elke ochtend bij het ontbijt uit de Financieel-Economische Tijd moeten vernemen hoeveel moeder nu weer verloren heeft – wat betekent: geen nieuwe kleren, geen cadeautjes, niet naar de bioscoop – zit het aardig fout.

Op het vlak van inkomensverhoging moet er voor vrouwen trouwens nog een andere klus worden geklaard. Maar bij loonsverschillen tussen mannen en vrouwen – die gemiddeld gemakkelijk 10 procent en meer bedragen voor hetzelfde werk – hebben ze niet erg veel in de pap te brokken.

Hoe leggen ze ten slotte hun geldbeheer aan de dag? Houden ze hun inkomens gescheiden op afzonderlijke rekeningen? Of gooien ze alles samen op een en hetzelfde rekeningnummer? Uit onderzoek van enkele jaren geleden in Nederland blijkt dat rekeningen van getrouwden (60 procent) er vaker gemeenschappelijk zijn dan die van samenwonenden (11 procent). De trend naar individualisering zou er trouwens toe leiden dat mensen met een progressieve levensstijl minder vaak gezamenlijke bankrekeningen aanhouden. Ook hoger opgeleiden kiezen voor afzonderlijke rekeningen. Als de koopwoede toeslaat, blijft de schade beperkt.

Reacties: deknip@knack.be

Carola Ferstl & Bodo Schäfer, ‘Geld tut Frauen richtig gut’, mvg-verlag, ISBN 3-478-72640-9

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content