Het lijkt de aftrap voor een onvermijdelijke herverkaveling. Toch heeft de operatie Karel De GuchtûJohan Van Hecke alles weg van een klassieke politieke raid.

Op 13 juni 1999 lukte het. Nipt evenwel, en daarom waren die verkiezingen voor Guy Verhofstadt (VLD) niets meer dan een eerste gewonnen veldslag. Op het liberale hoofdkwartier in de Melsensstraat werden twee nieuwe targets geformuleerd: één, doorgaan met paars in 2003, en twee, de nieuwe volkspartij van Vlaanderen worden. Het woord waarvan vandaag de hele Wetstraat gonst, ‘volkspartij’, viel al in het allereerste interview dat Karel De Gucht als nieuwe VLD-voorzitter weggaf. En ook dan mocht hij al graag filosoferen over het ‘pluralistisch substraat’ van Vlaanderen. Hij bedoelde daarmee dat de gemiddelde Vlaming zich in zijn leven minder gelegen laat aan levensbeschouwelijke schotten dan vroeger. Welke kleur de school heeft doet er niet toe, als het onderwijs er maar deugt. En over zoiets als waardig sterven heeft de nuchtere Vlaming ook geen boodschap meer aan bevoogdende zingevers. Ergo, in de mate dat de CVP toch op dit soort slakken zout zou leggen, kon ze haar toch al geprogrammeerde afkalving alleen maar versnellen.

Was de CVP dat misschien niet van plan, om ‘ethische’ oppositie te voeren, Mefisto De Gucht gooide graag een visje uit. De Vlaamse regering zat amper in het zadel of bij monde van minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten (VLD) werden de christelijke reflexen al getest. Was het nog wel van deze tijd, een onderwijs van netten? En zijn die wat betreft de ouders, bekommerd om het welzijn en de kennis eerder dan de ziel van hun kind, niet al langer vervaagd? Het was slechts een lichte provocatie, maar kijk, de CVP _ met het oor tegen de muur van de Guimardstraat geplakt _ hapte toe.

PLURALISTISCH VLAANDEREN

De idee dat de Vlaamse samenleving in se pluralistischer (‘liberaler’, denkt De Gucht) is dan het huidige partijpolitieke landschap nog altijd laat vermoeden, schraagt ook de analyse die De Gucht en Johan Van Hecke (NCD) maken in het nog te verschijnen boek Het einde der pilaren, opgetekend door Yves Desmet ( De Morgen) en Dirk Achten ( De Standaard). Het bouwt deels ook voort op inzichten die sociologen en politologen zoals Mark Elchardus en Luc Huyse nu al jaren vertolken. Al even lang leeft in de Wetstraat de gedachte aan een herverkaveling langs nieuwe breuklijnen. Doordat de burgers zich almaar minder geheel en al herkennen in de bestaande partijen, wordt er ook almaar ‘gespletener’ gestemd. Daardoor versplintert het politieke landschap verder. En daarom moet een herverkaveling zorgen voor een meer coherente en stabiele politiek.

Dat is een oorbaar streven en dus nam niemand er aanstoot aan toen Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) op 11 juli openlijk een herverkaveling bepleitte. Het is in die context dat ook het politieke schaakspel van de afgelopen dagen door de betrokkenen zelf _ De Gucht, Van Hecke, Karel Pinxten _ wordt geduid.

Maar voor dat weinig verkwikkende schouwspel is ook een minder ‘propere’ of dan toch een klassiekere politieke uitleg denkbaar. En dan is het simpel. Dan gaat het om een grote partij die groter wil worden en blijven dan zijn naaste concurrent. Dat probeerde de VLD voor de verkiezingen van 1999 al door op zoek te gaan naar een formule om met de Volksunie samen te werken. Hoewel Verhofstadt en Bert Anciaux ook daarna contact bleven houden, bleek er na die verkiezingen en vooral na het Lambermontakkoord geen brood in zo’n formule te zitten. Deels omdat de VU te labiel was, deels omdat Anciaux’ ego niet minder groot is dan dat van Verhofstadt.

Nee, als de VLD het CVP-riet geknakt wilde houden, was een iets agressievere strategie noodzakelijk. Iets voor de grote jongens quoi. De Gucht heeft daar het afgelopen jaar niet flauw over gedaan. Op het Europacongres van zijn partij op 10 juni jongstleden zei hij: ‘Onze bedoeling is door te groeien tot de grote liberale volkspartij die Vlaanderen nodig heeft. Er is de volkspartij geweest van het verleden, de CVP. Het verdwijnen van de macht legt al haar tegenstrijdigheden bloot. Er is de volkspartij van de toekomst: de VLD.’

Het verschil tussen Dewaels invitatie om na te denken over een herschikt politiek landschap en De Guchts agenda is niet gering. Vreemd genoeg nam tot nu toe niemand de moeite om die flou uit te klaren. Zeker de liberalen deden dat niet, want die hebben er vanzelfsprekend geen baat bij. Kon Dewaels oproep wederom tot een rondje hoffelijk en vrijblijvend geklets over ‘samenwerking’ leiden, De Guchts ambitie liet weinig speling voor dat soort softe interpretaties. Al in de zomer (toen sommige betrokkenen een samenwerking van Van Hecke, de VLD en de Toekomstgroep ‘zeer plausibel’ achtten) zei De Gucht waar het op stond: wat ook de omvang en de samenstelling van zijn volkspartij mag zijn of worden, het zal in elk geval één partij zijn, met één leiding en één programma. Geen allianties dus, geen open lijsten of andere zekere recepten voor heibel à la PRL/FDF/MCC en VU/ID. Dat er in die verruimde, vernieuwde of anderzijds verbouwde VLD zoiets als tendensrecht zou worden ingebouwd, is dus ondenkbaar.

STANDEN VERLAMMEN

De Gucht is geen koele kikker _ dat dit fabeltje eindelijk eens ophoude _, maar evenzeer gruwt hij van al te emotioneel gestuurde en dus ongestuurde Mexicaanse legers. De Gucht weet dat alles wat vleugels heeft vliegt, behalve een politieke partij. Overigens was dat ook Van Heckes (en Karel Pinxtens) analyse van het manco van de CVP: standen verlammen. En in de ‘banbliksem’ van ACW-voorzitter Theo Rombouts voor Van Heckes (over)stap zagen ze hun gelijk nog eens bevestigd.

Dit alles maakt de gebeurtenissen van de jongste dagen des te intrigerender. Want waar gaat de inmiddels tot NCD omgedoopte beweging van Johan Van Hecke heen? Gaat ze op in een nieuwe partij met de VLD? Als onafhankelijke groep, wat _ ironisch genoeg _ ook de plaats is die Van Hecke sinds 1999 vruchteloos binnen de CVP probeerde af te dwingen. En wordt het een lappendeken à la de Europese Volkspartij (EVP) van Wilfried Martens, het model dat Van Hecke voor ogen staat? Dat vloekt met de eenheid die De Gucht nodig acht. En hetzelfde geldt voor de manier waarop Karel Pinxten (ex-CD&V) de christen-democratische eigenheid bewaard wil zien in het onderwijslandschap en in de gezondheids- en zorgsector. Om nog maar te zwijgen van de links-liberale vleugel die Patrik Vankrunkelsven volgens De Gucht met hem mag komen uitbouwen.

Kortom, de mist is nog lang niet opgeklaard en dat heeft alles te maken met de al dan niet bewust georganiseerde contaminatie tussen de oorbare en de politiek iets pikantere agenda, zoals bijgehouden door respectievelijk Dewael en De Gucht. In beide agenda’s werden deze zomer cruciale passages geschreven. Vooreerst waren er de ‘snuffelgesprekken’ van Toscane, zoals ze hier eerder al genoemd werden. Politiek-filosofische gesprekken zoals gezegd, maar niet zonder de alweer pikante bijgedachte aan een mogelijke VLD-Bis-operatie.

Het werk van de in 1992 tot VLD hertimmerde PVV is namelijk niet af. Al in de beginselverklaring van de VLD heette het dat ‘gelovigen zowel als niet-gelovigen actief kunnen zijn in een partij die noch een geloofsovertuiging, noch het ontbreken van een geloofsovertuiging als uitgangspunt neemt voor het ontwikkelen van een politiek of maatschappelijk bestel’. Alleen was tot op vandaag, op enige kruimels zoals Mimi Kestelijn (ex-CVP) na, de verruiming van de VLD beperkt gebleven tot een handvol VU’ers en één SP’er.

CVP-voorzitter Stefaan De Clerck, die in 1992 zelf niet ongevoelig was voor het blauwe appèl, begreep meteen de pikanterie van de Toscaanse gesprekken, toen hij er lucht van kreeg. Dat gebeurde overigens op een zeer dramatisch moment, over de telefoon toen hij zelf snuffelgesprekken zat te voeren in een Kortrijks restaurant, met niemand minder dan Patrick Dewael. Na afloop van een officieel bezoek van de minister-president aan de stad Kortrijk gingen de heren tafelen in het gezelschap van hun beider vertrouwelingen Bart Tommelein en Chris Lecluyse. En daar liep het uit de hand. Over wat daar werd verteld, lopen de versies sterk uiteen. Feit is dat het onderhoud interessant genoeg was om er op het kabinet-Dewael een verslagje van te maken, en meer nog, het was zelfs zo belangwekkend dat het naderhand vernietigd diende te worden. Dewael en De Clerck spraken er ook af om de inhoud van hun ‘brainstorming’, hoezeer CD&V en paars verder nog publiekelijk mochten botsen, vertrouwelijk te houden.

HET ONTHULDE COMPLOT

De Clerck schond die afspraak in de maalstroom van het onthulde ‘complot’ van de VLD-voorzitter en Van Hecke. Volgens De Clerck _ althans in zijn eerste versie _ was Dewael naar Kortrijk gekomen met de bedoeling om hem boudweg naar de VLD te lokken, terwijl hijzelf gewoon beleefd wilde praten over constructieve samenwerking voor en/of na verkiezingen, een beetje zoals na de ontsnapping van Marc Dutroux in 1998, toen het Octopus-overleg het licht zag. Andere bronnen stellen dat De Clerck zich daar in Kortrijk net niet zélf aan de VLD aanbood in een moment van openhartigheid, volgend op weer zo’n ik-zie-het-niet-meer-zitten-moment zoals hij er ook al eens één had gehad in juni, naast Van Hecke op VTM. Daags daarna werd hij door zijn secondanten in het partijbestuur min of meer gedwongen om Van Hecke en dus zichzelf tot de orde te roepen.

In vergelijking daarmee was wat Karel De Gucht vorige week op het haastig bij elkaar geroepen partijbestuur te slikken kreeg, nog vriendelijk. Bij menig liberaal wint het genoegen om de CD&V in de touwen te zien liggen het voorlopig nog van de vraag hoe het nu verder moet met de VLD, als er straks misschien zulke uiteenlopende politici als Reginald Moreels en Karel Pinxten aanspoelen.

Bovendien hoefde De Gucht zichzelf niet eens te verdedigen. Guy Verhofstadt deed het in zijn plaats. Hij stak een betoog af dat begon bij de liberale variant van de operatie Doorbraak onder Omer Vanaudenhove en eindigde bij De Gucht en Van Hecke. En wie vragen stelde over de ‘bagage’ die Van Hecke en zijn reisgezellen zouden meebrengen naar de VLD, kregen van de chef te horen dat ze aan ‘koudwatervrees’ leden. En dat ze vooral aan hun eigen postjes dachten. Onder de critici waren ironisch genoeg ook enkele verruimers van 1992 wier assimilatie toch al zo’n zeven jaar in beslag nam.

Kritiek op De Gucht is er zeker en vast in de VLD. Ook van zijn kompanen. Op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij, op 15 januari 2001, zei hij: ‘Het komt er nu op aan de groei van de VLD en het Vlaams liberalisme in goede banen te leiden, niet overmoedig te worden en onze positie te verankeren.’ Vooral het tweede lijkt de VLD nu parten te spelen. Verhofstadt vond het al heel gênant toen in de zomer uitlekte dat zijn partijvoorzitter met Van Hecke had zitten praten onder de olijfbomen op ‘een Toscaans landgoed’. En ongetwijfeld weet De Gucht zelf wel dat hij méér had verkregen indien hij iets langer in stilte had gewerkt aan zijn volkspartij.

Omgekeerd, bij de CD&V, krijgt Stefaan De Clerck dan weer juist het verwijt van onder meer Jean-Luc Dehaene dat hij al te lang getalmd heeft om op te treden tegen de dissidente christen-democraten van Johan Van Hecke. Als De Clerck dat niet eerder deed, is dat niet omdat hij niet durfde. Of omdat hij te zwak zou zijn. Wel omdat hij sinds zijn aantreden nooit helemaal afstand heeft kunnen of willen nemen van de analyses van zijn voorganger.

Daar zijn bewijzen van, notulen. In het najaar van 1999 komt De Clerck, naar eigen zeggen een onversaagde ‘open geest’ (eufemisme voor twijfelaar), aan het hoofd van een partij die samen met de macht de kluts kwijt is. De structuren van de CVP zijn nog die van voor de machtswissel. Niet zozeer conservatisme als wel de letterlijke macht der gewoonte zorgt ervoor dat de eerste violen van gisteren ook die van vandaag blijven.

WEIDE VAN ROCK WERCHTER

In de marge van de partij, op de weide van Rock Werchter in 1999, maakt Van Hecke samen met zijn verruimers van het eerste uur de balans op: nee, de verkiezingsnederlaag is geen toeval. En de christen-democratie heeft dringend behoefte aan zuurstof, aan de inbreng en de stem van jonge en andere krachten die het Vlaanderen der kerktorens ontgroeid zijn. De Clerck heeft er oren naar. Hij is op zoek naar ideeën en partijkritische medestanders, al was het maar om het gezeur als zou hij een creatuur zijn van de oude kopstukken te ontzenuwen.

De bijeenkomsten van de groep Van Hecke worden mettertijd talrijker. En De Clerck luistert meer dan eens aandachtig mee. Hij heeft ook een actieve inbreng in de debatten, vooral als er wordt gepraat over de precieze rol die de CDV binnen de CVP moet of kan spelen. En welke plaats de groep binnen het organigram van de partij moet krijgen. Want dat is en blijft lange tijd de bedoeling, zowel voor Van Hecke als De Clerck: de CDV moest en zou een denk- en doetank worden die beter dan de wat stuggere CVP in staat zou zijn om nieuw bloed aan te trekken.

Op 2 oktober 1999 formuleert Van Hecke het in Gent zo: ‘En laten we ook een volkspartij zijn, we zijn dat niet meer. Waar zit onze beweging, onze dynamiek?’ De Clerck beaamt en heeft het over zijn ambitie om ‘naar een open lijstvorming’ te gaan. Hij voegt eraan toe: ‘We moeten de verruimers integreren in de partij, zeker. Maar hoe doe je dat met het soort nationaal bestuur dat we nu hebben, met onze gemeentelijke structuren van vandaag? En we moeten ook nog meer mensen aanspreken daarbuiten.’

De dubbelzinnigheid blijft tot voor deze zomer aanhouden. Bewegen of stilstaan, binnen of buiten de partij, De Clercks ‘open geest’ waaiert alle kanten op. Ook Van Hecke ontsnapt niet aan de schizofrenie. Hij lost het op door al in een vroeg stadium de CVP-parlementsleden die hij aanvankelijk ook uitnodigde van zijn lijst te schrappen, ‘Reginald uitgezonderd’. ‘Sorry voor hen, maar dit leek de enige manier om in de huidige omstandigheden dubbelzinnigheden te vermijden. Als er duidelijke criteria komen voor deelname aan onze groep, dan wordt het weer anders.’ Maar die criteria komen er niet meer. Omgekeerd probeert De Clerck aan de dubbelzinnigheid te ontsnappen door in zijn eigen partij het ‘forum’-concept van Van Hecke min of meer over te nemen. Dat worden dan de bijenkorven.

VERNIEUWINGSCONGRES

De situatie is evenwel onhoudbaar. Het leidt in juni jongstleden tot een openlijke crisis in de partijleiding wanneer De Clerck iets te enthousiast en te openlijk achter Van Hecke gaat staan op diens bijeenkomst in Elewijt. Ook Van Hecke en de zijnen weten dan hoe laat het is, en ze gaan de zomer in met bijzonder weinig geloof in het vernieuwingscongres van de CVP. De vraag rijst zelfs of Van Hecke het dan nog wel wil, dat de CVP ‘het licht’ zou zien. Toscane wenkt immers al en het lijkt dan alleen nog maar de vraag of de clash tussen hem en De Clerck er komt op het congres of erna.

In de laatste rechte lijn voor het congres probeert De Clerck Van Hecke nog aan boord te houden. Hij laat de brief lekken waarin hij Patrick Dewael, volgend op diens boek, vriendelijk uitnodigt om samen ‘dingen’ te gaan doen. Het signaal van de voorzitter is ook voor Pinxten bedoeld, want ook die klaagt over het gebrek aan initiatief van de CD&V om met anderen aan een ‘brede Vlaamse volkspartij’ te timmeren. Maar de dissidenten zijn al te ver heen. Zoals dat gaat met een scheiding: je bent het al nog voor de akte is verleden.

Of de voorbije dagen nu al dan niet de fond werd gelegd voor een herverkaveling, voor een twee- of driestromenland, feit is dat het gebeuren alvast op korte termijn de paarse coalitie niet wezenlijk heeft geschaad. In normale omstandigheden hoefde de oppositie vandaag maar de slagen te tellen, met de ramspoed die deze regering sinds de zomer overvalt: deficit dreigt, werkloosheid stijgt, Sabena staat aan de grond, VLD en PS blokkeren respectievelijk het migrantenstemrecht en de spijtoptanten. Maar De Clerck zette deze week alweer ‘constructief’ in met de vraag om een debat te houden over ‘behoorlijk bestuur’.

Paars is dus niet verontrust. En anders dan men zou kunnen verwachten, zorgde zelfs Dewaels zomers onderonsje met De Clerck niet voor een vertrouwensbreuk met coalitiepartner SP.A. Limburg is niet groot: in het Hasselt van Steve Stevaert (SP.A) weten ze perfect wat er in het Tongeren van Patrick Dewael broeit. Dat de VLD zich versterkt, is voor de SP.A geen ramp. Idealiter draait het de ACW-neuzen opnieuw iets meer naar het linkse kamp.

Nee, zo bedremmeld keken de socialisten nu ook weer niet, toen Van Hecke zijn gsm vergat uit te zetten.

Filip Rogiers

De Clerck heeft nooit helemaal afstand kunnen of willen nemen van de analyses van zijn voorganger.

De gebeurtenissen van de voorbije dagen hebben alvast op korte termijn de paarse coalitie niet wezenlijk geschaad.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content