MA 12/ 01

Hier zie! Het is toch altijd nuttig om bij het begin van een nieuw jaar de goede voornemens ook nog in de praktijk om te zetten. In casu: bureau opruimen. Wat wij nu nog vinden, in een stapel niet gebruikte knipsels: een foto van een poedelnaakte Friedl’ Lesage. En dat nog wel in De Standaard der Letteren, waarin ooit de pen werd gevoerd door Maria Rosseels en pater Libert Vander Kerken, wiens nomen twee keer omen was. Het gevaar dat Vander Kerken zich naakt had laten fotograferen, was zo goed als onbestaande.

Friedl’ deed het wel, à poil in haar bad, haar erogene zones bedekt met enkele boeken. Een paar pockets eigenlijk, dat volstond. Wij kennen er op de radio bij wie je met een encyclopedie nog niet zou toekomen, maar die presenteren niet op zondag. Laten we zeggen dat die pockets op de blote Lesage een toepassing waren van de bedrijfsfilosofie bij de VRT: wel tonen wat niet interessant is, niet tonen wat wel interessant is.

Friedl’ presenteert sinds september op zondagochtend een boekenprogramma. Dat wil zeggen: ze presenteert haar eeuwig dezelfde gesprekken met eeuwig dezelfde BV’s, maar deze keer opgehangen aan vijf boeken. En ze mocht dat via een door haar zelf geschreven column elke week aanprijzen in De Standaard der Letteren. Bij de weg te gooien knipsels: haar eerste bijdrage. Waarin ze probeert Karel De Gucht te versieren. Er zijn wel meer VRT-vrouwen die graag een rijpere politicus in web en bed strikken, maar wat opvalt is dat ze tegenwoordig allemaal achter De Gucht aanzitten. En dan niet achter Jean-Jacques, maar achter de oude.

Niemand komt nog in bekoring van Patrick Dewael. Die, u moet er eens op letten, in praatprogramma’s met intellectueel niveau sowieso nooit wordt uitgenodigd. Ook Friedl’ had Dewael niet op haar gastenlijstje. Nochtans is hij een boekenkenner. Wij citeren uit het inmiddels beruchte potager-interview in La Libre Belgique: On était jeune. On discutait sur des livres d’un Henri Lepage, Guy Sorman, Milton Friedman… on voulait changer le monde, je n’ai jamais eu d’autre vocation en tête.’

Maar P. Potager is dépassé, elke vrouw zucht voor K. De Gucht. Al gaan weinigen zover om zich zoals Friedl’ in evakostuum aan hem aan te bieden. Zo hopen wij toch. Haar artikel in De Standaard was één lange smeekbede om meer. Lees mee:

De woordvoerder van onze minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht wist het wel zeker: “Dit programma is echt iets voor hem. Hij zit nog in Toscane, maar bij zijn thuiskomst schuif ik het hem meteen onder de neus. Ga er maar van uit dat hij ja zegt.”Zijn goedkeuring was nauwelijks binnen, of daar volgde al zijn favoriete lijstje. Ik kon de titels niet snel genoeg tot me laten doordringen. Een stevige klassieker, een boek van eigen bodem, eentje met een link naar Peking, geschiedenis en religie. Drie ervan heb ik gelezen. Karel en ik kunnen nu al zeggen dat we iets met elkaar gemeen hebben.’

‘Karel en ik’, schrijft ze dus. Konden ’toen al’ zeggen dat ze iets gemeen hadden. Ze kon de titels niet snel genoeg tot haar laten doordringen. U mag drie keer raden welk van die drie gemeenschappelijke boeken ze het meest koestert. Yep: Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel Garcia Márquez, dé stationsroman van de filles de bonne famille. Wij durven wedden dat Greet Op de Beeck dat ook zo mooi vindt. En Betty Mellaerts zeker. Naar men beweert ook Nicole, van Nicole & Hugo. Gegarandeerd heeft geen van hen ooit één letter gelezen van Henri Lepage, Guy Sorman, of Milton Friedman. Dat hebben ze dan weer gemeen met P. Potager.

Friedl’ richt nu haar zwaarste geschut op Karel: ‘Maar, beste meneer De Gucht, wat ik van u wil weten: waar lag u toen u dat boek las? (Nvdr: waar lag u? Dus niet: waar was u, of waar zat u? Eventueel: waar hing u?) Wie heeft het u aangeraden en waarom heeft het u zo aangegrepen? Ik wil het allemaal van u weten. En o ja, breng uw exemplaar mee. Ik wil zien hoe beduimeld het is, of u erin geschreven hebt, of het dezelfde versie is als de mijne, met dat groene randje. Ik wil eraan ruiken. Ik wil…’

Pas op, dat staat daar dus echt hè: ik wil eraan ruiken! Van naatje betoeterd dat mens. Dit is toch gewoon pervers? Obsceen, dat is het. Van die uitzending zelf herinneren wij ons weinig, behalve dat Karel aandoenlijk zijn best deed om zowel de intellectueel als de gevoelige Flairman uit te hangen. En wat we ook nog weten is dat hij, op de middengolf toch, midden in een hoogstaand betoog zonder boe of bah uit de ether werd geveegd door de Inlichtingen voor duivenliefhebbers. In Poitiers was het zwaar bewolkt, de begeleiders wachtten. Quiévrain: beperkt zicht, noord- tot noordoostenwind. Daarna begon de eucharistieviering.

Twee dagen later zat Karel alweer op een vrouwenschoot, deze keer op Radio 2 bij Anja Daems. Over zijn ochtendhygiëne. Over de hydraterende zalfjes en pommades die hij gebruikte, hoe lang hij onder de douche stond, wat voor sproeier hij verkoos, en wie het bed opmaakte. Op deze laatste vraag antwoordde Karel: ‘Die van ons, want die ligt er het langst in.’

Toen hij tevreden de studio uit wandelde, zoemde zijn gsm. Een nummer uit Berlare dat hem vaag bekend voorkwam.

wo 14/ 01

En dan zijn er nog mensen die denken dat expert justitie van een duidingsprogramma een gemakkelijke functie is. Dat je daar niet eerst dertig jaar ervaring bij het Journaal voor hoeft op te doen. Dat je daar al vroeger ‘klaar voor bent’, zelfs zonder officieel communiqué van een college van hoofdredacteurs.

Sta ons toe deze misvatting met een krachtig voorbeeld te weerleggen. Stel dat de Belgische staat beslist heeft om geen derdenverzet aan te tekenen tegen het arrest van het hof van beroep in de Fortiszaak. Dan is de vraag: hoe kan een expert justitie van een duidingsprogramma zoiets verduidelijken voor de gewone kijker, die niet zoals de expert zelf tot zijn eenendertigste naar school is geweest? Hier het antwoord.

Leo Stoops, in TerZake: ‘ Wel, eerst zeggen, misschien kort, wat derdenverzet is. Derdenverzet is een vorm van beroep, eigenlijk van een partij die niet betrokken was bij het proces. En technisch gesproken is de staat niet betrokken in dit proces. Nu, wat zijn de gevolgen van het feit dat het kernkabinet heeft besloten om het derdenverzet op te schorten, alleszins tot de vergadering van de aandeelhouders op 12 februari? Dat betekent concreet gesproken dat het arrest van het hof van beroep geldig blijft, alleszins tot de 12e februari, tot de datum van de aandeelhoudersvergadering. En dan weten we natuurlijk nog niet wat de aandeelhouders zullen beslissen, maar we weten nu wel zeker dat de aandeelhouders zullen kunnen beslissen.

Tegenover Leo zit Emmanuel Rottey, en die kijkt als iemand die niet heeft begrepen wat hij net heeft gehoord. Vooraleer de technische problemen weer roet in het eten zullen gooien, besluit hij wijselijk om zich te houden aan de vragen die Leo zelf voor hem op een blaadje heeft geschreven: ‘Er komt ook geen cassatieberoep of zo meer?’

Wat is dat nu weer, cassatieberoep? Beroep van wie, tegen wat, in welke zaak, waarom, waarvoor? Voor ons is het nu al moeilijk om te volgen, in dit bijzonder vroege stadium van het betoog, maar Leo antwoordt zonder aarzelen: ‘ Voorlopig is er ook geen sprake van een cassatieberoep.‘ Goed, dat is dan afgehandeld.

Emmanuel leest de volgende vraag van Leo af: ‘En hoe komt het eigenlijk dat de regering zich plotseling… euh… zeg maar gewonnen geeft?’ Die ‘euh’ is een verdienstelijke poging om spontaniteit te suggereren, maar de toon waarop de vraag wordt uitgesproken, is de toon van iemand die niet weet wat hij vraagt. Voor Leo blijkt het een voorzet voor open doel. Wij zijn al sinds daarnet weer letterlijk aan het uitschrijven hoe het in TerZake is verwoord, altijd een ontnuchterende en verhelderende tactiek, want meestal blijkt dat klinkklare nonsens te zijn geweest. Met Louis Tobback als onbetwiste wereldkampioen.

Hou u knoops voor Leo Stoops: ‘ Wel, ik zou misschien het voorbeeld willen nemen van het derdenverzet, dat is in zekere zin een hilarisch verhaal. Het bewijst dat Modrikamen net als Hans Rieder eigenlijk wel wat kent van procedures. Wat is het verhaal? Dus Modrikamen vertegenwoordigt 2500 aandeelhouders en hij speelt daar postbus voor. Dat betekent dat alle stukken van het gerecht bij hem terechtkomen en niet bij die 2500 aandeelhouders. Maar nu zegt hij: bon, als de staat derdenverzet wil aantekenen, prima, voor mij niet gelaten, maar dan ben ik geen postbus meer. Beste staat, stuur uw aanmaningen maar naar de 2500 aandeelhouders, hier is de lijst met hun adressen, de ene woont op de Fiji-eilanden, de andere woont op de Bahamas, bij manier van spreken. En dan spreken we niet over postzegels die de staat moet betalen, maar over deurwaardersexploten à rato van 200 euro per stuk, en zo komen we op vijfhonderdduizend euro dat de staat zou moeten betalen om dat derdenverzet te… te… te… kunnen betekenen aan die mensen. De staat heeft daar geen zin in, en dat is begrijpelijk. Wat doet hij? Hij richt een eenzijdig verzoekschrift tot de rechtbank, én, om te zeggen namelijk hé, Modrikamen moet wél postbus spelen, en, oké, de rechtbank geeft de staat gelijk. Nu, Modrikamen houdt nog altijd niet op, wat doet hij? Hij gaat op dat moment derdenverzet aantekenen tegen die beslissing en hij krijgt gelijk. Dus samengevat: Modrikamen heeft zijn derdenverzet gewonnen, dus tegen een beslissing van de rechtbank dat de staat haar derdenverzet tegen het arrest van het hof van beroepdat het vonnis van de rechtbank van koophandel waarbij het de staat niet verboden werd om zonder toelating van de aandeelhouders het bancaire deel van Fortis te verkopen aan de Fransen vernietigt, niet moet betekenen aan alle 2500 aandeelhouders. Dus dat betekent gewoon dat de staat wél moet betekenen aan die 2500 aandeelhouders, en de staat heeft daar geen zin in.

Hierna valt een bijzonder lange stilte. Leo, met zijn twinkelende oogjes, kijkt hoopvol naar Emmanuel. Emmanuel, zonder zijn twinkelende oogjes, kijkt verbijsterd terug naar Leo. Alsof hij net Lisbeth Imbo in lingerie door de studio heeft zien dansen, wat naar het schijnt al is voorgevallen. Onder zijn schedeldak fluiten vogeltjes en klokken weergalmen door zijn hersenpan. Na een seconde of tien doorbreekt Leo het gênante zwijgen: ‘Ik had het opgeschreven, want het is nogal ingewikkeld.’ Dat levert hem alsnog een bak Duvel op.

Do 15/ 01

Een jaar geleden was Guy Verhofstadt, de vorige ex-premier, dankzij zijn vakantievriend koning Albert weer even premier, en pakte hij uit met… tatarataataa tatarataa… de convergentienota. Iemand sinds, laten we zeggen, de maand maart van vorig jaar het woord ‘convergentie’ nog gehoord in het Journaal? Of gelezen in De Standaard? Al was het maar één keer? Wij niet. Nochtans kon er begin 2008 niet over de Belgische politiek worden gepraat of ‘convergentie’ viel tien keer. Maak daarvan: twaalf keer. Het illustreert de dwaasheid die op geregelde tijdstippen bezit neemt van de Wetstraat en haar watchers.

Convergentie! Om ten volle te begrijpen wat een onzin sommigen durven te verkopen, verwijzen wij graag naar Lucky Luke en het grandioze album De trek naar Oklahoma. In Boomville complotteren Coyote Will, Beastly Blubber en de onvermijdelijke doodgraver tegen burgemeester Dopey en zijn engelbewaarder Lucky Luke. Een beetje zoals Herman Van Rompuy en Ghislain Londers tegen Yves Leterme. Ze hebben al een burgerkrant uitgegeven met daarin een oproep: ‘Burgers, sta op tegen het partiale bestuur. We hebben geen water en geen eten meer, en de grond brengt niets op. Aan wie ligt dat? Aan de partialiteit van burgemeester Dopey en aan de partiale Lucky Luke. Burgers, verenigt u tegen de partialiteit.’ In een schuurtje van de samenzweerders is Beastly Blubber verwoed in de weer met het drukken van nieuwe pamfletten. Vraagt de doodgraver aan Coyote Will: ‘Zeg Coyote, staat er niet te vaak het woord partiaal in? Sinds je het in het woordenboek hebt ontdekt, gebruik je het om de haverklap.’

Waarop Coyote Will: ‘Dat geeft niet. Het klinkt mooi, en bovendien begrijpen de mensen het toch niet, dus geven ze het de betekenis die ze willen.’

Op het volgende plaatje zien we een woelige betoging voor het stadhuis, waarin de ontevreden inwoners van Boomville spandoeken dragen met daarop: ‘Weg met de partialen’, ‘Dopey en Lucky Luke zijn partiaal’, ‘Genoeg gepartiaald’, ‘Het zijn altijd dezelfden, de partialen’.

Z0 18/ 01

De trek naar Oklahoma dateert van 1971. En dan komt zesendertig jaar later de andere met zijn convergentie aandraven. Was ’t niet om te schreien, men zou er toch om lachen?

De zevende dag heeft een facelift gekregen. Mooi zo. Nu de presentatoren nog.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content