De lopende wereldhandelsronde sleept zich voort. Op de komende ministerconferentie is haast een mirakel nodig om de Wereldhandelsorganisatie te redden.

Cancún ligt ver van de deur, onbekend. Maar de Mexicaanse badplaats verovert snel een plaats op de wereldkaart. Eind september komt daar de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) bijeen. Dat is veel volk, 146 excellenties uit evenveel lidstaten. En de andersglobalisten maken zich klaar voor hún optreden. Zij verteren dergelijke kapitalistische conferenties niet. Indirecte steun krijgen ze nu zelfs van prestigieuze instellingen als het UNDP, het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties. Het UNDP vreest dat Cancún weinig zal bijdragen tot het halen van de Millenniumdoelstelling, die – ook al weinig gehaast – tegen 2015 een halvering van de armoede en de honger in de wereld vooropstelt.

Armoede en honger staan slechts indirect op de agenda, als een afgeleide van een meer welvarende wereldeconomie. De handelsronde zelf gaat over de verdere vrijmaking van de wereldhandel, door het slopen van invoertarieven en niet-tarifaire handelsbelemmeringen, het vrijmaken van de dienstenhandel en de afschaffing van de landbouwsteun. Een liberale wereldeconomie is een welvarende wereldeconomie, luidt het credo van de Wereldhandelsorganisatie. De Doha-ronde, genoemd naar de Qatarese stad waar zij vorig jaar van start is gegaan, moet tegen 2004 klaar zijn.

Het zal van de ministerconferentie afhangen of dat lukt. Maar echte schwung zit er niet in. Over de meeste problemen bestaat zelfs geen begin van consensus, vaak is er niet eens een ontwerptekst. De vrees groeit voor een herhaling van het WTO-debacle in Seattle, het keurig voorbereide plechtige slot van de vorige handelsronde, in november 1999. Het vrije-handelsdebat kende er een complete afgang, wat evenwel grotendeels gecamoufleerd werd door de ernstige incidenten met de andersglobalisten in de straten van de Amerikaanse stad. Diplomaten en handelsafgevaardigden mikken er al op dat de Doha-ronde met een paar jaar moet worden verlengd. Directeur-generaal Supachai Panitchpakdi van de Wereldhandelsorganisatie raakt in paniek.

CHAMPAGNE EN PARMAHAM

Pascal Lamy, Europees commissaris voor Handel, krijgt in Cancún een moeilijke partituur te spelen. De hele wereld kijkt Europa met de nek aan, wegens de steun aan de landbouw. Vooral de Verenigde Staten maken zich daar zenuwachtig over. Het zint de Amerikanen niet dat het kleinere Europa meer landbouwproducten naar de VS kan uitvoeren dan omgekeerd.

Lamy pleit dat het zopas gewijzigde gemeenschappelijk landbouwbeleid de directe landbouwsteun grotendeels afschaft (en vervangt door directe inkomenssteun aan de boeren). Maar het is weinig waarschijnlijk dat Amerika en de anderen hem geloven. Europa blijft de uitvoer van landbouwproducten subsidiëren en dat verzwakt niet weinig de concurrentiekracht van de ontwikkelingslanden op de wereldmarkt.

Hoe subtiel het in de vrije wereldhandel toegaat, blijkt uit het gevecht dat Europa voert voor geografische aanduidingen als ‘champagne’ of ‘parmaham’. Volgens het boekje van de WTO beperken die benamingen de internationale concurrentie, omdat ‘champagne’ of ‘parmaham’ uit pakweg de Verenigde Staten geen toegang krijgen tot de Europese markt.

Nu al zijn de ontwikkelingslanden ontgoocheld over het verloop van de handelsronde. Een van hun belangrijkste betrachtingen, naast de landbouw natuurlijk, is de toegang tot goedkope geneesmiddelen. Zij argumenteren dat de strijd tegen aids, malaria en tuberculose niet alleen een humanitaire, maar ook en vooral een economische strijd is. Dat thema had al lang afgewerkt moeten zijn. Vandaag staat de WTO er nergens mee. De Verenigde Staten blokkeren elke vooruitgang.

Een ‘foert’ van de derde wereld staat niet veraf. De ontwikkelingslanden waren geen vragende partij voor de conferentie. Zij hebben het gevoelen dat zij in het kader van de WTO meer moeten geven dan krijgen. De industriële landen breken hun markten open, maar houden zichzelf beschermd. Als eind september Cancún de Doha-ronde geen nieuw elan kan geven, ziet de toekomst er slecht uit voor de Wereldhandelsorganisatie.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content