Een verrezen Hitler die in het hedendaagse Berlijn door neonazi’s wordt afgetuigd: het is een van de betere grappen in Daar is hij weer, een megaseller van de Duitse auteur Timur Vermes, die vooral jongeren blijkt aan te spreken. ‘Ik vind mijn Hitler geen schertsfiguur.’

Geen twijfel, de ‘hij’ uit Daar is hij weer is Adolf Hitler, opnieuw tot leven gewekt door de Duitse journalist en ghostwriter Timur Vermes (°1967), die de Führer als een nieuwbakken stand-upcomedian op de lezers loslaat. Meer dan zestig jaar nadat Hitler in zijn bunker zelfmoord heeft gepleegd, verrijst hij op een stuk braakland in Berlijn. Gedesoriënteerd en zonder de assistentie van zijn criminele handlangers belandt hij, op zoek naar de Stürmer, in een nieuwe wereld waarin hij kennismaakt met de mueslireep (‘Het knelpunt in de broodbevoorrading scheen nog niet verholpen te zijn’), met Turkse kranten (die hem doen verhopen dat de as Berlijn-Ankara eindelijk gesmeed is) en met de houder van een krantenkiosk die hem onderdak verleent op voorwaarde dat de muffe man in nazi-uniform zijn eigendom respecteert. Hitler is verbolgen: ‘Zie ik eruit als een misdadiger?’

Maar Hitler past zich snel aan. De beltoon van zijn smartphone is Wagners Walkürenritt. Zijn homepage in Sütterlinschrift (dat in werkelijkheid in 1941 door Hitler werd verboden) kun je googelen onder de term ‘Führerhoofdkwartier’. Door het mediaproductiehuis Flashlight wordt hij ontdekt als comedian. Zijn blitzcarrière, die via YouTube wordt aangewakkerd, is weergaloos. Van dat soort vervreemdingseffecten leeft de klucht.

Maar zijn impresario’s weigeren in hem de echte Hitler te zien. Ze zijn ervan overtuigd dat de ‘acteur’ zijn ware identiteit verbergt. Dat de Führer na zijn optredens niet uit zijn rol van Adolf Hitler stapt, beschouwt zijn omgeving, die hem als kijkcijferkanon exploiteert, als de tic van een exoot. Vermes: ‘Toen ik het boek begon te schrijven nam ik me voor om op de figuur van Hitler niet af te dingen. Ik presenteer hem in de eerste persoon, zodat de lezer meteen in zijn hoofd zit. Ik vind mijn Hitler geen schertsfiguur. Als ik hem als kolderpersonage had willen opvoeren, had ik zijn abjecte overtuigingen moeten schrappen. Zo’n reductie heb ik verworpen, en dat verklaart wellicht het succes van mijn boek. Er zit wel degelijk een problematiek in mijn roman: omdat de producenten en politici die Hitler omringen er allemaal belang bij hebben hem voor hun eigen doeleinden te gebruiken, vertikken ze het om in hem een gevaar te zien. Daardoor wordt het thema actueel.’

‘Gas geven’

Een van de hilarische hoogtepunten in Daar is hij weer is Hitlers bezoek aan het partijbureau van de neonazi’s in Berlijn-Köpenick, een stinkende bouwval bij de aanblik waarvan de dictator in een woedeaanval uitbreekt: ‘Er slingerden een paar partijprogramma’s met idiote slogans. Op een ervan stond “Gas geven”, tussen aanhalingstekens, alsof er in werkelijkheid helemaal geen gas gegeven moest worden (…) Ik heb me van mijn leven nog nooit dermate geschaamd voor een nationale partij.’

Wie er zo over denkt, hoeft zich niet te verbazen dat hij vroeg of laat door de neonazi’s wordt afgetuigd. En dat is precies wat Hitler overkomt. De fascisten slaan hem verrot. Groenen en sociaaldemocraten willen hem nu graag als partijlid ronselen. In het nazislachtoffer zien ze immers al het embryo van de toekomstige carrièrepoliticus die ze voor hun kar kunnen spannen. Vermes: ‘Die politici dragen oogkleppen. Ze kunnen zich niet voorstellen dat iemand die door de nazi’s wordt gemolesteerd desondanks een slecht mens kan zijn.’

Dat is de kern van Vermes’ roman: Hitlers nieuwe aanhangers lopen in de val die ze zelf hebben uitgezet. Ze projecteren hun eigen wensen en doeleinden in de Hitlerfiguur. Ze creëren een Hitler à la carte. Vermes sluit niet uit dat het er in de realiteit van het Derde Rijk precies zo aan toe is gegaan: ‘Na de nederlaag in 1945 hebben de Duitsers Hitler meteen als een monster afgedaan. Dat was de simpelste manier om alle schuld voor de begane misdaden op hem alleen af te schuiven en zichzelf wit te wassen. Maar uit verschillende getuigenissen, zoals die van zijn secretaresse Traudl Junge, weten we dat Hitler ook aimabele en aantrekkelijke kanten had waarmee hij zijn omgeving verleidde. Sommigen verdrongen zijn gewelddadigheid, anderen namen het geweld van zijn knokploegen op de koop toe, in de hoop dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. Het Duits heeft een geschikte uitdrukking voor dat soort ontwijkend gedrag: etwas billigend in Kauf nehmen.’

In zijn roman steekt de auteur nergens een vermanend vingertje op. Vermes: ‘In het publiek lees ik graag de passage voor waarin Hitler uit zijn slaap wordt gerukt door een werkman die met zijn lawaaierige loofmachine de herfstbladeren wegblaast. Hitler is boos, maar zijn ergernis maakt snel plaats voor bewondering voor de werkman die immers alleen maar plichtbewust de orders van zijn bazen uitvoert. Dat herinnert Hitler aan de kadaverdiscipline van de SS’ers, die, zegt Hitler, ook zonder tegenstribbelen hun taak in de gaskamers hebben vervuld. Voor de meeste toehoorders is die bruuske overgang van de onschuldige blaasmachine naar de gruwelijke gaskamer een beproeving. Ze voelen zich ontredderd. Het lachen blijft hun in de keel steken.’

Interessant was de reactie van de neonazi’s op de Hitlerpersiflage. Vermes vertelt dat Udo Voigt, tot voor kort partijvoorzitter van de neonazistische Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD), tot zijn verbijstering wild enthousiast was over zijn roman. Vermes: ‘Dat Hitler door de neonazi’s wordt afgeranseld, rationaliseerde Voigt in zijn blog zelfs met het krankzinnige argument dat ik die scène had moeten inlassen om te vermijden dat mijn boek in Duitsland verboden werd.’

Intussen heeft Daar is hij weer een cultstatus in Duitsland bereikt. Samen met de audio- en e-books zijn er in het Duitstalige gebied meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. De roman wordt in tweeëndertig talen vertaald. In het Duitse vertalersmekka Straelen hebben zich recent elf vertalers als ware exegeten over de interpretatieproblemen van Vermes’ bestseller gebogen. Het boek is echter zozeer van de Duitse geschiedenis en actualiteit doordrenkt dat elke vertaling die het zonder voetnoten wil redden een herschrijving moet zijn. Nu de Nederlandse vertaling uit is, wil Vermes graag weten of de groene politica Renate Künast erin gebleven is, wat inderdaad het geval is. Maar er zijn niet alleen vertaalproblemen. Vermes is nu al benieuwd wat de Chinese vertaler zal doen met de passage waarin Hitlers secretaresse opmerkt: ‘We zijn hier niet in China. Daar hebben ze censuur!’

Cultstatus

Als gesprekspartner is Timur Vermes, een zoon van Hongaarse immigranten, boeiender dan zijn roman, die door zijn wijdlopigheid aan pit inboet. Vaak is het boek zouteloos en taai, ondanks zijn interessant uitgangspunt en enkele geslaagde gags. Het is vlot geschreven, maar literaire kwaliteiten heeft het niet. De roman is eerder de buit van het grote publiek dan een ontdekking van de Duitse kritiek, die erover zweeg totdat zijn even raadselachtig als weergaloos succes haar noodzaakte om erop in te gaan. Van Der Spiegel over de Süddeutsche Zeitung tot de Neue Zürcher Zeitung zijn die late recensies zeer matig lovend uitgevallen, zodat een geërgerde Vermes de critici halfhartigheid en zelfs lafheid verwijt: ‘Ik vind niet dat er een groot verschil is tussen een sportcommentaar en een recensie. Je verwacht een goede of een slechte kritiek, niet de lauwheid die daartussen ligt.’

Dat het succes van Vermes’ roman een belangrijk fenomeen is dat eerder sociologische vragen dan esthetische waardering oproept, zal uitgeverij Eichborn een zorg wezen. Drie weken na zijn publicatie in oktober 2012 stond Daar is hij weer aan de top van de Duitse bestsellerslijsten, en daar was hij gedurende een jaar niet meer weg te slaan. Je kunt je alleen maar afvragen wat de impact is van zo’n boek, dat vooral bij jonge lezers een hype blijkt te zijn. De vraag of we niet wat al te veel Hitler voorgeschoteld krijgen, wuift Timur Vermes weg met het argument dat we tot nog toe vooral te veel dezelfde Hitler gepresenteerd hebben gekregen. Nu die andere Hitler dus, want die ontbrak er nog aan.

Timur Vermes, Daar is hij weer. De Bezige Bij, vertaald door Liesbeth van Nes, 319 blz., 22,50 euro.

DOOR PIET DE MOOR IN MÜNCHEN

‘Na de nederlaag in 1945 hebben de Duitsers Hitler meteen als een monster afgedaan. Dat was de simpelste manier om alle schuld van de begane misdaden op hem alleen af te schuiven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content