JA

Opgetekend door Marieken Maes

Olivier Maingain

‘Ik vind het een overwinning van de democratie dat de resolutie erdoor is gekomen. Geen overwinning van de ene gemeenschap op de andere, want als men de resolutie goed leest, dan kun je vaststellen dat ze een evenwicht nastreeft tussen de twee gemeenschappen. Er staat niet dat er rechten ten voordele van de Franstaligen moeten worden gecreëerd. De Raad van Europa wil gewoon dat de rechten van de minderheden worden gerespecteerd. Voor allen op dezelfde manier.

Je mag niet denken dat de resolutie het institutionele evenwicht in België in gevaar zal brengen. Niemand vraagt om het Frans te verheffen tot primaire taal in Vlaanderen en ook niet om het Nederlands tot primaire taal uit te roepen in Wallonië. Het doel van de resolutie is om een oplossing te zoeken voor de minderheden, met respect voor de Vlaamse en Waalse cultuur. Ik ben ervan overtuigd dat als Vlaanderen zich bereid toont om op een rustige en serene manier te overleggen, we tot een oplossing komen die aanvaardbaar is voor de Franstaligen in de faciliteitengemeenten en voor de Vlamingen in Brussel en Wallonië.

Het is zeker aan te moedigen dat een minderheid de taal leert van de gemeenschap waarin zij woont, maar die mensen moeten wel het recht hebben om terug te vallen op hun moedertaal en de taal van hun cultuur. Dat is de geest van de resolutie. Wat meneer Van den Brande moet begrijpen is dat er een uitzondering is op het territorialiteitsprincipe van de taal. Hij houdt sterk vast aan dit principe, maar de Raad van Europa stelt duidelijk dat er een uitzondering is voor de minderheden. Dat wil niet zeggen dat het Nederlands niet langer de primaire taal mag zijn in de faciliteitengemeenten. De resolutie wil gewoon een aantal basisrechten toekennen aan een taalkundige en culturele minderheid. Waarom mogen Franstaligen hun culturele leven niet in het Frans organiseren? Wij verbieden toch ook niet aan de Vlamingen om hun cultuur in het Nederlands te beleven in Brussel. Waarom mogen er geen Franstalige bibliotheken zijn in de faciliteitengemeenten? Het is een kwestie van tolerantie.

Meneer Van den Brande wil de vroeger gestelde wetten maar niet loslaten. Er was toen al protest tegen die taalwetten. Wel, het recht is geevolueerd onder impuls van Europa. Territorialiteit van taal impliceert geen homogeniteit van taal en verbiedt niet om een andere taal te gebruiken.’

NEE

Luc Van den Brande

‘Ik ben in principe voor de bescherming van nationale minderheden, groepen die om historische redenen een minderheid vormen en die geen deel uitmaken van het besluitvormingsproces. In de Nabholz-resolutie wordt de idee van regionale minderheden doorgesluisd naar het concept van nationale minderheden. De twee mogen niet worden gelijkgesteld. Roemenen die hun land ontvluchten, maken geen deel meer uit van hun oorspronkelijke cultuurgemeenschap. In België kan je moeilijk spreken van een conflictsituatie. Het gaat om stedelingen van Brussel die het landelijke opzoeken. Dat is een luxesituatie, van mensen die zich ergens uit vrije wil vestigen, zich niet integreren en de taal van de gemeenschap niet leren. Zij willen hun eigen regels opleggen aan de gemeenschap waarin ze terechtkomen.

Een belangrijk mankement van de resolutie is dat in een gefedereerd land de deelgebieden de verplichting zouden hebben om de rechten van minderheden te waarborgen. Maar na het Lambermontakkoord is vastgelegd dat de bevoegdheid over de faciliteitenregeling en de taalgrenzen onder de federale bevoegdheid valt. Ik ben ervoor om die bevoegdheden toe te wijzen aan de deelgebieden, maar dat ligt nu vast in een ander wettelijk kader. De federale regering heeft niet aangegeven hoe de Belgische constructies tot stand zijn gekomen, onvergeeflijk. De Vlamingen zijn nu in Europa afgeschilderd als een intolerant volk dat de fundamentele rechten van de Franstaligen zou beknotten.

De Nabholz-resolutie houdt geen rekening met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, waarin staat dat het territorialiteitsbeginsel verenigbaar is met het Verdrag. Het Manzella-amendement is een stap vooruit, omdat het zegt dat de Nabholz-resolutie geen rechtstreeks gevolg kan hebben op de constitutionele en territoriale orde. Maar de taalwetgeving en haar toepassing vallen daar niet onder en kunnen dus nog gevaar lopen door de resolutie. De Franstaligen zullen ernaar verwijzen om voordelen te scheppen op vier punten: Franstalig onderwijs in heel Vlaanderen, mediavergunningen, uitbreiding van het aantal faciliteitengemeenten en het gebruik van het Frans in bestuurszaken in die gemeenten. Al te gek: je kunt niet tegelijk deelgenoot zijn van een besluitvorming met dubbele meerderheid en daarbovenop nog eens een beroep doen op de Kaderconventie van de minderheden. Het is het één of het andere.’

Mensen moeten het recht hebben om terug te vallen op hun moedertaal.

Nationale en regionale minderheden mogen niet worden gelijkgesteld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content