De bouwmeester van Frankrijk houdt van Gent. Ze nodigde de derde stad van België als enige buitenlandse stad uit om zich in Parijs te presenteren op een prestigieus congres over stadsontwikkeling.

Het Forum des Projets Urbains is een toonaangevend congres waar Franse steden voor een aardig bedrag hun stadsbeleid presenteren aan ruim 1200 collega’s. Daarnaast nodigt de Franse bouwmeester Arriela Masboungi ieder jaar een of twee Europese steden uit. Vorig jaar viel haar blik op Kopenhagen en Barcelona, dit jaar koos ze voor Gent, dat op 4 november met een achtkoppige delegatie acte de présence gaf in Parijs.

Waarom koos de bouwmeester, van alle steden die ze kon kiezen, het relatief onbekende en kleine Gent? ‘Gent heeft een zeer proactief stadsbestuur, en dat is de enige manier om een stad te transformeren’, vertelt een enthousiaste Masboungi over de evolutie van Gent van een grauwe industriestad tot een levendige stad met allure. ‘Het verschil met andere steden is dat de stadsprojecten in Gent deel uitmaken van een heldere strategie. Het stadsbestuur durft keuzes voor de toekomst te maken. Ze hebben de kanalen teruggebracht, het stadscentrum schitterend gerenoveerd en bouwen nieuwe huizen in het centrum zodat gezinnen daar terugkeren. Daarbij laten ze hun stedelijke projecten aansluiten op het openbaarvervoernetwerk. Met het oog op een duurzame samenleving is dat ongelooflijk belangrijk.’

De bouwmeester is ervan overtuigd dat Frankrijk veel kan leren van Gent. ‘Voor Franse beleidsmakers is het een verrassing dat een traditionele, middeleeuwse stad zoals Gent zo modern en dynamisch kan zijn. Dat ze het Rotterdamse architectenbureau Office for Metropolitan Architecture (OMA) een project laten uitvoeren, zegt toch wel iets.’

UNDERDOG

De gerenommeerde Nederlandse architect Floris Alkemade werkt als partner van Rem Koolhaas bij OMA aan het project Oude Dokken, waarbij het oude havengebied wordt omgevormd tot een nieuwe wijk met onder meer 1200 woningen. Ook Alkemade, tevens gastprofessor aan de Universiteit Gent, is onder de indruk van het beleid in Gent. ‘Ik denk dat ze inderdaad voortvarender zijn en een betere lange-termijnvisie hebben dan andere steden.’

Alkemade noemt Gent een ‘grote kleine stad’. ‘Niet zo groot dat allerlei processen verlammen en niet zo klein dat ze machteloos zijn. En er is natuurlijk ook de jaloezie tegenover Antwerpen, dat altijd alles krijgt. Dat levert net voldoende ergernis op om een hoop energie vrij te maken. Het is een soort underdogachtige kwaliteit, een drang om mee te doen. Dat is heel aangenaam aan Gent.’

De Gentse schepen van Stadsontwikkeling, Mobiliteit en Wonen Karin Temmerman (SP.A) wil ondanks alle lof nog niet spreken van een succesverhaal. ‘We hebben momenteel een groot tekort aan woningen, waardoor de prijzen de laatste jaren exponentieel zijn gestegen. Dan hebben we nog de negentiende-eeuwse gordel, die vol staat met kleine arbeiderswoningen van slechte kwaliteit. In absolute cijfers hebben we het grootste aantal slechte huizen van Vlaanderen.’

Toch ziet de schepen de buitenlandse belangstelling toenemen. Onlangs had ze nog een Nederlandse delegatie op bezoek, en begin oktober wijdde de Franse krant Le Monde nog een reisreportage aan Gand – zij het met de kop ‘ La petite oubliée des Flandres‘. Temmerman beseft dat Gent nog niet op ieders tong ligt. ‘Buitenlanders zullen eerder Brussel, Antwerpen en Brugge noemen, Gent komt altijd op de laatste plaats. Toch merken we dat het aan het verbeteren is. Dat we hier in Parijs worden uitgenodigd, is daar een teken van. We groeien toch een beetje naar buiten.’

Bram Peeters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content