‘Redding’ en verkoop Fortis
27-28 september
België, Nederland en Luxemburg voeren een reddingsoperatie door voor Fortis en nemen elk 49,9 procent in respectievelijk Fortis Bank België, Fortis Bank Nederland en Fortis Banque Luxembourg SA.
3 oktober
Nederland trekt de Nederlandse activiteiten van Fortis, inclusief ABN Amro, uit de Fortis-groep om ze te nationaliseren.
4-5 oktober
De Belgische regering nationaliseert Fortis België via de Federale Participatiemaatschappij, en komt overeen 75 procent van Fortis Bank België en de Belgische verzekeringstak te verkopen aan de Franse bank BNP Paribas.
Zaak-Fortis naar eerste aanleg
30 oktober
Advocaat Mischaël Modrikamen, Deminor en de Nederlandse VEB (Vereniging van Effectenbezitters), die samen 12 procent van de aandeelhouders vertegenwoordigen, eisen voor de Brusselse Rechtbank van Koophandel, dat de verkoop van Fortis in kort geding wordt opgeschort.
6 november
De negatieve strekking van het advies van het Openbaar Ministerie in de Fortiszaak lekt uit. Er wordt een vergadering belegd tussen de kabinetschefs van de premier en vicepremiers over die wending. Om 15 uur spreekt de openbaar aanklager zijn negatieve advies ter zitting uit.
10 november
In een telefoongesprek met Hans D’Hondt licht openbaar aanklager Paul Dhaeyer het negatieve advies toe dat hij heeft uitgebracht.
11 november
Dhaeyer wil dat ook aan de premier uitleggen, maar er wordt ‘niet ingegaan op de suggestie’.
Verkoop toch rechtsgeldig
18 november
Voorzitter van de rechter van koophandel in Brussel Francine De Tandt vonnist dat de verkoop van Fortis aan BNP Paribas rechtsgeldig is. Ze oordeelt dat de aandeelhouders niet geraadpleegd hoefden te worden. Die gaan meteen in beroep.
Hof van beroep
1 december
Voor het hof van beroep komt de zaak terecht bij de achttiende kamer. Voorzitter Paul Blondeel, Christine Schurmans en Mireille Salmon nemen de zaak in beraad, en zullen uiterlijk op 15 december een arrest uitspreken. Opmerkelijk: het advies dat het Openbaar Ministerie nu uitbrengt, is positief en staat lijnrecht tegenover dat in eerste aanleg.
9 en 10 december
De beraadslagingen verlopen bijzonder moeilijk. Zowel voorzitter Paul Blondeel als Christine Schurmans gaan zich beklagen bij eerste voorzitter Guy Delvoie.
10 december
De echtgenoot van rechter Schurman, Jan De Groof, probeert Hans D’Hondt, de kabinetschef van Yves Leterme, te bereiken.
11 december 2008
Rechter Schurmans meldt zich ziek tot 22 december. Later op de dag dienen de advocaten van de FPIM een verzoekschrift in om de debatten te heropenen, omdat er een nieuw element is opgedoken: een verslag van de Europese Commissie.
11 december 2008
Jan De Groof meldt Hans D’Hondt dat er ‘een plotse wijziging is opgetreden in de besluitvorming rond Fortis, en dat er een conflict is ontstaan tussen Schurmans’ en de andere raadsheren. In een sms meldt hij ook dat Schurmans de ‘hoogste instanties bij het Hof van Cassatie’ heeft kunnen overtuigen van de ‘mogelijke dramatische wending’ en vraagt om ‘voorlopig niets te doen’.
Onverwacht arrest
12 december 2008
De advocaten worden telefonisch opgeroepen om zich te melden bij het hof van beroep. Er volgt een ‘informele bijeenkomst’ over de heropening van de debatten. ’s Avonds spreekt de achttiende kamer in afwezigheid van Christine Schurmans een negatief arrest uit.
13 december 2008
De procureur-generaal van het hof van beroep van Brussel, Marc de le Court, en de procureur-generaal van het Hof van Cassatie, Jean-François Leclercq, geven Vandeurzen op zijn verzoek een mondeling relaas van de feiten.
15 december
In een brief aan Jo Vandeurzen (CD&V) zegt de procureur-generaal van het hof van beroep van Brussel dat er op basis van artikel 1088 een cassatieverzoek mogelijk is.
17 december
Leterme schrijft een brief aan Vandeurzen die hij uitdeelt in het parlement en waarin hij opbiecht dat zijn kabinetschef meermaals contacten heeft gehad in de zaak-Fortis.
18 december
In een eerste brief aan de Kamervoorzitter Herman Van Rompuy (CD&V) schrijft de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie Ghislain Londers dat er ‘duidelijke aanwijzingen zijn, dat alles in het werk is gesteld opdat het arrest van de achttiende kamer van het hof van beroep niet zou kunnen worden uitgesproken.’
19 december
In een meer uitvoerige nota schrijft Londers dat er ‘belangrijke aanwijzingen zijn van een poging tot belemmering van de rechtsgang.’ De positie van Jo Vandeurzen komt in het gedrang. Hij neemt ontslag. Later op de dag biedt Leterme het ontslag aan van de voltallige regering.
Onderzoekscommissie
16 januari 2009
Onder het voorzitterschap van Bart Tommelein (Open VLD) gaat de onderzoekscommissie van de Kamer van start. Ze moet zich tegen 15 maart uitspreken over de zaak, maar wacht eerst het rapport van de experts af.