Over de begrotingscontrole voor 2008 valt, dankzij het roekeloze voluntarisme van minister Didier Reynders, niet meer te zeggen dan dat ze ‘niet ernstig’ is.

Vicepremier en minister van Financiën Didier Reynders (MR) heeft het nog maar eens geflikt. De fiscale ontvangsten, die dit jaar 6,25 procent hoger zouden moeten uitvallen dan in 2007, zitten volgens hem helemaal op koers. Eind juni lachte hij staatssecretaris voor Begroting Melchior Wathelet (CDH) hooghartig weg, toen die op basis van een nota van zijn administratie nog stelde dat die belas-tingontvangsten 750 miljoen euro minder zouden bedragen dan geraamd. In enkele uren tijd deed Reynders daar op miraculeuze wijze ruim de helft van af. En vorige week was ook dat resterende financiële probleem in de aanloop naar de begrotingscontrole voor 2008 in zijn ogen van de baan.

Terwijl bedrijfsleiders zich almaar grotere zorgen maken over de negatieve invloed van de hogere prijzen en lonen op hun concurrentiekracht, is de liberale excellentie niet eens beducht om toe te geven dat hij net gediend wordt door dat mechanisme: de inflatie zorgt voor hogere btw-inkomsten, de loonindexering heeft een gunstig effect op de ontvangsten van de personenbelasting. Reynders zwaait daarnaast ook voortdurend met vervroegde ontvangsten van de vennootschapsbelasting, maar op jaarbasis zou die opbrengst mogelijk nog kunnen tegenvallen door de ver-traging van de economische groei.

Reynders lapt met zijn fiscale vermenigvuldiging van de broden alle waarschuwingen en prognoses van het Planbureau en de Hoge Raad van Financiën aan zijn laars. Die instanties hebben geen goed woord over voor het budgettaire parcours van de regering-Leterme. Ze noemen het ronduit ‘onrealistisch’, vanwege te hoge ramingen van de inkomsten en uitgaven die niet onder controle zijn. Hun oordeel is ook niet mals omdat de begroting voor 2008 gebukt gaat onder talloze onzekerheden. Denk maar aan de bijdrage van Electrabel (250 miljoen), een overschot in de sociale zekerheid (dat veel kleiner zal zijn door een forse toename van de uitgaven in de ziekteverzekering en door het effect van drie overschrijdingen van de spilindex op de sociale uitkeringen), de bijdrage van de Vlaamse regering aan het globale begrotingsevenwicht die afhankelijk is gemaakt van een nieuwe staatshervorming (350 miljoen), of aan de aanzienlijke kosten van de notionele-interestaftrek. Om zijn coalitiepartner, de PS, te jennen, verschaft Reynders over dat laatste trouwens pas ten vroegste eind deze maand meer duidelijkheid.

Voor een regering die door het communautaire moeras ploetert, is de fiscale rekenkunde van Reynders natuurlijk mooi meegenomen. Zijn opstelling herleidt een begrotingscontrole tot een fluitje van een cent. Voor 2008 verdient die budgetcontrole daardoor helaas ook slechts één kwalificatie: ‘niet ernstig’. Meteen is ze een heel slecht vertrekpunt voor de opmaak na de zomer van de begroting voor 2009 en de daaropvolgende jaren. Daarbij zouden dan eindelijk ook de knopen worden doorgehakt over de middelen die Leterme I overhoudt om het onbesliste programma over nieuwe belastingverlagingen en een verhoging van de pensioenen en andere sociale uitkeringen te realiseren.

Maar dan moet er op dat ogenblik uiteraard nog wel een federale regering zijn.

door Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content