Er bestaan veel vormen van flexibele arbeid, die wettelijk is. Een overzicht.

De uitgeverij Ced Samsom heeft 747 bladzijden nodig om de hele nieuwe flexibiliteit in de Belgische arbeidsorganisatie en wetgeving te beschrijven (?Efficiënt & flexibel tewerkstellen, uw leidraad?) en de evolutie gaat zo snel, dat daar nog een maandelijkse nieuwsbrief met verse informatie bij moet.

?Op het vlak van de arbeidsorganisatie is een nieuw tijdperk aangebroken,? zeggen de coördinatoren van het lijvig werk, Chantal Lefever en Tania Broeckx. Vroeger kon een bedrijf dal- en piekperioden in het werk alleen opvangen met respectievelijk technische werkloosheid en uitzendarbeid. Nadat zij hun flexibiliteitsinventaris almaar dikker zagen worden, weten Lefever en Broeckx beter dan wie ook dat ondernemingen over heel veel soepelheid beschikken.

Zo hebben, bijvoorbeeld, de deeltijdse werkneemsters van een distributiebedrijf een lopende rekening met te recupereren en gerecupereerde overuren, wat enorme soepelheid in de organisatie toelaat. Een industrieel bedrijf maakte serieuze winst op de nachtpremies door over te stappen van drie ploegen in een vijfdagenstelsel naar drie ploegen over zes dagen, zonder nachtwerk. Daarbij verkortte het de werktijd, met behoud van loon, van 37 naar 36 uur : twee ploegen werken vier dagen van negen uur, de derde drie dagen van twaalf uur.

?Het managen van de arbeidstijd gebeurt te weinig. Bedrijven maken moeilijk gebruik van de flexibele arbeidsystemen. Misschien hebben zij er schrik voor om daarover nog altijd met de vakbonden te moeten onderhandelen. Niettemin, dankzij de bestaande flexibiliteit bestaan heel wat mogelijkheden om de arbeidskosten te verminderen.?

ANDERS DAN VROEGER

Over flexibiliteit praten, is praten over atypische arbeidsvormen. Dit wil zeggen, arbeid die anders is dan die met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, voltijds, overdag en op de gewone arbeidsdagen. De wettelijke en conventionele inventaris biedt ruime mogelijkheden.

– Contractuele flexibiliteit past het aantal werknemers aan de wisselende hoeveelheid arbeid aan. Dit kan met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of voor de uitvoering van een duidelijk omschreven werk. Of nog met oproep- en vervangingscontracten, door studentenarbeid en dankzij deeltijdwerk.

– Werk kan uitbesteed worden aan ondernemingen, of aan personen die geen werknemer zijn van de uitbesteder. Voor schoonmaak, onderhoud en kantinewerk is onderaanneming heel gewoon. Ondernemers kunnen werknemers ter beschikking stellen van anderen, een beroep doen op uitzendarbeid of zelfstandigen inschakelen.

– Temporele flexibiliteit past wel het aantal arbeidsuren aan, zonder wijziging van het aantal werknemers. Bijvoorbeeld door de berekening van een flexibele wekelijkse arbeidstijd als een gemiddelde over een lange periode, of door ploegenarbeid, nachtarbeid, overwerk, zondagprestaties. Even doenbaar is de flexibele jaarlijkse vakantie of de arbeidsduurvermindering. Ook de stelsels van (halftijds) brugpensioen en (halftijdse) loopbaanonderbreking bieden mogelijkheid tot soepelheid.

– Functionale flexibiliteit betekent dat de taken van de werknemers wijzigen naargelang de werkbehoeften. Economische werkloosheid en seizoenarbeid vangen dalen en pieken op.

– Collectieve flexibiliteit is mogelijk via tewerkstellingsakkoorden en bedrijfsplannen tot herverdeling van de arbeid.

– Flexiplace betekent dat de werknemer niet op het bedrijf werkt, maar thuis bijvoorbeeld, onder andere in het geval van telewerk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content