De premies van een schuldsaldoverzekering hoeft u fiscaal niet in te brengen. Het kan ook voordelig zijn om ze onder te brengen bij het pensioensparen. Dat heeft echter een belangrijk nadeel, waarschuwt fiscaal specialist Pieter Debbaut.
Bij een lening voor uw woning hoort meestal ook een schuldsaldo-verzekering. Mocht u overlijden tijdens de looptijd van de lening, dan zal die verzekering ervoor zorgen dat de verzekeringsmaatschappij een deel of het volledige uitstaande saldo van uw woonkrediet aan de bank terugbetaalt. De premies van de schuldsaldoverzekering zijn onder bepaalde voorwaarden fiscaal aftrekbaar. Maar het probleem is dat die premies in dezelfde fiscale ‘korf’ thuishoren als de kapitaalaflossingen en interesten van uw hypothecaire lening. Voor leningen afgesloten na 1 januari 2005 is die korf, de zogenaamde ‘aftrek eigen en enige woning’, beperkt tot 1990 euro per ontlener (bedrag geldig voor inkomstenjaar 2008). Daar komt nog 660 euro bij gedurende de eerste tien jaar en nog 70 euro als er drie of meer kinderen zijn. Meestal betaalt u genoeg kapitaalaflossingen en interesten terug aan de bank om de fiscale korf daarmee volledig op te vullen. Er zal dus geen plaats meer zijn om ook de premies van uw schuldsaldoverzekering op die manier fiscaal in te brengen.
U hebt echter nog andere opties, stipt belastingdeskundige Pieter Debbaut aan, medeauteur van de Belasting- & Beleggingsgids van uitgeverij Pelckmans. ‘Een eerste mogelijkheid is de premies gewoon niet vermelden op uw belastingbrief’, aldus Debbaut. ‘Dat heeft als voordeel dat er ook nooit belastingen betaald hoeven te worden op de uitkering bij een voortijdig overlijden.’
Een andere optie is de premies van de schuldsaldoverzekering inbrengen onder het pensioensparen (de codes 1361 en/of 2361 van de fiscale aangifte). Dat betekent dat u per verzekeringsnemer maximaal 830 euro (bedrag geldig voor inkomstenjaar 2008) mag inbrengen. Dat bedrag geeft u een belastingvoordeel van 30 à 40 procent van de betaalde premie (plus uitgespaarde gemeentebelasting). Dan kunt u natuurlijk wel geen premies voor het echte pensioensparen meer inbrengen. ‘Daarom ben ik er geen voorstander van’, zegt Pieter Debbaut. ‘Ik vind persoonlijk dat pensioensparen moet worden gebruikt waar het voor dient, en dat is een pensioen opbouwen. Vaak wordt, om de premies van die schuldsaldoverzekering daar te kunnen inbrengen, het pensioensparen een jaar of vier stilgelegd. Maar dan bouwen de mensen dus ook geen pensioen meer op, en dat is vandaag toch zeer belangrijk. Als je natuurlijk sowieso al niet aan pensioensparen doet, is het wel een fiscaal interessante optie.’ Een derde mogelijkheid is de premie zes maanden fiscaal laten terugwerken (zoals in deze rubriek uiteengezet in Knack nr. 17), maar die terugwerkende kracht wordt volgend jaar afgeschaft.
Thomas Verbeke
