Recent maakte het Federaal Planbureau zijn nieuwe prognoses bekend over mobiliteit. Die zijn nog dramatischer dan de vorige. Bij ongewijzigd beleid neemt het personenvervoer tegen 2030 met 30 procent toe in vergelijking met 2005. En het vrachtverkeer doet er meer dan de helft bij. Met al dat extra verkeer komen we niet sneller vooruit: in de spits daalt de snelheid met een derde. De uitstoot van broeikasgassen stijgt met 20 procent: het effect van zuiniger voertuigen wordt tenietgedaan door de groei van het personen- en goederenvervoer.

Typisch Belgisch is dit niet. Uit een recent rapport van het Europees Milieu Agentschap blijkt dat de uitstoot van broeikasgassen door transport in Europa sinds 1990 steeg met meer dan een derde. En voor goederenvervoer is het marktaandeel van het spoor en de binnenvaart afgenomen. Ondertussen verovert de auto de rest van de wereld: er zijn nu 750 miljoen voertuigen op onze planeet. Voorspellingen spreken van een groei tot 2,3 miljard tegen 2030! In een land als China stijgt het aantal auto’s elk jaar met 10 procent en wordt acht keer meer geïnvesteerd in autosnelwegen dan in openbaar vervoer. Nu al gaat er 40 procent van de olieconsumptie naar transport.

Al de hoger vermelde toekomstbeelden gaan uit van aannames die ontwikkeld zijn vóór de mondiale economische crisis. In die zin zullen de eerstkomende jaren de groeicijfers niet bewaarheid worden. Zo meldt de ANWB dat door een krimpende economie de filezwaarte in Nederland in het eerste kwartaal van dit jaar is afgenomen.

Het ziet er dus naar uit dat we door de huidige economische crisis wat extra tijd kopen. De uitputting van olievoorraden en de stijging van broeikasgassen door transport zal minder snel verlopen dan voorspeld. Maar we moeten de tijd wel goed gebruiken. Ons huidige economische systeem eenvoudig heropstarten zal niet volstaan voor de ombouw naar een low carbon-economie, die noodzakelijk is om de post-Kyotodoelstellingen te kunnen bereiken. De nood voor een andere economie met een ander transportsysteem is nog nooit zo groot geweest.

Daarom is het goed de geijkte paden te verlaten. Ivan Illich biedt een interessante piste. Al in 1974 beschreef hij de absurditeit van onze olieafhankelijkheid als de versnelling die lam legt. Illich berekende dat, als je alle tijd optelt die een auto vereist, inbegrepen de tijd nodig om geld te verdienen voor brandstof en onderhoud, en dat deelt door het aantal gereden kilometers, je gemiddelde snelheid acht kilometer per uur is. Toen was er van files nog geen sprake. Met de huidige 4,5 miljoen verliesuren op het Vlaamse hoofdwegennet in 2008 zou het herdoen van de berekening van Illich wel eens verrassend kunnen uitpakken. Het is daarom tijd voor een nieuw tijdperk, waarbij de fiets voor de korte afstand en het collectieve vervoer voor grotere afstanden de prioritaire vervoersvormen worden. Dáár moet er geïnvesteerd. Zo niet zal de extra tijd tevergeefs geweest zijn.

DIRK HOLEMANS EN MARC HEUGHEBAERT ZIJN REDACTIELEDEN VAN OIKOS. TIJDSCHRIFT VOOR SOCIAAL-ECOLOGISCHE VERANDERING.

door Dirk Holemans en Marc Heughebaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content