Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De man die de informatie over de kippencrisis aanbracht, zegt dat de overheid niet wou optreden.

Spilfiguur in de kippencrisis is André Destickere, hoofd van de keurkring West-Vlaanderen van het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK), en in zijn vrije tijd expert voor het gerecht en voor een verzekeringsmaatschappij. Ingewijden bestempelen hem als een betrouwbaar man met een goede reputatie. Zijn versie van de feiten wijkt op cruciale punten af van de chronologie die de ministers Karel Pinxten en Marcel Colla voorlegden.

Minister Pinxten zegt dat u op 21 april het vermoeden uitsprak dat het bij de kippencrisis om een besmetting met dioxines ging. Is dat correct?

André Destickere: Op mijn verzoek en in mijn aanwezigheid heeft de firma De Brabander op 19 maart de grondstoffeninspectie van het ministerie van Landbouw gewaarschuwd dat er een probleem was, en gevraagd om een onderzoek in te stellen bij vetsmelterij Verkest. Wij hebben toen al het vermoeden uitgesproken dat het om dioxines ging. Die dag stuurden we stalen op voor onderzoek naar de aanwezigheid van dioxines.

Waren dat uitsluitend stalen van voer?

Destickere: Nee. Wij verstuurden op 19 maart ook stalen van vet van dode moederkippen. De resultaten van 26 april wezen niet alleen uit dat er dioxines in het kippenmeel zaten, maar ook dat de dieren zelf besmet waren.

Dus eind april stond al vast dat er een risico was voor de volksgezondheid?

Destickere: Inderdaad. Ik ben bijzonder boos, omdat Pinxten en Colla de bevolking hebben voorgelogen. Het is larie dat ze moesten wachten tot einde mei om te weten of er dioxines in de kippen zaten.

Waarom hebben ze de bevolking niet eerder ingelicht?

Destickere: Ik heb de indruk dat het niet de bedoeling was om de bevolking in te lichten. Ik heb mijn rapport niet laten uitlekken – dat strookt niet met mijn deontologie. Maar als de VRT het vertrouwelijke document dat ik als verzekeringsexpert naar de grondstoffeninspectie stuurde niet had uitgebracht, zou het schandaal waarschijnlijk nooit zijn losgebarsten. Er is lange tijd zelfs geen contact geweest tussen de kabinetten van Landbouw en Volksgezondheid. Volksgezondheid wachtte op Landbouw om ingelicht te worden – als ik niet als onafhankelijk expert in deze zaak betrokken was geweest, had Volksgezondheid misschien zelfs niets geweten. Landbouw ging er blijkbaar van uit dat door mijn rol Volksgezondheid op de hoogte was. Het dossier was in ieder geval geen prioriteit. Vorige week vrijdag kon niemand op het kabinet van Colla mijn verslag van 27 april vinden. Ik heb nieuwe kopieën moeten bezorgen. Colla had het verslag toen zeker niet gelezen. Hij wist niet eens wat moederdieren en uitkippingspercentages waren.

Ondertussen heeft Colla wel uw vergunning om als verzekeringsexpert op te treden, ingetrokken.

Destickere: Ook daar ben ik bijzonder boos om. Ik zeg met klem dat dit schandaal in negen gevallen op tien nooit was uitgekomen. Maar ik heb naar eer en geweten gewerkt, volledig volgens mijn deontologie en volgens de nieuwe regels inzake rapportering van problemen met dierlijke voeding die op 21 april in het Staatsblad zijn gepubliceerd. Nu zou ik mijn werk niet meer mogen doen, omdat ik mijn plicht deed in een zaak die beide excellenties niet goed uitkwam. Ik ervaar dat als een belediging en ga in beroep tegen Colla’s beslissing.

Hebt u er zicht op waar de besmetting vandaan komt?

Destickere: Nee. Ik vond het wel verdacht dat bij mijn eerste contact met Verkest er al een advocaat en een expert van zijn verzekeraar aanwezig waren. Verder wens ik te benadrukken dat er in vetsmelterijen geen enkele controle gebeurt. Geen enkele! Overigens wordt er ook in containerparken niet gecontroleerd of de mensen de richtlijnen volgen. Ze kunnen straffeloos motorolie in de container voor frietvet kappen. Dat roept toch vragen op.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content