Op 23 juli, lang na de begrotingscontrole, raakte het rapport van de Nationale Bank over de notionele interest bekend. Via de pers nog wel. Het parlement moet zich met steeds minder informatie tevredenstellen.

Tijdens de opmaak van de begroting 2008, vroeg in het voorjaar, regende het nog mooie beloftes. Vóór de begrotingscontrole zouden de parlementsleden inzage krijgen in alle broodnodige rapporten, ‘om met kennis van zaken te kunnen oordelen’, aldus staatssecretaris voor Begroting Melchior Wathelet (CDH). Vóór het beloofde debat over de begroting op 15 juli zouden ze het rapport van de Nationale Bank over de notionele interest in de bus krijgen. Zoals gebruikelijk zouden ze ook tijdig inzage krijgen in de cijfers over de inkomsten in de schatkist en in de gegevens over de voorafbetalingen van belastingen door de bedrijven. Dat moet hen een degelijke voorafspiegeling geven van de reële afwikkeling van de economie.

Maar de verslagen van de schatkistcommissie en de berichten over de voorafbetalingen bleven uit. Het rapport van de Nationale Bank over de notionele interest, op verzoek van de PS, kwam er wél, maar veel te laat. Pas op 23 juli, lang na elk mogelijk debat over de begroting en op de laatste dag voor het parlement met vakantie vertrok, lekte het uit via de pers. Te laat voor een discussie. Maar vroeg genoeg om nóg meer vraagtekens te plaatsen bij de soliditeit van het voorafgespiegelde begrotingsevenwicht voor 2008.

De notionele interest, een fiscale gunstmaatregel voor bedrijven die in plaats van geld te lenen eigen kapitaal investeren, zou de schatkist immers pakken meer kosten dan wat bij de invoering van de maatregel was voorspeld. Toen hield minister van Financiën Didier Reynders (MR) immers vol dat de maatregel, die buitenlands kapitaal moest aantrekken, een budgetneutrale operatie zou worden. Maar in 2006 kostte hij de overheid al netto 140 tot 430 miljoen euro, berekende de Nationale Bank. En dat terwijl hij amper 200 tot 300 extra jobs creëerde. Over een periode van vijf jaar zou dat aantal stijgen tot 3200 à 6700 jobs – maar ook de kosten zouden toenemen.

‘Als de bedrijfswinsten dalen en de rente stijgt, kunnen de budgettaire kosten oplopen’, schreef het rapport van de Nationale Bank. Ze waarschuwde daarmee in bedekte termen voor een mogelijk gat in de begroting voor 2008. Want dalende winstcijfers – en de berichten daaromtrent zijn niet van de lucht – brengen de schatkist minder op aan vennootschapsbelastingen. En een stijgende rente kost de overheid méér, omdat de bedrijven dan hogere notionele interesten kunnen aftrekken. Tussen 2006 en nu is de rente op tienjarige overheidsobligaties (waarop de notionele interest berekend wordt) al geklommen van 3,44 tot 4,307 procent. En volgens de huidige wet kan die zelfs oplopen tot 6,5 procent.

Veel duidelijkheid omtrent de reële kosten voor de notionele interest voor dit jaar en de komende jaren is er dus niet. ‘De notionele interest is alvast een dure maatregel voor héél dure banen’, fulmineert de SP.A, die de notionele interest in 2005 nochtans mee had goedgekeurd. Zeker, de maatregel kan bedrijven financieel stabieler maken, menen de socialisten. Maar, ‘van een fiscale maatregel als deze wordt wel verwacht dat hij bij tijd en stond wordt bijgestuurd. En dat gebeurt niet.’

Nochtans kan de regering perfect berekenen wat de economische impact van de maatregel is, en hem op basis daarvan aanpassen. Trouwens, de regering had 200 miljoen euro vrijgemaakt voor een taskforce die de notionele interest zou evalueren. Maar Didier Reynders heeft intussen ontkend dat zo’n bedrag in de begroting is opgenomen. Begrijpe wie kan.

Transparantie is niet meer van deze tijd.

door Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content