In ‘De premier wil vooruit’ (Knack nr. 49) staat dat: ‘Sinds de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland bij referendum is afgewezen, de Europese Unie (EU) in een diepe crisis verkeert’. De crisis is er, niet zozeer wegens die referenda, maar wegens de aftakeling van het oorspronkelijke Schuman-idee (1950): een federaal, supranationaal, integratie-verband van staten, met een politieke unie als het verre doel, stap voor stap tot stand te brengen met concrete projecten: de EGKS in 1952, de EEG en Euratom in 1958, later als ‘EG’. Het idee was uitstekend, werd goed uitgevoerd, kreeg bij de bevolking haast alleen tegenstand van de communisten en het werd aantrekkelijk voor de buurlanden. Bij de eerste zes sloten zich negentien staten aan en drie of meer staan nog te wachten. Wegens het succes van EG werd in de Plechtige Verklaring van Stuttgart (1983) een ‘politieke unie’ (EU) in het vooruitzicht gesteld.

Voor enkele lidstaten primeren de ‘natiestaat’, de eigen soevereiniteit, de eigen macht, het federale idee. De Hoge Autoriteit van de EGKS werd in de twee nieuwe Gemeenschappen ‘Commissie’ genoemd: de regeringen hielden niet van een ‘autoriteit’ boven zich en zeker niet van een ‘hogere’. Met de Franse president Charles de Gaulle werd het grote ernst. Hij weigerde tweemaal de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tegen de zin van zijn EG-partners en boycotte zes maanden lang de vergaderingen van de EG-Raad. Eenmaal dan toch toegetreden ging het Verenigd Koninkrijk dezelfde weg op. De EU mocht geen ‘superstaat’ worden, de ‘natiestaat’ moest voorgaan. De EU bleef en is nog steeds, qua inhoud, een federatie zolang het gaat over EG-bevoegdheden (het ‘ acquis communautaire‘), maar zelfs het woord ‘federatie’ mag niet meer uitgesproken of geschreven worden.

Van de drie nieuwe doelstellingen – de zogenaamde pijlers: buitenlandse zaken en veiligheid; justitie, politie en binnenlandse zaken en de zogenaamde ‘versterkte samenwerking’ – heeft de EU haast niets terechtgebracht, hoogstens, wegens 9/11, de invoering van een Europees arrestatiebevel. Na de Europese Akte (1986) waren nog drie verdragen nodig om af te spreken wat men concreet wilde: Maastricht (1992), Amsterdam (1997) en Nice (2000). De Top van Laken (2002) werd een flop: een vragenlijst over mogelijkheden én de samenstelling van een Conventie, die dan toch heeft geleid tot een ontwerp van EU-grondwet. Die is er nog niet. Het ‘algemeen belang’ van de 25 lidstaten is blijkbaar geen stimulans.

In het EG-concept was de Commissie – voor de hele federatie – de promotor van dat algemeen belang. Het was haar opdracht de besluitvorming voor te bereiden met voorstellen aan de Raad, toezicht te houden op de uitvoering van de besluiten en sancties te nemen, met een eventueel beroep op het Hof. Ze beschikt in het EG-systeem bovendien over eigen regelgevende uitvoeringsbevoegdheden. De Commissie staat aan het begin en aan het einde van elk EG-beleidsproject. Zij is de spil en ook de eerste actor. Wie anders dan de Commissie heeft de kandidaat- lidstaten bijgestaan en begeleid om hun toetreding voor te bereiden?

In het EU-concept wordt de Commissie teruggedrongen tot een lager niveau. Zij kan hoogstens bij een of ander project ‘betrokken’ worden, indien de Raad dat wil. Voorstellen van de Commissie zijn niet meer nodig en ook voor de uitvoering, de controle en de rechtshandhaving is de Raad bevoegd. Hoe een intergouvernementeel orgaan die functies kan uitoefenen, blijft een grote vraag. De Commissie wordt dus een soort secretariaat-generaal, zoals in de klassieke internationale organisaties.

Twee decennia zijn verstreken zonder dat de regeringen erin geslaagd zijn inhoud te geven aan wat ze met hun ‘EU-pijlers’ ambieerden. Een organisatie die niet kan ‘invullen’ wat ze bedoelt, verkeert in een diepe crisis. Maar het zijn niet de bevolkingen met hun referenda die de schuld dragen.

JAN GIJSSELS, EMERITUS PROFESSOR (UA).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content