Het brandt opnieuw in Congo. Sinds 1996 is het er eigenlijk nooit helemaal geblust. Dit eist een tol van miljoenen mensenlevens en maakt verkrachten, plunderen, vluchten en rekruteren van kindsoldaten tot een dagelijkse realiteit. Generaal Nkunda blijft met de spierballen rollen. Ook andere brandhaarden zoals Ituri en de Ugandese rebellen zorgen voor onveiligheid in de regio. MONUC en het officiële Congolese leger slagen er niet in hun mandaat waar te maken. Het risico dat dit regionaal uit de hand loopt, is dan ook bijzonder groot. En toch heeft de EU nog tijd om eerst een spelletje verstoppertje te spelen, alsof de situatie nog niet ernstig genoeg is.

De EU verschuilt zich achter woorden als ‘er bestaat geen militaire oplossing voor Congo’. En of ze gelijk heeft dat die niet bestaat. Maar dreigt een louter diplomatieke aanpak niet te verzanden in een zoveelste praatbarak indien niemand de stok achter de deur houdt en de ondertekenaars van de vredesakkoorden ook met militaire druk op hun engagementen wijst? Inhoudelijk valt er immers weinig aan te merken op deze akkoorden, ze worden alleen nooit uitgevoerd! Bovendien zullen diplomatieke initiatieven die enkel op de korte termijn mikken, geen duurzame vrede opleveren als de onderliggende oorzaak van het conflict niet wordt aangepakt. En dat is de plundering van de bodemrijkdommen.

De Unie verbergt zich ook achter de schreeuw om een krachtiger MONUC. Die schreeuw kan inderdaad niet luid genoeg klinken. Deze VN-missie kan en moet een belangrijke rol spelen, maar ze heeft daarvoor meer manschappen nodig die een duidelijker mandaat krijgen om de burgerbevolking te beschermen, de strijdende partijen te ontwapenen en de wapenhandel en grondstoffensmokkel over de grenzen heen te doen stoppen. Maar op korte termijn is de MONUC niet in staat dit verschil te maken. Toch steekt de Unie liever haar kop in het zand en is ze blij dat de regionale organisatie SADC zich bereid toont vredestroepen te sturen.

De EU heeft nochtans de middelen in huis om én op korte termijn het escalerende geweld in te dijken én het politieke klimaat te stabiliseren. Een EU-interventiemacht, in samenspraak met MONUC en het Congolese leger, en met een duidelijk en kort mandaat, moet een echt staakt-het-vuren afdwingen en de burgerbevolking beschermen. In plaats van zich te verschuilen, moet de EU een sterk signaal geven: het is menens, de ondertekenaars van de vredesakkoorden moeten hun beloftes nakomen. Er is immers geen alternatief.

Want staan roepen vanaf de zijlijn is al te gemakkelijk. De EU moet ten volle haar verantwoordelijkheid nemen en niet steeds de hete aardappel doorgeven aan derden. Naast een stabilisatiemacht moet de EU ook haar eerder aangegane verbintenissen ten aanzien van Congo nakomen. Zo moet ze de hervorming en de eenmaking van het Congolese leger, momenteel amper die naam waardig, blijven ondersteunen. Dit leger is immers de enige echte garantie op veiligheid op langere termijn.

Enkel door deze combinatie van initiatieven kan de EU het verschil in de regio maken. Het oplossen van conflicten vereist immers een meer geïntegreerde aanpak dan wat we vaak van de EU gewend zijn. Aspecten als veiligheid, mensenrechten en ontwikkeling moeten centraal staan. Meer samenhang in het EU-beleid kan een ander panorama opleveren voor de situatie in Oost-Congo. ‘De Congolezen dreigen meer te verliezen dan hun spaargeld’, zegt 11.11.11. Waar wacht de EU op?

ANNE VAN LANCKER IS REDACTIELID VAN SAMENLEVING EN POLITIEK (SAMPOL)

door Anne Van Lancker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content