‘Er zijn helemaal niet genoeg sociale woningen’

Sociale woningen © Belga Image

Bart De Wever (N-VA) wil het aandeel van sociale woningen in de Vlaamse steden beperken tot 9 procent. Experts vinden dat geen goed idee.

Het was een van de vele proefballonnetjes die N-VA-voorzitter Bart De Wever vorige week opliet in zijn startnota voor de Vlaamse formatiegesprekken: een plafond voor sociale woningen. Steden en gemeenten waar die al 9 procent of meer van het totale aantal woningen vertegenwoordigen, krijgen alleen nog geld om er te renoveren. Geld om nieuwe sociale woningen te bouwen krijgen ze niet meer.

Al gauw kwam daar kritiek op, niet het minst van de Antwerpse SP.A-afdeling. Die heeft in het Antwerpse bestuursakkoord met Bart De Wever, burgemeester van de stad, afgesproken om in de huidige bestuursperiode 5000 ‘nieuwe of grondig vernieuwde sociale woningen’ op te leveren. Onder meer daarom noemde de socialistische oud-burgemeester Bob Cools de startnota een casus belli: hij riep maandag in De Morgen op tot een ledenvergadering van de Antwerpse SP.A.

Ook woonexperts zijn kritisch voor De Wevers voorstel. ‘Zijn er genoeg sociale woningen? Dat is heel duidelijk niet het geval’, zegt Sien Winters van het Leuvense HIVA-Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving. Vorig jaar stonden 153.000 mensen op de wachtlijst van een sociale huisvestingsmaatschappij in Vlaanderen. ‘Woningnood is een groot probleem in Vlaanderen. Sociale woningen zijn het ideale instrument om dat probleem op te lossen. Wat dat betreft doen veel andere Europese landen het vandaag veel beter dan wij.’

In de vorige bestuurs- periode, toen de N-VA in Antwerpen een coalitie vormde met CD&V en Open VLD, hield de partij van Bart De Wever de bouw van nieuwe sociale woningen tegen. Het argument was dat die steeds meer arme mensen en vluchtelingen zouden aantrekken. Onder meer de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen heeft dat aanzuigeffect voor de verkiezingen al tegengesproken, vooral vanwege de jarenlange wachtlijsten die er nu al zijn en de voorrang die wordt gegeven aan mensen die minstens drie jaar in een gemeente of stad wonen. ‘Gemeenten kúnnen dus al voorwaarden stellen’, zegt ook woningbouwexpert Pascal De Decker (KU Leuven).

En wat met de 9 procent die De Wever voorstelt? ‘Dat cijfer stond voor het eerst in het grond- en pandendecreet van 2009’, zegt De Decker. ‘Ik heb geen idee waarop het gebaseerd was. Voor steden zou het aandeel van sociale woningen veel hoger moeten liggen: 20 procent moet het absolute minimum zijn. En er moet bij voorkeur in de steden gebouwd worden: daar is de nood het hoogst, en daar heb je ook de meeste voorzieningen en arbeidsplaatsen. Op het platteland veel sociale woningen bouwen, daarmee doe je niemand een plezier.’

In 2009 werd 3 procent als minimum opgelegd, de 9 procent was toen zelfs al een soort van plafond. Als steden die grens wilden overschrijden, moesten ze een convenant met de Vlaamse regering afsluiten. Gent deed dat in 2017. De stad kreeg extra middelen voor maar 694 woningen. Dat was te weinig om haar ambitie waar te maken of om de wachtlijsten weg te werken.

‘Die 9 procent is vandaag geen harde grens’, zegt Winters. ‘Ik hoop ook dat die er niet komt. Het zou jammer zijn als de Vlaamse overheid steden zou tegenhouden die een sociaal woonbeleid willen voeren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content