‘Europa heeft zijn les niet geleerd’, denkt Willy Claes. En: ‘Het Kremlin wil zijn energievoorraad gebruiken om de rol van grootmacht te blijven spelen.’

De Franse krant Le Monde haalde meteen het zwaar geschut boven. De Russische beslissing om de gaskraan naar Oekraïne – en dus indirect ook naar West-Europa – dicht te draaien, was volgens de krant zo goed als de eerste oorlogsverklaring van de 21e eeuw. De voormalige socialistische politicus Willy Claes – verschillende keren minister van Economische Zaken, minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de NAVO – maakte de boycot van de Arabische olieproducerende landen in de jaren zeventig van de vorige eeuw mee. Overdreven ze in Parijs niet een beetje?

‘Misschien’, denkt Willy Claes. ‘Maar het gewicht van zo een beslissing mag niet worden onderschat. Ze had natuurlijk weinig of niets te maken met het dispuut over de prijs die Oekraïne niet wou betalen. Andere, voormalige deelrepublieken van de Sovjet-Unie betalen nog minder dan wat Oekraïne tot Nieuwjaar op tafel legde. De beslissing om de kraan dicht te draaien, was duidelijk een politieke sanctie voor een voormalige deelrepubliek van de Sovjet-Unie die voor een entente met het Westen heeft gekozen en die lid wil worden, van zowel de NAVO als de Europese Unie. Dat kunnen de Russen niet hebben: ze beschouwen het als een voortzetting van de Amerikaanse roll back-strategie uit de jaren van de Koude Oorlog. Dat wil zeggen dat de communisten in de mate van het mogelijke moesten worden teruggedreven.’

Was het ook een signaal aan het adres van het Westen? De Europese Unie en de VS steunden de Oranjerevolutie in Oekraïne, die toch vooral tegen de Russische invloed in Kiev was gericht.

WILLY CLAES: Het was een zware verwittiging – aan het adres van Oekraïne maar ook aan het hele Westen. Het Rusland van Vladimir Poetin is geen militaire supermacht meer, maar dat wil niet zeggen dat het de ambitie heeft opgegeven om een rol te spelen in de wereld. Wat het aan militaire of economische slagkracht mist, kan het met zijn immense energievoorraad compenseren. Het beschikt na Saudi-Arabië over de grootste energiereserves ter wereld. Poetin gebruikt zijn energiepolitiek stelselmatig om zijn macht te consolideren. Denk aan de pijplijn onder de Baltische Zee, die Rusland rechtstreeks met Duitsland moet verbinden. En die Oekraïne en Polen zo tegelijk geostrategisch buitenspel zet. Er komt ook een nieuwe pijplijn tussen Siberië en Japan, die maakt dat ook Tokio de Russen naar de ogen zal moeten kijken. China van zijn kant wordt uitgenodigd om in het kapitaal van Gazprom te participeren. In het Midden-Oosten blijft Moskou tegen de wil van de Amerikanen nucleaire centrales bouwen in een land zoals Iran.

Werd de beslissing om de kraan naar Oekraïne dicht te draaien in het Kremlin zelf genomen?

CLAES: Poetin bemant de grote energiebedrijven al een tijd stelselmatig met oude vrienden uit de inlichtingendienst van de Sovjet-Unie, de KGB. Hij heeft er op korte tijd voor gezorgd dat 30 procent van het productiearsenaal in de energiesector opnieuw in de handen van Vadertje Staat is. Zijn ambities reiken ongetwijfeld verder. De energiepolitiek vormt voor Rusland een hefboom om zijn rol van grootmacht in de wereld te blijven spelen. Wees ervan overtuigd dat de president of zijn directe omgeving een hand hebben in elke beslissing die op dat vlak wordt genomen.

Vorige week werd duidelijk in welke mate West-Europa voor zijn energievoorziening van Rusland afhankelijk is. Was het niet naïef om zich zo aan Moskou te binden?

CLAES: De Europese Commissie schreef in 2000 een alarmerend verslag om erop te wijzen dat Europa voor zijn energiebevoorrading in de 21e eeuw bijzonder zwak staat. Meer dan 80 procent van al onze energie moet van andere continenten komen. Europa heeft gedaan wat het moest doen: maximaal diversifiëren. Maar we moeten wel nog veel meer reserves aanleggen. De nieuwe lidstaten in Oost-Europa hadden daar tot voor kort geen middelen voor. Polen, bijvoorbeeld, leeft voor 60 procent van het Russische gas en het heeft een reserve van zeven dagen. Dat land staat dus politiek en strategisch heel zwak tegenover Moskou.

Maar zijn we naïef geweest?

CLAES: Hadden we een andere keuze? We kunnen alleen meer een politiek van rationeel energieverbruik voeren. De nadruk leggen op alternatieve energie. Ik voorspel u dat de bouw van nieuwe kerncentrales over afzienbare tijd weer op de politieke agenda staat. Het debat daarover wordt straks in Duitsland beslist. De Fransen hebben daar nooit aan getwijfeld: die zijn al bezig met de ontwikkeling van een nieuwe generatie kerncentrales.

Is dat van alle oplossingen niet de gemakkelijkste?

CLAES: Zolang we de hele nucleaire cyclus niet onder controle hebben, moeten we er in ieder geval heel voorzichtig mee zijn. Maar alternatieve energie kost geld en ik heb de indruk dat in Europa de politieke wil ontbreekt om de grote investeringen die daarvoor nodig zijn te betalen.

Maar als Europa zo afhankelijk blijft van Rusland beperkt het ook zijn geopolitieke slagkracht tegenover Moskou.

CLAES: Ja, maar dat mes snijdt aan twee kanten. De verkoop van energie staat voor 40 procent van het Russische bbp. De kraan dichtdraaien, betekent ook dat er geen geld binnenkomt. Moskou heeft nu geleerd dat zijn vrij dictatoriale manier van optreden tegenover Oekraïne zijn reputatie van betrouwbare leve- rancier geen goed heeft gedaan.

Welke les moet Europa trekken uit wat er is gebeurd?

CLAES: Dat het vlug werk moet maken van een geïntegreerde energiepolitiek. De lidstaten willen daar alsnog niet van horen. Ze denken nog altijd dat ze hun belangen elk voor zich beter kunnen verdedigen. Met alle respect voor het discours over vrije concurrentie en liberalisering: als het over energie gaat, is dat een verkeerde benadering. In de VS, in Japan en in China is de bevoorrading met energie een geostrategische prioriteit. Die valt rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de staat. Dat hebben wij nog niet begrepen. Ik vind nog altijd dat de publieke sector een hand moet hebben in het beleid dat op dat vlak wordt gevoerd.

In België moet dat debat alvast niet meer worden gevoerd?

CLAES: Nee, wij hebben al onze kroonjuwelen verkocht. Hier hebben Suez en consorten het voor het zeggen.

Deed het schrikbeeld dat vorige week plotseling opdoemde u aan de oliecrisis van de jaren zeventig denken?

CLAES: Toen de OPEC in 1973 zijn olieboycot lanceerde, bleek hoe kwetsbaar Europa was. De Russen draaiden de kraan maar voor 48 uur dicht. Maar de rekeningen werden snel gemaakt: 15 van de 25 lidstaten van de EU zijn voor een deel van het Russische gas afhankelijk. Duitsland voor een derde van zijn energietoevoer, Frankrijk voor een kwart.

Wat heeft Europa de voorbije dertig jaar dan geleerd?

CLAES: Weinig. Het is waar dat er zoals in de privéwoningbouw energiebesparend wordt gewerkt. Maar je kunt niet zeggen dat er op een systematische manier geld is uitgetrokken voor de opbouw van een alternatief energieprogramma. Op dat punt hebben we de les van de OPEC niet geleerd.

HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content