Mannen die ongezond eten, kunnen hun toekomstige kinderen met problemen opzadelen.
De epigenetica is een relatief nieuwe tak in het genetisch onderzoek. Ze bestudeert hoe genen worden aan- of afgezet door chemische merkers op het DNA. Het wordt steeds duidelijker dat zulke merkers een belangrijke rol spelen in het functioneren van een lichaam.
Intrigerend is dat ouders via epigenetische signalen hun kinderen al voor de geboorte kunnen opzadelen met problemen die later in hun leven zichtbaar zullen worden. Epidemiologe Adelheid Soubry (KU Leuven) en haar collega’s hebben bijvoorbeeld aangetoond dat zwaarlijvige mannen epigenetische veranderingen op hun genen via hun zaad doorgeven aan hun kinderen. Het gaat zelfs op voor genen die in het kind altijd tot expressie worden gebracht, via het proces van imprinting of inprenting: van sommige genen wordt uitsluitend het exemplaar van de vader gebruikt, terwijl voor andere uitsluitend de kopie van de moeder actief is. Dat verergert de situatie, natuurlijk.
Ook de coronacrisis kan, door de stress die ze veroorzaakt, effecten op de voortplanting hebben.
In Frontiers in Endocrinology schrijven Soubry en haar collega’s dat mannen die veel frieten eten en weinig groenten en fruit zaad van een lagere kwaliteit produceren dan mannen die gezond eten. Bovendien komen er epigenetische bijsturingen op minstens twee van twaalf onderzochte ingeprente genen, wat tot problemen kan leiden voor kinderen die ze erven. Volgens Soubry is het niet uitgesloten dat de coronacrisis vergelijkbare epigenetische effecten op de voortplanting heeft, door de chronische stress die ze veroorzaakt. Dat wordt nog onderzocht.
In Human Reproduction meldt Soubry’s team ten slotte dat hoe ouder een vader is, hoe groter de kans op een verstoorde groei bij een embryo wordt.
