Hij droomde ervan minister-president van Nederland, paus of koningin te worden. Maar hij viel ten slotte in zijn eigen zwaard: opkomst en neergang van het verschijnsel Pim Fortuyn.

Een wetenschappelijke hooligan. Een rare flapdrol. Een pedante blaaskaak. Een New Age-Hitler. Een nare, publiciteitsgeile nicht. Een ongeleid projectiel. Een Nederlandse Berlusconi. Een griezel.

Alle epitheta die hem de voorbije maanden in de Nederlandse pers werden toegevoegd, leken zijn populariteit alleen maar te vergroten. Sinds de voormalige hoogleraar en publicist Pim Fortuyn (54) in november vorig jaar tot lijsttrekker van de partij Leefbaar Nederland werd uitgeroepen, verkeerde de Nederlandse politiek in rep en roer. Op 15 mei gaan de Nederlanders ter stembus, en in de peilingen stond Leefbaar Nederland (een nieuwkomer in de Nederlandse politiek, gegroeid uit lokale lijsten als Leefbaar Utrecht en Leefbaar Hilversum) vorige week nog op ruim veertien procent. In de Tweede Kamer zouden Fortuyn en de zijnen maar liefst 22 zetels behalen (op een totaal van 150): een voortzetting van de paarse coalitie leek daardoor onmogelijk.

De verkiezing van Fortuyn tot lijsttrekker van Leefbaar Nederland was niet zonder slag of stoot gegaan. Voorzitter Jan Nagel pareerde de kritiek van zijn partijgenoten: ‘Het is met Fortuyn als met grote voetballers: ze zorgen voor problemen, maar kunnen wel de wedstrijd voor je winnen.’ Maar de oud-voorzitter van de PvdA (Partij van de Arbeid) Felix Rottenberg voorspelde: ‘Het is een kwestie van timing. We moeten gewoon wachten tot Fortuyn fouten gaat maken.’ En hoofdredacteur Martin van Amerongen van De Groene Amsterdammer wist: ‘Fortuyns grootste vijand is en blijft zijn onbeteugelde tong.’

MINDER DAN EEN VARKEN

Afgelopen weekend was het zover. In een interview met de Volkskrant trok Fortuyn alle registers open. Het gesprek ging over zijn favoriete onderwerp: het falende asiel- en vreemdelingenbeleid van Paars. ‘Wat mij betreft,’ zei Fortuyn, ‘komt er geen islamiet meer in. Ik vind zestien miljoen Nederlanders wel genoeg. Het is een vol land.’

Maar dat mag u van uw partij niet zeggen, opperden de interviewers. Dat staat niet in het partijprogramma van Leefbaar Nederland.

‘Nou, daar moest ik me maar eens niet zoveel meer van aantrekken’, vond Fortuyn. In één moeite door pleitte hij voor het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag en het Verdrag van Schengen. En artikel 1 van de Nederlandse grondwet, dat discriminatie op grond van ras, geslacht, seksuele voorkeur of levensovertuiging verbiedt, mocht ook wel eens worden herzien. En passant noemde hij de islam ‘een achterlijke cultuur’: ‘Die islamieten pikken onze blonde vrouwen af. Die ze vervolgens hoeren noemen. (…) Marokkaanse jongens bestelen nooit een Marokkaan. Is u dat al opgevallen? Wij kunnen wel bestolen worden. En ik natuurlijk nog dubbel, want ik ben niet alleen een christenhond, maar ook nog minder dan een varken. Nou, die kun je pakken.’

De discussie die in Nederland al maanden woedt – ‘Mag je iemand als Fortuyn extreem-rechts noemen?’ – is daarmee beslecht. Lijsttrekker Ad Melkert van de PvdA riep zijn landgenoten op ‘eindelijk wakker te worden’. Een D66-minister oordeelde ‘dat Fortuyn nu echt gek is geworden’. En het partijbestuur van Leefbaar Nederland, in nachtelijk spoedberaad bijeen, kwam tot de conclusie dat er niets anders op zat dan ‘met pijn in het hart’ afscheid te nemen van Fortuyn als lijsttrekker.

Felicitaties voor Fortuyn kwamen er uit België – van Filip Dewinter.

ONDER PROFESSOREN

Betekent dat ook het einde van de politieke carrière van Pim Fortuyn? Dat is nog niet zo zeker. De ideologische slalom van Fortuyn begon in de jaren zeventig, toen hij als sociologiestudent in Groningen de marxistische beginselen omhelsde. Toen al had hij de ambitie om – zoals hij in zijn autobiografie Babyboomers schrijft – ‘minister-president, paus of koningin te worden’. Hij was lid van de Partij van de Arbeid, maar zijn politieke carrière nam niet de gewenste vlucht: de toenmalige PvdA-leider Joop den Uyl had weinig op met de even flamboyante als ijdele politicus in spe. Ook de academische carrière van Fortuyn liep niet over rozen: terwijl hij van een hoogleraarstoga droomde, bracht hij het in Groningen niet verder dan wetenschappelijk medewerker. In 1988 keerde hij zowel de PvdA als de universiteit de rug toe en vestigde zich als ‘politiek-strategisch adviseur’ in Rotterdam.

Dat bleek een goede zet. Hij grossierde algauw in commissariaten en adviseurschappen, schafte zich een Jaguar, een butler en een chauffeur aan, en in 1992 viel hem alsnog een ‘buitengewoon hoogleraarschap’ aan de Erasmus-universiteit te beurt. Na een fikse ruzie moest hij die leerstoel in 1995 alweer opgeven. Landelijke faam verwierf Fortuyn met een provocerende column in het weekblad Elsevier. Week in week uit fulmineerde hij tegen ‘het subsidiesocialisme’, de ‘fopdemocratie’ en het ‘gezapige geleuter’ van ‘ingeslapen politici’. Nederland, zo betoogde hij, wordt geregeerd door een elite van 20.000 zakkenvullers, die het over Ons Soort Mensen hebben als ze zichzelf bedoelen. Voorts predikte hij ‘een Koude Oorlog tegen de islam’: ‘We moeten moslims net zo behandelen als de communisten tijdens de Koude Oorlog, want ze zijn op weg om West-Europa te veroveren.’ De lezers van Elsevier huiverden en vonden het prachtig.

AT YOUR SERVICE

Zijn status als Bekende Nederlander (hij werd een graag geziene gast in talkshows en toucheerde tot 5000 euro voor een lezing) zette Fortuyn opnieuw op weg naar de politiek: diverse partijen zagen in hem een potentiële stemmentrekker. De eerste die avances in zijn richting maakte, was de leider van de extreem-rechtse Centrum-Democraten, Hans Janmaat. Fortuyn hield de boot af. Hij knoopte gesprekken aan met het CDA (Christen-Democratisch Appèl) en mocht zich zelfs een tijd ‘adviseur’ van die partij noemen. Maar uiteindelijk koos hij voor Leefbaar Nederland.

Zoals bij ons sinds Zwarte Zondag ‘de kloof met de burger’ ontdekt is, zo wil Leefbaar Nederland ‘de politiek’ opnieuw aan ‘de mensen’ geven. De partij wordt gevormd door een bont allegaartje van voormalige socialisten, malcontente middenstanders en plaatselijke mafkezen, met een vaag-populistisch programma: de treinen moeten weer op tijd rijden (wat in Nederland overigens een reëel probleem is), de wachtlijsten in ziekenhuizen moeten korter, de burgemeesters en de minister-president moeten rechtstreeks worden verkozen, en nog zo het een en ander. Tot de denkers van de partij behoren onder meer de smurfenvriend Vader Abraham, de voormalige diskjockey Willem van Kooten (‘Joost den Draaijer’) en de voetbalcommentator Hans Kraay sr.: niet direct een inspirerend gezelschap.

Maar extreem-rechts? Nee.

Wie de geschriften van Pim Fortuyn in Elsevier een beetje had gevolgd, kon dus weten dat de partijleider van Leefbaar Nederland Jan Nagel een groot risico nam toen hij hem naar voren schoof als lijsttrekker. Niet zozeer omdat Fortuyn een belijdend homoseksueel is (hij suggereerde onlangs dat de krant De Telegraaf schandknapen op hem afstuurde om hem te compromitteren), maar vanwege zijn eigengereidheid en zijn unverfroren rechtse standpunten. Toen de nieuwbakken lijsttrekker met een militair saluut (‘At your service’) het congres groette en beloofde het partijprogramma loyaal uit te voeren, had hij al gewaarschuwd: ‘Ik vind het leuk als het tussen ons lukt. Lukt het niet, even goede vrienden. Dan begin ik voor mezelf.’

Een voormalige collega van Fortuyn aan de Erasmus-universiteit verwoordde het drie maanden geleden in het weekblad Vrij Nederland zo: ‘Pim Fortuyn is de Herman Brood van politiek-bestuurlijk Nederland. Ooit zal hij nog een keer een toga aantrekken en zich van de Erasmusbrug storten. Al moet je er niet van opkijken dat hij dan nog een zachte landing maakt in een toevallig passerende rijnaak vol piepschuim.’

Die passerende rijnaak zou nog wel eens een eigen lijst-Fortuyn kunnen blijken. Want zoveel is zeker, zei Fortuyn zondagavond, hij doet mee aan de verkiezingen van 15 mei. Desnoods als politicus zonder partij.

Piet Piryns

Felicitaties voor Fortuyn kwamen er uit België – van Filip Dewinter.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content