Zonder stemrecht voor migranten tikt er een tijdbom onder onze grote steden. Wie dat niet inziet, faalt als politicus. Dat zegt Leo Peeters (SP), minister van Stedelijk Beleid.

Alleenstaanden zijn niet noodzakelijk arm. Arbeiders zijn geen kansarmen, zeker als ze een voltijdse baan hebben. Rijke mensen kunnen in slechte huizen wonen, juist zoals armere huishoudens goed gehuisvest kunnen zijn in sociale woningen. Sommige migranten zijn zeer succesvol in hun carrière of geven hun kinderen goede kansen tot opwaarste sociale mobiliteit. Maar wanneer een buurt én veel alleenstaanden én veel arbeiders én veel slechte woningen én migranten telt, is de kans heel groot dat het om een arme buurt gaat.?

Dat schrijft professor Christian Kesteloot van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie van de KU Leuven in de Atlas van de achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. Het team van Kesteloot maakte die atlas in opdracht van Vlaamse minister voor Stedelijk Beleid, Leo Peeters (SP).

Op 23 themakaarten en drie synthesekaarten brengen de Leuvense wetenschappers de kansarmoede in beeld. Ze putten daarvoor uit de gegevens van de jongste bevolkingstelling (1991). Ongeveer een kwart van die gegevens is bruikbaar voor deze atlas. Voor de synthesekaarten fixeerde Kesteloot zich op vier hoofdindicatoren : het percentage eenpersoonshuishoudens, arbeiders, woningen zonder comfort en het aantal Turken en Marokkanen in een bepaalde buurt. Bovenop zijn er nog drie belangrijke, maar iets minder doorslaggevende indicatoren : het gemiddeld belastbaar inkomen, het percentage werkzoekenden en, misschien minder voor de hand liggend, het telefoonbezit. Mensen zonder telefoon missen niet alleen een deel comfort, maar zijn ook eenzamer. Bij een mogelijke tegenslag zijn ze kwetsbaarder dan mensen met veel sociale contacten.

Leo Peeters vindt dat uit de atlas politieke besluiten moeten worden getrokken. Volgens hem geraken de steden niet uit hun problemen, als de immigranten geen gemeentelijk stemrecht krijgen. Wie meer dan de helft van de bevolking in sommige Brusselse wijken politiek onmondig houdt, neemt grote risico’s, vindt de Vlaamse minister van Stedelijk Beleid. De (kinderen van) immigranten moeten niet alleen een betere toegang krijgen tot het onderwijs of de arbeidsmarkt. Zij moeten ook aan de politiek kunnen participeren. Anders dreigt een explosieve situatie. Vooral in de steden, want daar is de achterstelling het grootst.

LEO PEETERS : Met de publicatie van de atlas kreeg de achterstelling een gezicht. Voor het eerst is gebundeld wat de wetenschap, versnipperd, al wist. Dit biedt een wetenschappelijke basis, waarop elke minister zijn beleid kan afstemmen.

Een stedelijk beleid is niet alleen de taak voor een minister voor de Steden.

PEETERS : Ik ben politiek verantwoordelijk. Maar het is ook een taak voor de andere ministers en voor de gemeenten en Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW’s). De Vlaamse regering is met dat inclusief beleid bezig. Eddy Baldewijns (SP) kiest met het ruimtelijk structuurplan en de mobiliteitsconvenanten voor de leefbaarheid van de steden. Eric Van Rompuy (CVP) voorziet in verhoogde steun voor KMO’s die verlaten bedrijfspanden in de steden opzoeken en geeft een impuls van één miljard frank voor de herwaardering van de kernen met regionale uitstraling. Wij werkten aan de leegstandsbelasting en de wooncode.

Is er een profiel van een kansarme buurt te maken ?

PEETERS : In een aantal wijken van Molenbeek en Schaarbeek zijn alle indicatoren voor kansarmoede aanwezig. Er zijn veel eenoudergezinnen, alleenstaanden, veel werkloze en laag geschoolde jongeren die vaak migrant zijn. Dat is een explosieve situatie. In sommige buurten wonen daar tot zestig procent Turken en Marokkanen. Dat levert niet alleen nationaliteitsproblemen op. Die mensen zijn dikwijls laag geschoold, wonen in slechte woningen, en verblijven in stadsdelen met weinig werk. Arbeiderskinderen die zelf laaggeschoold zijn, hebben de jongste decennia nog minder kans op de arbeidsmarkt. Veel migranten verkeren dus in die situatie. De situatie is erger in Brussel, maar in Antwerpen en Gent kan de toestand op termijn even explosief worden.

In Brussel heeft u minder bevoegdheden dan in Vlaanderen.

PEETERS : Vlaanderen is in Brussel alleen bevoegd voor de gemeenschapsmateries, zoals het Nederlandstalig onderwijs en het Vlaams sociaal-cultureel werk. Ik kijk vanuit mijn kabinet over de stad, maar kan niet investeren in huisvesting. Dat is een bevoegdheid voor het Brussels Gewest. De vraag is of Vlaanderen Brussel aan zijn lot mag overlaten, in die schrijnende toestand.

Uw antwoord is : neen.

PEETERS : Inderdaad. Kan Brussel zich ontwikkelen zonder solidariteit ? Kunnen enkele gemeenten altijd maar rijker worden en zich verder isoleren, terwijl andere verloederen en geen geld hebben om uit hun moeilijkheden te komen ? Uit een rapport van de universiteit van Amsterdam blijkt dat Brussel de meest gesegregeerde stad is van de tien bestudeerde West-Europese steden. De rijke gemeenten moeten beseffen dat de problemen in de buurtgemeenten ze ook snel en zwaar kunnen raken. Een verpauperde en verwaarloosde bevolkingsgroep zonder uitzichten, blijft het niet pikken dat enkele kilometers verder mensen wonen die alles hebben. Als Brussel leefbaar wil blijven, moet de solidariteit binnen en met het Brussels Gewest groeien.

Achtergestelde buurten situeren zich in de grotere steden.

PEETERS : Ongetwijfeld. Brussel heeft 178 achtergestelde buurten, Vlaanderen 128, vooral geconcentreerd in Antwerpen, Gent en Mechelen.

Limburg heeft een hoog werkloosheidscijfer, maar doet het in de atlas betrekkelijk goed, op de mijnstreek na.

PEETERS : Om van kansarmoede te spreken, moet er een combinatie van factoren zijn. Werkloosheid alleen is onvoldoende. Wat niet belet dat werkgelegenheid bijzondere aandacht verdient in de Antwerpse Kempen en Limburg.

Wat moet er in de steden gebeuren ?

PEETERS : Het volstaat niet om alleen de huisvesting te verbeteren, er moet ook wat gebeuren aan de eenzaamheid. In sommige Antwerpse buurten moeten we op vele terreinen bezig zijn. Inzake huisvesting kiezen we voor kleinschalige projecten in de kernen, en niet voor nog maar eens een woonblok of een initiatief aan de rand van de steden. Straks beschikken we ook over de wooncode. We hopen die tegen de zomer door het parlement te hebben. Woningen die niet aan de normen voldoen, mogen niet meer worden verhuurd. Leegstaande huizen die niet worden gerenoveerd, kunnen worden opgeëist. Tot nu waren alleen de lokale bouwmaatschappijen actief, straks worden ook de gemeenten en de OCMW’s volwaardige partners.

Eén van de indicatoren voor achterstelling is het Turk of Marokkaan zijn. Dat is wat vreemd. Werkloos, arm of alleenstaand kan je worden. Turk of Marokkaan ben je.

PEETERS : Het is nog altijd zo dat Marokkanen en Turken armer zijn, slechter wonen, het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Ze zijn natuurlijk niet allemaal arm of kansarm, maar de meerderheid doet het nog altijd niet goed.

De atlas bevestigt de clichés over steden én over migranten.

PEETERS : Als de problemen groter zijn waar er veel migranten wonen, dan zegt dat vooral hoe moeilijk deze mensen het hebben, en hoe weinig kansen zij krijgen. De politiek moet daaruit besluiten trekken. Wij kunnen niet langer aanvaarden dat deze mensen minder kunnen participeren aan onze maatschappij en aan het bestuur ervan. Zij mogen geen vergeten groep blijven. In sommige Brusselse buurten vormen de migranten wel de meerderheid, maar bij gebrek aan stemrecht tellen ze maatschappelijk niet mee. Wij riskeren daarmee het verval van de stad te bestendigen en andere inspanningen ongedaan te maken. Deze atlas is een kreet om migranten volwaardige rechten te geven. We moeten dat debat aangaan. In de loop van de geschiedenis waren er altijd vergeten groepen. Eerst was er meervoudig, dan enkelvoudig stemrecht. Pas later kregen de vrouwen stemrecht, vervolgens de jongeren en straks de onderdanen van de Europese Unie. Het is een logische volgende stap in onze democratische evolutie, dat iedereen die op ons grondgebied verblijft en hier belastingen betaalt en meewerkt, mee aan het beleid kan participeren. Migranten mogen zich vandaag niet uitspreken over het beleid en zijn niet vertegenwoordigd in de talloze advies- en beheersorganen waarin politici zetelen. Geef hen toch stemrecht om mee over hun wijk en buurt te beslissen, anders blijft de neiging bestaan om voor hun buurten niks te doen en de middelen naar betere wijken te draineren.

Dat maakt uw steden alleen explosief, vindt u.

PEETERS : Dat ondergraaft alles wat er nog is of wat we nog willen doen. Stadswijken zullen dan ofwel ontploffen, ofwel in mekaar stuiken. Vergeet niet dat veel jongeren er zonder werk zitten. Die toestand is werkelijk gevaarlijk, en ik wil niet de verantwoordelijkheid dragen dat ik er niet voor gewaarschuwd heb. Wie dit niet ziet groeien, faalt als beleidsverantwoordelijke. Zonder stemrecht zullen er wel enkele zaken gebeuren in deze wijken van Molenbeek. Maar alleen met stemrecht zal er echt werk van worden gemaakt. Plotseling zullen die mensen wél meetellen.

Is dit een pleidooi voor gemeentelijk stemrecht, of ziet u het breder ?

PEETERS : Laten we beginnen met gemeentelijk stemrecht. We zetten in 2000 toch een stap, met de Europese ingezetenen. De Nederlanders en de Fransen mogen stemmen, maar zij hebben het maatschappelijk al gemakkelijker. Gaan we dan weer een onderscheid maken en de zogezegd minderwaardigen geen stemrecht geven ? Waarom mag straks een Turk niet en een Griek wel stemmen ?

Collega’s die dit lanceerden, werden teruggefloten.

PEETERS :Wivina Demeester (CVP) wist waarover zij praatte, vertrouwd als zij is met de Antwerpse situatie. Ik vertrek van een diepgaand wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat migranten het moeilijk hebben. We kunnen huizen opknappen, maar we kunnen de huidskleur van mensen niet veranderen.

Er zijn ook veel gewone Belgen kansarm. Die hebben al decennia stemrecht, maar hebben het even moeilijk.

PEETERS : Stemrecht lost niet alles op. Mensen moeten inderdaad ook toegang krijgen tot onderwijs, moeten kunnen werken. Maar ik ga ervan uit dat voor onderwijs en werkgelegenheid de nodige conclusies zullen worden getrokken. Hetzelfde geldt niet voor het stemrecht voor migranten. Laten we de migranten eindelijk als volwaardige burgers behandelen en hen politiek mee laten beslissen.

Peter Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content