Magda Aelvoet verbijt in het Europees par- lement haar frustratie en blijft de Belgische politiek op de voet volgen. ?Agalev wil niet in een vacuüm verdwijnen.? Een gesprek.

Het Europees parlement toonde vorige week zijn tanden. Het bedacht de Europese Commissie van Jacques Santer met een fors onvoldoende. Reden van de parlementaire gram was het geknoei van de huidige en vooral de vorige commissie in verband met het uitbreken van de dolle-koeienziekte. De poging van José Happart (PS) om de ploeg van Santer onmiddellijk naar huis te sturen mislukte. Daar deden socialisten en christen-democraten niet aan mee, maar wel stemden ze in met een voorwaardelijke motie van wantrouwen. Die originele sanctie kwam uit het creatieve brein van de groene fractie. Tot november krijgt Santer de tijd om orde op zaken te stellen en de noodzakelijke hervormingen door te voeren.

Sinds begin februari is Magda Aelvoet (Agalev) co-voorzitter van de groenen in het parlement. Daar ook ontpopt ze zich als een heel bezige bij. Maar echt gelukkig voelt ze zich er niet : te veel geld, te weinig macht en bij momenten heimwee naar de Belgische politieke strijd. Een gesprek.

Het Europees parlement heeft zopas haar eerste onderzoeksrapport uit haar bestaan afgeleverd. Het gaat over de dolle koeien. Is het een verbijsterend verslag ?

MAGDA AELVOET : Alleszins. De Europese Commissie is op een schandalige manier te kort geschoten. Ze heeft fout op fout gestapeld, omdat ze alleen oog had voor de belangen van de Europese vleesindustrie. De commissie heeft de problemen onderschat, was nalatig en kan zelfs van schuldig verzuim beticht worden. Ongehoord was dat ze tussen 1990 en 1994 bij een 37-tal veterinaire controles in Groot-Brittannië het BSE-onderzoek schrapte. Iedereen wist nochtans al sinds 1987 dat er reden tot onrust was.

De parlementaire onderzoekscommissie leverde in ieder geval degelijk werk. Ze toonde onder meer aan dat de diensten van de commissie het BSE-gevaar systematisch minimaliseerden. Toch kondigde voorzitter Jacques Santer niet aan hoe de verantwoordelijken zullen aangepakt worden. De commissie blunderde, maar ook de raad van ministers. Die liet zich permanent door het Verenigd Koninkrijk chanteren. Ook tegenover het parlement stelden de Britten zich arrogant op. Minister van Landbouw Douglas Hodd weigerde voor de onderzoekscommissie te verschijnen omdat, zo argumenteerde premier John Major, de soevereiniteit van Groot-Brittannië op het spel stond.

Dit rapport ontluisterde vele reputaties.

AELVOET : De ontluistering is totaal. Voor mij bewijst het rapport dat de Europese Unie in eerste instantie als een markt zonder grenzen functioneert. De BSE-crisis maakte duidelijk dat de markt het enige is dat echt telt. Alle andere dimensies, zoals het sociale en het ecologische, moeten er voor wijken.

Vanuit die kritiek verbaast het dat de groenen de eenvoudige motie van wantrouwen niet stemden, zoals Happart die verdedigde.

AELVOET : Wij hebben die motie wel gestemd. Overigens hebben we al bij de start van Santer de commissie ons vertrouwen ontzegd. Dat was een juiste beslissing. Kijk maar hoe zwak de commissie optrad in verband met de atoomproeven in Mururoa. Het klopt echter wel dat we de eenvoudige motie niet gepromoot hebben, omdat we minder in vuurwerk, dan wel in concrete toezeggingen geïnteresseerd zijn. We wisten trouwens bij voorbaat dat de grote fracties de commissie niet naar huis zouden sturen. Daarom kwamen we uit op de voorwaardelijke motie van wantrouwen, waardoor de commissie onder druk blijft om de eisen van het parlement in te vullen. Voor dat voorstel was er wel een meerderheid en dat is de enige manier om macht te verwerven en dingen af te dwingen.

Gelooft u dat de grote fracties in november de commissie eventueel het vertrouwen zullen ontzeggen ?

AELVOET : Deze keer zitten ze gewrongen. Tegenover een verontwaardigde publieke opinie moeten zij laten zien dat ze iets willen doen. Deze voorwaardelijke motie van wantrouwen bewijst dat er iets bijzonders aan de hand is en biedt voor de grote fracties het voordeel dat er niet onmiddellijk boter bij de vis moet komen. Voor ons is het interessant dat we de commissie onder vuur houden. Deze keer zal zij meer moeten doen dan mooie intentieverklaringen afleggen. Zo heeft commissaris Emma Bonino, toch geen naïef toetje, haar achterban aangeraden om voor de eenvoudige motie van wantrouwen te stemmen. De voorwaardelijke vond ze blijkbaar te gevaarlijk, omdat het een inbraak in het werk van de commissie betekende.

Snapt Bonino beter wat er aan de hand is dan EVP-fractieleider Wilfried Martens ?

AELVOET : Zij beseft zeer goed dat de commissie op deze manier veel nauwlettender op de vingers zal gekeken worden. Het is namelijk niet niets wat Santer aankondigde. Uiteindelijk moet dit tot een nieuwe landbouwpolitiek leiden, want ook volksgezondheid en de consumenten worden dan systematisch bij de controle betrokken. De voorstellen van Santer zijn positief, maar ik vrees dat het opnieuw bij woorden blijft. Santer is een meester in het beloven, maar zodra er weerstanden komen, wijkt hij.

Kortom, de spreekwoordelijke kwal.

AELVOET : Ja, daarom werd hij destijds ook gekozen. Het parlement staat nu voor de uitdaging om het niet langer bij woorden te laten, maar desgevallend in november op te treden.

In het verleden is het parlement op alle beslissende momenten teruggekrabbeld. Waarom zou het nu plots dapper worden ? Ook deze keer hebben de regeringen het parlement allicht tot de orde geroepen.

AELVOET : Bij de groenen alleszins niet en in de besprekingen heb ik daar weinig over opgevangen. Ook de regeringen zitten natuurlijk met een kater over het BSE-geknoei. Nog een reden voor de goede kaarten, waarover we nu beschikken. Anderzijds blijf ik er me van bewust dat dit parlement alleen in het licht van de schijnwerpers de spierballen laat rollen. Dan kan het wel stoer doen. Zo gauw het licht gedoofd is, slaapt het weer in. Wat BSE betreft, maak ik er een erezaak van om elke maand een overzicht te maken wat er van die beloften al is uitgevoerd. Zo kunnen we een conflict opbouwen tussen de publieke opinie en de verantwoordelijken.

Bestaat dat conflict nu al niet en is het dus niet wachten op de fatale kortsluiting ?

AELVOET : Het verontrustende is dat het Europees politiek project op de meest essentiële punten afschuwelijk tekort schiet. Zo dreigt een totale afwijzing door de bevolking. Er komt maar geen antwoord op de fundamentele vraag welke problemen de Europese democratische soevereiniteit kan oplossen ? Je hebt nochtans een Europa nodig. Uit elke objectieve analyse blijkt dat de nationale staten het alleen niet meer aan kunnen. Jammer genoeg komt Europa niet uit de steigers en maakt het niet eens een begin van de sociale en ecologische controle op de globalisering van de economie. In de plaats dat Europa het voor de burger opneemt, werpt het zich als een breekijzer voor de industrie op. Terwijl het een beschermde ruimte voor de mensen kan zijn, concentreert het zich vooral op de economische belangen.

Viseert u nu Karel Van Miert en zijn concurrentiebeleid ?

AELVOET : Onder meer, maar ook commissaris Martin Bangemann. Dat zijn inderdaad twee sleutelfiguren van de neoliberale koers. Ik vraag mij echt af wat er nog van de socialist Van Miert overblijft ? Ik zie daar niets meer van, ik hoor hem alleen blauwe praat verkopen. Van het rode is niets meer te merken. Hij kan alleen nog over zuivere concurrentievoorwaarden spreken, alsof dat de bestaansreden van Europa is. Ik verwacht dat Europa sociale en ecologische clausules in de wereldhandel inlast, maar dat gebeurt niet. Als Japan en de Verenigde Staten nee knikken, gaan we al door de knieën.

Is Europa op weg naar een grootschalige crisis ?

AELVOET : Naar een crisis zijn we alleszins op weg. We slagen er niet in om een oplossing te vinden voor het meest acute probleem, de werkloosheid. Integendeel, we maken het alleen maar erger. De manier waarop we de convergentiecriteria en de EMU realiseren, breekt de werkgelegenheid af. Volgens sommige studies gaat het zelfs over anderhalf miljoen jobs. Als we niet kunnen aantonen dat dankzij Europa, de werkloosheid op een zichtbare manier verbetert, voor wie zijn we dan eigenlijk bezig ? Europa ondergaat de sociale afbraak, en ook de ecologische. Voor mij ligt de bestaansreden van Europa er precies in dat het tegen de bestaande trends in dingen realiseert.

Staat het Europees parlement machteloos ?

AELVOET : Op zeer vele vlakken, ook inzake milieubeleid, hebben we geen medebeslissingsrecht. Daardoor staan we effectief buitenspel. Het valt mij wel op dat je in het Europees parlement zoveel gemakkelijker een meerderheid kunt vinden voor een sterk advies dan voor een dossier waar het parlement medebeslissingsrecht heeft. Tot dusver heb ik dat slechts één keer weten gebeuren, namelijk toen het parlement nee zei tegen het patenteren van levende organismen. Dat heeft voor grote onthutsing gezorgd en Frankrijk heeft alles ondernomen om de beslissing van het parlement naast zich neer te leggen.

Eén keer op meer dan twee jaar : uw frustratie moet levensgroot zijn.

AELVOET : De frustratie is groot. Ik ben echter gestaald. Tijdens negen jaar Belgisch parlement maakte ik het nooit mee dat onder parlementaire druk iets wezenlijks veranderde. De ervaringen zijn elkaar dus waard.

Het moet toch een beproeving zijn dat u uitgerekend nu, tijdens een van de meest dramatische periodes uit de naoorlogse binnenlandse politiek, in een onmachtig Europees parlement zetelt.

AELVOET : Natuurlijk zijn er momenten dat ik heimwee naar het Belgisch parlement heb. Aan de discussies rond de fameuse NPC had ik graag deelgenomen, en ook aan het debat over de verhouding tussen politiek, justitie en administratie. Daar staat wel tegenover dat we in het Europees parlement met de dossiers van de volgende eeuw bezig zijn.

Zonder dat u er vat op hebt.

AELVOET : Het Europees parlement heeft slechts zin in de mate dat het reële macht heeft. Voor mij is het echter een uitgemaakte zaak dat dit parlement over alle Europese bevoegdheden medebelissingsrecht krijgt, anders maakt het zichzelf gewoon belachelijk.

Wat als de onderhandelaars van het nieuwe verdrag u wandelen sturen ?

AELVOET : Ik ben er mij van bewust dat dit mijn eerste en tegelijk mijn laatste Europees mandaat kan zijn. Dit parlement heeft veel te weinig te zeggen en misschien is dat de reden waarom de parlementsleden zoveel geld krijgen. De reisvergoedingen en het vrijwillig pensioenfonds : een echt schandaal. Twintig frank per kilometer, dat kan toch niet. Ze smijten met geld om ons kalm te houden. Als ik hier al een slogan heb, is het : meer macht en minder geld.

U bent nu co-voorzitter van de groene fractie. Wordt u daar dan niet financieel beter van ?

AELVOET : Nee, je krijgt niet eens een secretaresse.

U zult zich nu nog minder met de Belgische politiek kunnen inlaten.

AELVOET : Ik zit in het Europees parlement als een Belgische verkozene en ik ga zeer geregeld naar de vergaderingen van mijn partij. Ik blijf de discussies volgen en voel me niet vervreemd van de Belgische politiek.

Verplicht de Belgische politieke crisis de partijen niet om na te denken over het ondenkbare ?

AELVOET : Namelijk ?

Hun bestaansreden.

AELVOET : Heel Europa wordt met de vraag geconfronteerd hoe politieke partijen in de toekomst moeten functioneren. De tijd dat we een globale analyse over de wereld hadden, is voorbij. Zowel in Frankrijk als in Duitsland beseft men dat er sleet op de politieke partijen zit. Er is evenwel geen duidelijkheid over wat er in de plaats moet komen. Ongetwijfeld wordt de malaise in België scherper aangevoeld, omdat hier op grote schaal corruptie heerst en de drie traditionele partijen boter op hun hoofd hebben. Daardoor is hun legitimiteit sterk ondergraven. Toch blijft het onduidelijk waar het nu naartoe moet.

Guy Verhofstadt heeft daar ideeën over en praat met Johan Van Hecke (CVP) en Eddy Boutmans (Agalev). Dat is u bekend ?

AELVOET : Dat is me zeker bekend. Boutmans informeert ons daarover op de partijvergaderingen. Die gesprekken gaan over wetgevende initiatieven die met de klassieke Belgische ziekte komaf moeten maken. Het gaat dus om opruimen, veel meer is het niet.

Officieel althans.

AELVOET : Ook officieus, dacht ik. Hooguit probeert men ook nieuwe vormen van samenwerking af te tasten. Moet je misschien aan een Vlaamse variante van D’66 of aan een volledig nieuwe partij denken ? Dat blijft totaal onduidelijk.

Blijkbaar is er voor dit initiatief meer interesse dan voor het Sienjaal van Norbert De Batselier en Maurits Coppieters.

AELVOET : Ik weet dat niet. Vorig jaar spraken we veel meer over het Sienjaal, toen was dát actueel. De dramatische gebeurtenissen van de laatste maanden hebben weer een heel andere discussie ingeluid. Deze keer zonder de socialisten. Voor mij is het onduidelijk of dit nu zoveel aantrekkelijker is. Alleszins is er een veel grotere bereidheid nodig om te reageren op de signalen van de burgers. Het probleem is wel dat die signalen niet eenduidig zijn. Neem de Witte Comités. Gaan ze de politiek interpelleren of zelf aan politiek doen ? Het is mijn overtuiging dat de partijen flexibele modellen van samenwerking moeten vinden. Overigens worden de aftastende gesprekken door mensen gevoerd die in hun partij niet langer incontournable zijn. Ik ben wel eens benieuwd wat er met de gesprekken van Verhofstadt gebeurt als hij opnieuw kandidaat-VLD-voorzitter is. Geen enkele partij, ook Agalev niet, is bereid om zomaar haar bestaan op de helling te zetten. Daarvoor is er meer nodig dan een flou artistique.

Na vijftien jaar schommelt Agalev nog altijd rond de tien procent. U wil toch méér dan de eeuwige oppositie.

AELVOET : Als ik zeg dat ik niet bereid ben om het bestaan van Agalev op de helling te zetten, is het omdat het ecologisch probleem onderbelicht blijft. Op termijn zou ik me achter nieuwe constructies kunnen zetten, indien er duidelijke engagementen rond het ecologieproject zijn. Zolang die er niet zijn, ben ik niet bereid om in een vacuüm te verdwijnen.

U vraagt serieuze teksten.

AELVOET : Dat alleszins, maar niet alleen dat. Politiek is ook reageren vanuit de buik. Je ziet maar al te dikwijls dat hoofdkwartieren nieuwe teksten maken waar de militanten niet achter staan. De hele operatie van de VLD heeft dat aangetoond. Het feit dat de VLD opnieuw voor Herman De Croo koos, zegt iets over de handelingsbekwaamheid van een groep. Als een vernieuwing niet door de militanten wordt gedragen, volgt nadien de terugslag. Ik ben bereid om me open en creatief op te stellen, tenminste als het om iets reëels gaat. Het moet om meer dan teksten handelen.

Zijn de breuklijnen veranderd, zodat een hergroepering van partijen nu meer kans heeft ?

AELVOET : De oude breuklijnen zijn er nog altijd, terwijl de nieuwe een stuk aan belang wonnen. Je kan nu met even veel reden stellen dat er nieuwe formaties zullen komen als dat de vernieuwing binnen de bestaande partijen zal gebeuren. In het laatste geval blijft de fundamentele hertekening van het politieke landschap uit.

Dat acht u waarschijnlijk.

AELVOET : Ik vrees van wel.

Met het risico dat Agalev tot het einde der tijden een partij van tien procent blijft ?

AELVOET : Bah, het risico. Het hoogste wat we ooit haalden is 12,2 procent dat gebeurde bij de Europese verkiezingen van 1989. Toch is het niet zozeer het percentage dat telt, dan wel het geheel waarin dat percentage past. In Duitsland zitten de groenen op veel plaatsen tussen de acht en twaalf procent, toch zijn ze in verschillende deelstaten de coalitiepartner van de SPD. Hoewel ik natuurlijk liever vijftien procent behaal, kan je ook met tien procent het verschil maken en tot een coalitie toetreden. Zoals de zaken nu aan Vlaamse kant liggen, zou het wel eens kunnen dat je er alleen nog met een tripartite uitraakt. Dat is dan een interessante uitgangspositie. Het is natuurlijk zo dat de ervaring van het Sint-Michielsakkoord ons extra waakzaam maakt. We zijn toen smerig behandeld. Dat was regelrecht verraad.

U kreeg wel een troostprijs. U werd minister van staat.

AELVOET :(verstoord) In alle duidelijkheid : ik heb niets gevraagd. In feite interesseert het me ook niet. Eind 1995 bracht Jean-Luc Dehaene fundamentele veranderingen aan het politiek akkoord aan, die me nu nog woest maken. Had ik het vroeger geweten, ik had nooit aanvaard om minister van staat te worden. Dan had ik hem gezegd : hou het. Trouwens, ik hoef dit niet, ik gebruik die titel nooit, tenzij voor het goede doel.

Paul Goossens

Magda Aelvoet : werken aan de dossiers van volgende eeuw.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content