‘Wij zijn de enige soort die weet wie ze is en hoe ze ontstaan is.’ De Amerikaanse filosoof Daniel Dennett over Darwins revolutionaire idee, de oorsprong van de ziel en de uitwijzing van God uit de natuurwetenschap.
In tal van boeken poneerde Daniel Dennett, filosoof aan de Tufts University in het Amerikaanse Medford (Massachusetts), een mensbeeld waarin de ziel en de cultuur worden voorgesteld als een toevallig product van de natuurlijke selectie, dat is ontstaan uit de chemicaliën van de oersoep. Dennett geldt dan ook als een der meest radicale aanhangers van de evolutieleer, en dat maakt hem in de VS niet altijd even populair. In zijn nieuwe boek Breaking the Spell (de betovering verbreken), dat in februari bij Viking in New York verschijnt, belicht hij vanuit een evolutionair perspectief waarom precies radicale religies zo succesvol zijn.
Meer dan honderd miljoen Amerikanen gaan ervan uit dat God Adam uit aarde schiep, en Eva uit diens rib. Kent u een van die mensen?
DANIEL DENNETT: Ik heb met tientallen van hen gesproken. Maar de meesten hebben niet veel zin om iets over hun religieuze opvattingen te zeggen. Heel anders zit het met de aanhangers van het intelligent design. Die praten zonder beperkingen, maar ze verspreiden wel vooral foutieve informatie – die hebben ze niet bij hun pastoor opgepikt, maar in boeken van bekende uitgeverijen. Of ze hebben op het internet de gewiekste propaganda van het Discovery Institute in Seattle gelezen, dat uit religieus rechtse hoek gefinancierd wordt.
Waarom maken die mensen zich zo druk over de evolutie? Tegen de oerknal of kwantummechanica schijnen ze niets te hebben.
DENNETT: Bij de evolutie gaat het zonder meer om de meest verontrustende ontdekking van de wetenschap. Ze tast een voorstelling aan die misschien wel ouder is dan de menselijke soort.
Welke dan?
DENNETT: Het geloof dat er een grote, slimme denker moet zijn om iets van mindere rang te maken. Dat een pot nooit zonder pottenmaker tot stand komt, een hoefijzer nooit zonder smid.
En u denkt dat die idee al bij de apen voorhanden was?
DENNETT: Laten we zeggen bij de homo habilis, die meer dan twee miljoen jaar geleden stenen werktuigen begon te maken. Waarschijnlijk vond hij zichzelf al fantastischer dan de artefacten die hij creëerde. Het gaat om een diep verankerd, intuïtief gevoel. En precies dat gevoel bespelen de aanhangers van het intelligent design met hun propaganda als ze vragen: was er ooit een beeld zonder schilder, ooit een huis zonder architect?
Een oeroud theologisch argument…
DENNETT:… dat Darwin tegenspreekt. Neen verdorie, zegt zijn theorie, in de natuur krijg je net design door onbezielde, noodgedwongen aflopende mechanismen. Sterker nog: zelfs ontwerpers kunnen op die manier ontstaan. Dichters, kunstenaars en ingenieurs zijn ook maar vruchten van de levensboom. Dat schokt de voorstelling van de mensen dat het leven een diepere betekenis zou hebben.
Ontstaat de geest van de mens, zijn zogenaamde ziel, dan ook op een onbezielde manier?
DENNETT: Maar natuurlijk. Als meercellige, beweeglijke wezens hebben we een geest nodig omdat we erop moeten letten waar we heen gaan. We hebben een zenuwstelsel nodig, dat snel informatie uit de omgeving verwerkt en dat ons gedrag stuurt. De fundamentele opdracht van alle dieren is om uit te zoeken wat ze nodig hebben en te vermijden wat hen schaadt – en dat moeten ze sneller onder de knie hebben dan hun concurrenten. Darwin heeft de wet ontdekt, die deze ontwikkeling sinds vele honderden miljoenen jaren voortstuwt en daarbij almaar geschiktere geesten opgeleverd heeft.
Toch schijnt er iets ongewoons gebeurd te zijn toen de mens het toneel betrad.
DENNETT; Ja, hij ontdekte de taal. Dat leidde tot een explosieve toename van de geestkracht. Want nu leer je niet meer louter uit je eigen ervaring, maar van mensen die je nooit ontmoet hebt en die al lang dood zijn. Dankzij het spraakvermogen werd de menselijke cultuur zelf een diepgaande kracht van de evolutie. Alleen daarom overstijgt ons blikveld veruit dat van elke andere biologische soort. We zijn de enige soort die weet wie ze is en hoe ze ontstaan is. Onze boeken, kunstwerken en onze religies zijn allemaal het product van evolutionaire algoritmes. Veel mensen vinden dat opwindend, anderen deprimerend.
Nergens toont de evolutie zich zo helder als in de DNA-molecule. Niettemin vinden de aanhangers van het ‘intelligent design’ de DNA-code kennelijk minder gevaarlijk dan de leer van Darwin. Waarom?
DENNETT: Ik weet het niet. U heeft gelijk: de bio-informatica levert ons elke dag bewijzen voor de evolutietheorie. Kennelijk willen de tegenstanders gewoon niet inzien dat er uit molecules, enzymen en proteïnes gedachten ontstaan. Want daaruit volgt onvermijdelijk: wij mensen mogen dan een ziel hebben, maar ze bestaat wel uit veel kleine robotten.
Denkt u niet dat biologen zich beter tot het leven kunnen beperken en de ziel aan de religie overlaten?
DENNETT: Dat is precies wat paus Johannes Paulus II vroeg toen hij in 1996 verkondigde dat de evolutie een feit is, en er dan snel aan toevoegde: met uitzondering van de ziel. Dat mag de mensen dan tevredenstellen, het is gewoon verkeerd. Niemand zou het in zijn hoofd halen om te beweren dat de weefsels in ons lichaam biologische stoffen zijn maar de alvleesklier een immaterieel wonderweefsel is. De hersenen zijn niet wonderbaarlijker dan de longen of de lever – ze zijn een weefsel.
Darwins ideeën werden al vaak door eugenetici en racisten misbruikt. Wordt hij ook daardoor zo heftig aangevallen?
DENNETT: Ja. Je kunt het probleem ook iets milder formuleren: het principe van de evolutie is zo simpel dat men het op een minuut tijd aan iemand kan uitleggen. Precies daarom kun je Darwins idee gemakkelijk scheeftrekken en politiek misbruiken. Geduldig leg ik mijn studenten de theorie van de evolutie uit, en moet dan achteraf de brokken lijmen omdat ze te enthousiast reageren en veel verkeerd begrijpen. Darwins idee is als een snoepje voor de geest: wie er te veel van eet, vergaat het slecht. Dat speelt in de kaart van racisten en seksisten. Onverdroten intellectuele hygiëne is dan ook een noodzaak.
Slippertjes, verkrachtingen of kindermoorden worden door evolutiepsychologen in het licht van de evolutie geanalyseerd en in bestsellers neergeschreven. Hoe onderscheiden we het ernstige onderzoek van de vulgaire wetenschap?
DENNETT: Door pijnlijk nauwkeurig de feiten te verzamelen en onze hypothese dan streng te controleren. Net zoals Darwin deed.
Sommigen verwijten u dat u zich met uw evolutiebiologische stellingen te sterk met sociologie en religie bemoeit en op die manier de ‘intelligent design’-beweging in de kaart speelt.
DENNETT: Daar is misschien iets van aan. Ik heb bijvoorbeeld net een boek klaar waarin ik religies evolutiebiologisch bekijk. Ik denk dat dit onderzoek kan en moet worden gevoerd. Anderen zeggen: zeker niet, laat de biologen niet aan de sociale wetenschappen raken! Ik vind dat verschrikkelijk. De gedachte dat je de humane wetenschappen moet behoeden voor evolutionair denken leidt volgens mij tot een catastrofe.
Waarom?
DENNETT: Omdat de evolutieleer de wereld van de betekenis, de zin, de doeleinden en de vrijheid verenigt met de wereld van de natuurwetenschappen. Er wordt altijd gesproken over de kloof tussen mens- en natuurwetenschap. En wie overbrugt die kloof? Darwin, door ons te tonen hoe zin, ontwerp en betekenis ontstaan uit zinledigheid, uit stupide materie.
Gaat Darwins wet altijd op wanneer er iets nieuws ontstaat? Ook bij het ontstaan van het universum bijvoorbeeld?
DENNETT: Darwinistische ideeën zijn bij veel natuurkundigen in trek. Ze vermoeden dat het huidige universum zich in een soort evolutionaire selectie doorgezet heeft uit een veelvoud van zeer diverse universums. De filosoof Friedrich Nietzsche had, vermoedelijk geïnspireerd door Darwin, de idee van de eeuwige terugkeer: alle varianten worden doorgespeeld; elke versie wordt uitgeprobeerd, niet eenmaal maar biljoenen malen.
Nietzsche concludeerde dat God dood is. Ook als een consequentie van Darwins leer?
DENNETT: Zonder meer. Dat er in de wereld design is, was altijd het sterkste argument voor het bestaan van God – en Darwin heeft het onderuitgehaald.
Evolutie is dus onverenigbaar met een god?
DENNETT: Sinds eeuwen is Gods rol aan het krimpen. In het begin werd hij nog gebruikt voor Adam en Eva, daarna heette het dat hij de evolutie aan het rollen had gebracht. De inzichten van de kosmologie tonen evenwel dat leven zich overal ontwikkelt waar het kan. God kan geen nieuwe soorten scheppen, hij volbrengt geen wonderen, hij schrijft geen jobprofielen uit.
Hoe komt het dan dat zoveel fysici gelovig zijn?
DENNETT: Omdat ze het niet willen zien. We delen de wereld graag in, om tegenspraken te vermijden.
Dat indelen heeft toch iets positiefs: de natuurwetenschap gaat over het leven, de religie houdt zich bezig met de zin van het leven.
DENNETT: Een grens! Hoe schoon! Het probleem is dat die grens zich verlegt. En hoe meer ze dat doet, hoe minder werk God heeft. Ook ik raak vervuld van eerbied voor het universum. Ook ik ben gelukkig dat ik hier ben. Het probleem is dat er daarbuiten niemand is die ik zou kunnen danken.
Kunt u dan accepteren dat de religie ons op morele waarden wijst?
DENNETT: Het zou helemaal niet dwaas zijn als de religie die taak op zich zou nemen, maar dat doet ze helemaal niet. Religies lenen er zich bij uitstek toe om mensen tot slaafse trouw aan te sporen. Religieuze moraal kan teamwork tot een uiterst doeltreffende kracht maken. Maar dat is een tweesnijdend zwaard. Want die vorm van teamwork veronderstelt dat je je eigen oordeelsvermogen goeddeels overlaat aan de autoriteit van een groep. We weten hoe gevaarlijk dat kan zijn.
Niettemin helpt religie ons om morele maatstaven te bepalen.
DENNETT: Zijn mensen alleen moreel goed om er in de hemel voor beloond te worden? Ik vind dat die voorstelling van verachting voor de mens getuigt. Gedragen we ons alleen goed om in het paradijs 76 maagden te krijgen? Daar lachen we toch mee.
God schrijft geen jobprofielen uit, zei u. Hoe komt het dan dat zo goed als alle culturen religies hebben?
DENNETT: Dat is deels te verklaren vanuit de geschiedenis: religies zijn buitengewoon goed aangepaste cultuurfenomenen die zich ontwikkelen om te overleven.
Zoals een biologische soort?
DENNETT: Precies. Het design van een religie ontstaat op dezelfde onbezielde manier als het design van planten en dieren.
Hebben succesvolle religies dan gelijkaardige trekken?
DENNETT: In elk geval. Ze dragen bijvoorbeeld allemaal kenmerken die hen in staat stellen om hun identiteit door te geven – vele van hen lijken bovendien verbluffend op kenmerken uit de biologie.
Bijvoorbeeld?
DENNETT: Veel religies ontstonden toen er nog geen schrift was. Groepsgezangen en gemeenschappelijk bidden zijn dan efficiënte mechanismen om gedachten te verveelvoudigen. Alle religies schijnen bovendien te willen garanderen dat enkele delen van de overlevering onbegrijpelijk zijn.
Waartoe dan?
DENNETT: Omdat het de mensen dwingt om de dingen die ze niet begrijpen woordelijk uit het hoofd te leren. Het verhaal van de eucharistie is een prachtig voorbeeld: de voorstelling dat het brood het lichaam van Christus zou symboliseren en de wijn zijn bloed was niet opwindend genoeg. De zaak moet helemaal onbegrijpelijk gemaakt worden: het brood is het lichaam, de wijn is het bloed. Pas dan zal het verhaal je aandacht wekken en je meer aantrekken dan vervelende vertellingen. Het is alsof je een pijnlijke kies zou hebben en je er voortdurend met je tong aan zou zitten. De islam wil dan weer dat elke goede moslim vijf keer per dag bidt.
Ook dat is de evolutionair ontstane overlevingsstrategie van een religie?
DENNETT: Best mogelijk. De Israëlische bioloog Amotz Zahavi neemt zonder meer aan dat bijzonder extravagante gedragingen, die maar moeilijk te imiteren zijn, beter doorgegeven worden dan andere. Zo verklaart hij waarom de pauw met zijn veren pronkt. Dat principe van extravagante signalen is in de biologie wijdverspreid, en we zien het ook in religie. Het is belangrijk om offers te brengen. Als de imams zouden beslissen om de dagelijkse gebeden af te schaffen, zouden ze een van de werkzaamste evolutionaire aanpassingen van de islam beschadigen.
Kun je op basis van die redenering ook voorspellen welke religies zich uiteindelijk zullen doorzetten?
DENNETT: Mijn collega’s Rodney Stark en Roger Finke hebben onderzocht waarom sommige religies sterker uitbreiden dan andere. Volgens hen is de vraag naar religie vooral groot wanneer het belijden ervan omslachtig is en veel van je eist. Dat zou verklaren waarom de gematigde protestanten in de Verenigde Staten leden verliezen terwijl extreme groepen gedijen.
Kunt u ook verklaren waarom het geloof in het intelligent design nergens zo verbreid is als in uw vaderland?
DENNETT: Helaas niet. Ik kan u slechts dit zeggen: we hebben te maken met een alliantie van evangelische fundamentalisten en rechtse politici. Ze willen in de VS een godsheerschappij oprichten. Het is beangstigend dat velen onder hen ervan overtuigd zijn dat het Laatste Oordeel voor de deur staat.
© DER SPIEGEL/VERTALING EN BEWERKING: JAN BRAET
copyright Der Spiegel/vertaling en bewerking: Jan Braet