De mogelijke verwijzing van gewezen partijwerknemers Etienne Mangé, Carla Galle, Guido Triest en Guido van Biesen naar de correctionele rechtbank zorgt voor onrust bij de SP.

Midden vorig jaar, tijdens de laatste dagen van de regeringsvorming, had formateur Guy Verhofstadt in het parlement een discrete ontmoeting met de Brusselse procureur des Konings Benoît Dejemeppe. Verhofstadt wilde zekerheid over het lot van SP-kamerlid Frank Vandenbroucke in de verdere afwikkeling van het onderzoek naar het zwart geld in de SP-kas, een onderzoek dat voortvloeide uit het Agusta/Dassault-schandaal.

In de loop van haar onderzoek, en vooral na de aanhoudingen begin 1995 van voormalig SP-penningmeester Etienne Mangé en gewezen adjunct-nationaal secretaris Luc Wallyn, stootte de Luikse justitie op nogal wat onduidelijkheden in de SP-boekhouding. De indruk dat de SP op grote schaal met haar boekhouding had geknoeid werd bevestigd door de verklaringen van Etienne Mangé én door die van toenmalig nationaal secretaris Linda Blomme. Vooral de verklaringen van Blomme waren zeer bezwarend voor Carla Galle, nationaal secretaris van de SP op het moment van de uitbetaling van het Agusta- en Dassault-smeergeld, en voor Guido Triest en Guido van Biesen, boekhouders van de partij.

Het gerecht kwam bovendien te weten dat de partij een kluis had bij de Codep-bank. Blomme had de sleutels van die kluis gekregen toen zij in 1991 Galle was opgevolgd als nationaal secretaris. Volgens Blommes verklaringen lagen er enkele miljoenen in – hoeveel precies blijft tot vandaag een raadsel.

Die miljoenen – mogelijk een deel van het Agusta/Dassault-smeergeld – werden nooit opgenomen in het boekhoudkundige verslag dat de partij jaarlijks bij het parlement moet indienen (en dat door de partijvoorzitter wordt getekend). Zoiets heet schriftvervalsing.

Frank Vandenbroucke, die toegaf dat zijn partij geen correcte boekhouding had ingediend, nam ontslag als minister van Buitenlandse Zaken toen bekend raakte dat hij als toenmalig partijvoorzitter de opdracht had gegeven om het zwart geld uit de Codep-kluis te verbranden.

Vandenbroucke hoefde uiteindelijk niet voor het Hof van Cassatie te verschijnen (in tegenstelling tot Willy Claes, Guy Spitaels, Guy Coëme en andere SP’ers en PS’ers) omdat procureur-generaal Eliane Lieckendael de kwestie van de zwarte SP-boekhouding niet in haar aanklacht had opgenomen. Die affaire zou later door een Brusselse correctionele rechtbank worden behandeld. Maar in Luik oordeelden ze dat in dit dossier tegen Frank Vandenbroucke ‘ des indices sérieux de culpabilité‘ bestonden. Begin december 1998 herhaalde de Luikse procureur des Konings dat in een document bestemd voor het Brusselse parket.

VANDENBROUCKE IN DE REGERING

Midden vorig jaar, op het moment van de regeringsformatie, was deze kwestie lang niet opgehelderd. Vervelend voor formateur Guy Verhofstadt, die werkte aan een paarse coalitie met socialisten en groenen.

Bij de SP dachten ze er niet aan in een regering te stappen zonder Frank Vandenbroucke, de enige die voldoende gewapend was om het familiejuweel van de partij, de sociale zekerheid, af te schermen. De aanwezigheid van Vandenbroucke in de regering was dus cruciaal voor formateur Verhofstadt. Vandaar zijn voor een regeringslid – laat staan voor een formateur – ongewone en zelfs roekeloze démarche om een procureur des Konings bij zich te roepen om meer te vernemen over de inhoud en het verloop van een gerechtelijk onderzoek tegen een politicus. Gelet op de scheiding der machten is de enig mogelijke gesprekspartner van de regering de procureur-generaal (in dit geval André Van Oudenhove) en dat contact verloopt altijd via de minister van Justitie.

In elk geval wilde Verhofstadt, alvorens z’n regering te vormen, de zekerheid dat Vandenbroucke buiten schot zou blijven in het onderzoek naar de SP-boekhouding.

Dat Verhofstadt uitgerekend procureur Benoît Dejemeppe bij zich riep was bijzonder onkies. Tegen de als PSC’er aangeschreven procureur loopt immers nog steeds een tuchtprocedure wegens diens optreden in het onderzoek naar het verdwenen en later vermoord teruggevonden meisje Loubna Benaïssa. Intussen lijkt dat tuchtdossier, dat eerst door Verhofstadts partijgenoot minister Rik Daems en naderhand door SP’er Luc Van den Bossche moest worden behandeld, op de lange baan geschoven.

Zes maanden nadat Verhofstadt van procureur Dejemeppe de zekerheid had gekregen dat Vandenbroucke niet zou worden verontrust door het Brusselse gerecht, werd een vordering opgesteld tegen Etienne Mangé, Carla Galle, Guido Triest en Guido van Biesen, waarin de procureur de raadkamer vraagt het viertal wegens geknoei met de SP-boekhouding naar de correctionele rechtbank te verwijzen.

TALLOZE ONDUIDELIJKHEDEN

De vordering tegen de vier steunt uitsluitend op de getuigenissen die destijds in Luik door alle betrokkenen, ook door Frank Vandenbroucke, werden afgelegd. Sedert 1995 werd geen van hen nog ondervraagd.

Tijdens de grote confrontatie in het Luikse gerechtsgebouw in de nacht van 9 op 10 mei 1995 tussen Mangé, Vandenbroucke, Galle, Van Biesen, Triest en Blomme, bleken er talloze onduidelijkheden te zijn. Die werden nooit opgeklaard. Een voorbeeld. Aanvankelijk verklaarde Mangé dat hij bevriende SP-ministers bedragen tussen 1,5 en 3 miljoen frank (afkomstig van Agusta) had betaald – ‘ à titre personnel‘ benadrukte de ex-penningmeester. Tijdens de confrontatie werd dan weer gezegd dat Mangé ooit 4,6 miljoen frank gaf aan Louis Tobback voor de Leuvense federatie. Wat later had Mangé het over twee miljoen die hij, via Galle, aan Tobback overmaakte.

Over dit alles is het laatste woord nog niet verteld. Daarom zorgt die vordering tegen Mangé, Galle, Van Biesen en Triest voor grote onrust binnen de SP. Want stilaan komen de tongen los en blijkt dat het Agusta/Dassault-verhaal zoals het in Luik en voor Cassatie werd opgevoerd niet helemaal klopt. En dat zou voor de correctionele rechtbank wel eens in het volle licht kunnen komen.

Zo hebben enkele mandatarissen die Mangés gulheid mochten ondervinden, van diens verklaringen geprofiteerd om andere giften van bevriende bedrijven snel op zijn conto te schuiven. Als het viertal naar de correctionele rechtbank wordt verwezen, zullen hun advocaten dus zeker bijkomende onderzoeken, zeg maar bijkomende ondervragingen eisen. De federale ministers Frank Vandenbroucke en Luc Van den Bossche, en gewezen ministers zoals Louis Tobback en Marcel Colla staan dan zeker op hun lijstje.

Bij de SP, die door de Agusta-boetes eigenlijk failliet is, maken enkelen zich intussen op om al wie ooit door de Agusta/Dassault-zaak werd besmet zonder pardon te lozen. Die politieke slachting zal geen fraai spektakel zijn, ‘maar’, zeggen ze, ‘het gaat om het voortbestaan van de partij.’

R.V.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content