Is er sprake van illegale prijsafspraken en corruptie in de Nederlandse bouwwereld? Wat is de omvang van de fraude en ging dit ten koste van de belastingbetaler? Als de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid op vooral de laatste vraag met een positief antwoord komt, zou Den Haag nog een politiek hete herfst kunnen beleven.

In het calvinistische Nederland wordt amper gefraudeerd, laat staan dat corruptie er een voedingsbodem heeft. Dat soort praktijken noemt men boven de Moerdijk steevast ‘Italiaanse of Belgische toestanden’. Nationale eigenschappen als keurig, onkreukbaar, egalitair maken deel uit van een misleidend imago dat Nederland graag koestert en internationaal exporteert, zo legde Hans Verploeg, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), onlangs uit tijdens een hoorzitting van Greco, de werkgroep van Europese staten tegen corruptie. Er is niet minder corruptie in Nederland, er zijn alleen wat verhullende mechanismen in de Nederlandse samenleving aanwezig.

Verploeg verwees naar een opiniestuk van NRC Handelsblad-journalist Joep Dohmen, die stelde dat het ‘coalitiemodel’ in de politiek ervoor zorgt dat fraude niet te snel opgerakeld zal worden, ook niet in een volgende coalitieperiode. Ook het lange tijd heilig verklaarde poldermodel – matiging van (loon)eisen en overleg in plaats van confrontatie – zet impliciet de deur open voor gekonkel binnen al te kleffe ‘old boys networks’. Voorts lijken parlement en media in Nederland soms wat ingedommeld, vanwege de sterke suggestie van open en transparant bestuur. Hans Verploeg pleitte voor een grotere waakhondfunctie van de media: elke redactie zou minstens twee onderzoeksjournalisten moeten hebben.

Dat zoiets inderdaad resultaat heeft, bewijst de zogenaamde ‘bouwfraude-affaire’. Op vrijdag 9 november 2001 liet Zembla, een tv-programma voor onderzoeksjournalistiek, een langetermijnbom ontploffen. Met als titel Sjoemelen met miljoenen berichtte het programma over massaal en gezamenlijk frauderen door zowat alle grote bouwondernemingen in Nederland. Het programma was een wanhoopsdaad van Ad Bos, ex-directeur van het Groningse bouwbedrijf Koop Tjuchem.

Het land was te klein. ‘Fabels en spookverhalen’, oordeelde Elco Brinkman – voor de christen-democratische CDA ooit beoogde opvolger van Ruud Lubbers – nu als voorzitter van de brancheorganisatie voor de bouw (AVBB). Brinkman gaf wel toe dat de ‘sector stevig in gesprek is met zichzelf’, maar waarschuwde dat het beeld van ‘de bouw als maffiabende van lieden met het geweer op de heup’ niet klopt.

Van lieden met pistolen op de heup had Ad Bos niet direct last, al voelde hij zich na zijn onthullingen vaak genoeg geïntimideerd. Bos liep al sinds 1999 met drie A3-ordners van elk drie kilogram te leuren bij het Openbaar Ministerie en enkele parlementsleden, in de hoop dat de overheid in actie zou schieten tegen al jaren aan de gang zijnde maffiose praktijken in de wereld van aannemers. Getuige de correspondentie tussen voormalig socialistisch parlementslid Rob van Gijzel en de vorige minister van Justitie Benk Korthals, gebeurde er evenwel niets.

CLUBBEZOEK

De drie ordners bevatten de complete schaduwboekhouding van Koop Tju- chem, die Ad Bos naar eigen zeggen op een ochtend aan zijn voordeur had aangetroffen. Vorige donderdag verklaarde Bos voor de parlementaire enquêtecommissie nog dat hij aanvankelijk had meegedaan aan de malversaties. Maar vanaf 1998 was zijn geweten beginnen te knagen. Tienduizenden euro’s werden door zijn bedrijf ‘stukgeslagen’ aan recepties en etentjes met ambtenaren gevolgd door ‘clubbezoek’, een eufemisme voor een prijzig bordeel.

‘Hoort erbij in de branche’, verklaarde Bos donderdag voor de onderzoekscommissie. ‘Clubs bezoeken is een logisch gevolg van de agressie van het verwerven van bouwopdrachten.’ Dit, naast gratis reisjes, verbouwingsklussen en auto’s.

Directeur Henk Koop van het bedrijf Koop Tjuchem beweerde dan weer dat Bos hem gechanteerd had met de schaduwboekhouding. ‘Ruim 600.000 dollar wilde hij om te zwijgen.’

Hoe het ook zij, getuige de vele huiszoekingen van justitie en onderzoeken van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) is men er inmiddels blijkbaar wel van overtuigd dat de onderste steen boven moet. Er loopt in verband met de affaire nu al een strafrechtelijk onderzoek tegen vier topambtenaren en een tiental staat nog op de zwarte lijst. Dat is schrikken in – niet meer zo heel erg – politiek correct Nederland. Hoewel klokkenluider Ad Bos wat overdreven lijkt te hebben met zijn ‘honderden corrupte ambtenaren’.

Wat is er volgens Bos aan de hand? Volgens hem – en na de rechtstreeks op tv uitgezonden verhoren van de enquê- tecommissie twijfelen nog weinigen eraan – werden offertes structureel te hoog geraamd ten koste van de opdrachtgever, meestal overheidsinstanties. Hierdoor zou in casu de belastingbetaler jarenlang zijn opgelicht. Volgens Bos kon dit oplopen tot wel een half miljard euro per jaar. Veel getuigen gaven voor de onderzoekscommissie schoorvoetend toe dat er misschien dingen waren gebeurd die niet helemaal kosjer waren, maar ontkenden dat de overheid benadeeld was door prijsopdrijving. Ze voelen aan dat de publieke opinie dat niet graag zou horen.

OVERLEG GEDOOGD

Tot in de jaren tachtig gedoogde de overheid dat bedrijven bij een aanbesteding voor een infrastructureel werk vooraf onderling overleg pleegden. Er werd bepaald wie de opdracht kreeg, op basis van een systeem waarbij iedereen aan de bak kwam. Het bedrijf dat de opdracht kreeg, gaf de anderen wel een compensatie voor de kosten die ze hadden gemaakt voor het indienen van hun offerte. Begin jaren negentig verbood de Europese Commissie deze praktijk die veel weg had van kartelvorming en prijsafspraken, wegens in strijd met de vrije markt. Veel Europese bouwbedrijven, waaronder Belgische, hebben inmiddels ook geklaagd over de ontoegankelijke Nederlandse bouwmarkt.

Maar, hoewel verboden, de bouwondernemingen gingen gewoon door met hun prijsafspraken. Wist men dat een opdrachtgever 100.000 euro te besteden had voor de aanleg van een nieuwe weg, en de goedkoopste bieder kon de klus voor 60.000 euro klaren, dan deed men er in onderling overleg nog 35.000 euro bij. Zo konden de andere bouwbedrijven ook een graantje meepikken uit de overheidsruif. De vulgarisering van het poldermodel. Om te weten hoeveel een gemeente of ministerie maximaal wilde besteden aan een infrastructureel project moest natuurlijk wel het vertrouwen van (en de informatie bij) ambtenaren worden gewonnen. Daar begon de corruptie. De overheid dacht dat het allemaal goed ging en gedoogde de gang van zaken, stelt bouwdeskundige Hugo Priemus van de universiteit Delft.

Toen dit voorjaar de huiszoekingen begonnen, zat de schrik er goed in. En nog meer toen er namenlijsten gingen circuleren. Vorige week was het na verklaringen voor de onderzoekscommissie opnieuw prijs: de NMA viel binnen bij acht vestigingen van grote bouwfirma’s.

Nochtans was het gesjoemel in de bouw naar aanleiding van de Schiphol-fraudezaak al maanden eerder aan het licht gekomen. Ook daar was een ex-werknemer naar buiten getreden met informatie over valse facturatie en kartelvorming. Drie grote bedrijven – KSS, HBG en Strukton – kochten bij justitie uiteindelijk een strafrechtelijke vervolging voor onder andere schriftvervalsing af, voor een bedrag van ruim een half miljoen euro. Een in het parlement fel omstreden deal.

De onderzoekscommissie beëindigt deze week de verhoren en heeft zich het ambitieuze doel gesteld om op 1 november met een eindrapport te komen. Waarnemers verwachten dat tijdens de redactie van dat rapport achter de schermen van het Binnenhof nog menig robbertje zal worden gevochten. Voorzitter van de commissie Marijke Vos (GroenLinks) kan wel de waarheid willen, feit is dat de huidige meerderheid in parlement en regering – en dan vooral de liberale VVD en de Lijst Pim Fortuyn (LPF) – niet graag zien dat de bouw- en aannemerswereld al te zeer wordt uitgekleed. Nederland is het land van de grote Deltawerken, de afsluitdijk, de mooie snelwegen. Nederland is distributieland en de huidige bewindslieden lieten al openlijk weten dat zij meer asfalt, viaducten en bruggen willen. Begin dit jaar riep huidig premier Jan Peter Balkenende nog dat hij strafrechtelijke vervolging wil van bouwers die in de fout gingen. Benieuwd of hij dat straks nog roept. De LPF kreeg geld uit de bouw voor de verkiezingskas en de huidige regering afficheert zich als vriend van de (bouw)ondernemers.

Dat is op zich niets nieuws. Voormalig premier Ruud Lubbers raakte in 1989 in opspraak in de zogenaamde Koeweit-affaire. Hij had zich wel teruggetrokken uit het familiebedrijf, bruggenbouwer Hollandia Kloos, maar had als premier wel gelobbyd in onder andere Koeweit voor dat bedrijf. Hollandia Kloos kreeg ook veel opdrachten via het budget van Ontwikkelingssamenwerking, om in arme landen bruggen te kunnen bouwen.

‘Niet integer handelen’, noemt men dat in Nederland. Maar corruptie, nou nee. In dagblad Trouw zei de Italiaanse wetenschapster Elisabetta Manunza, docente Europees recht en recentelijk gepromoveerd op de studie EG-aanbestedingsrechtelijke problemen bij privatisering en bij de bestrijding van corruptie en georganiseerde criminaliteit, dat smeergelden in de Nederlandse bouwwereld méér aanvaard zijn dan in Italië. Daar werden, weliswaar rijkelijk laat, strenge antimaffiawetten aangenomen, maar in Nederland ontbreekt volgens Manunza ook bij de overheid het besef over de ernst van prijsafspraken in de bouw.

Hans van Scharen

‘Clubs bezoeken, is een logisch gevolg van de agressie van het verwerven van bouwopdrachten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content