Vorig jaar won ze op haar 27e de tweede prijs op de Koningin Elisabethwedstrijd voor piano. Ze treedt op in kamermuziekverband, solo en met orkest, en haar repertoire reikt van Scarlatti tot Ligeti. Deze maand brengt ze haar tweede solo-cd uit met werken van Beethoven en treedt ze op in deSingel met de sublieme violiste Natalia Prischepenko. Een portret van Plamena Mangova, een energieke vrouw boordevol plannen.

Ze heeft een bijzondere uitstraling, noem het charisma. Het moet het publiek en de leden van de jury tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd meteen zijn opgevallen: deze vrouw zit niet zomaar aan de piano, zij zit als het ware aan haar instrument gebeiteld. Vergelijk het met archiefbeelden van de grote violist David Oistrakh, of met een cellist als Heinrich Schiff. Deze musici hebben hun instrument zo in de greep dat ze er wel mee vergroeid lijken. Als je Plamena Mangova ziet spelen heb je de indruk dat ze bezit neemt van de piano en de piano van haar. Haar hele houding ademt controle, overzicht, zelfverzekerdheid.

Vermoeidheid schijnt op deze jonge Bulgaarse vrouw geen vat te hebben, ook al is haar concertagenda slopend. Een van de hoogtepunten van het voorbije jaar was haar debuut op het zomerse openluchtfestival La Rocque D’Anthéron in Frankrijk. Alle grote en toekomstige sterren passeren daar de revue. Zelf is ze ook erg enthousiast over haar samenwerking met The Bournemouth Sinfonietta en dirigent Walter Weller, met wie ze in november de Burleske van Richard Strauss speelde. ‘Nu in maart nemen we het samen op met het Nationaal Orkest van België. Weller is werkelijk dé geknipte persoon daarvoor, want hij dirigeerde het stuk al zo’n twintig keer. Met éminences grises als Claudio Arrau en Shura Cherkassky nog wel!’

Plamena Mangova werd in 1980 geboren in Pleven, een stad in het noorden van Bulgarije, tegen de Roemeense grens aan. Ze begon haar opleiding bij de Russische Marina Kapatsinskaja aan de Staatsmuziekacademie Pancho Vladigerov in Sofia. ‘Ik was enig kind en mijn ouders waren grote muziekliefhebbers. Ik kreeg van hen alle kansen. In zijn tienerjaren speelde mijn vader klarinet. Mijn moeder is altijd een voortreffelijke operazangeres geweest, weliswaar op amateurniveau, maar op een hoog amateurniveau. Mijn ouders hebben mij in ieder geval vanaf het begin gesteund en aangemoedigd om een carrière als concertpianiste na te streven.’

Op haar achttiende was Plamena Mangova al een heel eind gevorderd op de carrièreladder. Het jaar 1998 was een wedstrijdjaar. Ze won eerste prijzen op het Concours van Stresa en op dat van Koshitze, en een 3e prijs op de Internationale Wedstrijd voor Piano in het Spaanse Santander. Daarop kreeg ze een hele reeks concerten aangeboden. ‘Spanje heeft de meest fantastische auditoria van Europa. Allemaal modern, allemaal uitgerust met een fabuleuze akoestiek. Ik heb in iedere grote zaal mogen spelen. Een zalige tijd. Een buitenkans!’

Van toen af nam haar carrière een hoge vlucht. Ze maakte in 2000 haar debuut in Parijs in het Théâtre du Châtelet, speelde in het Concertgebouw in Amsterdam en later in het Mozarteum in Salzburg, in Bozar in Brussel en op diverse festivals. ‘Als je in dit vak een hekel hebt aan reizen, kun je ’t wel vergeten’, zegt Mangova. ‘Reizen is voor mij een manier om het leven beter te leren kennen. Ik wil me niet met de muziek opsluiten. Hoe belangrijk ze ook is, ze blijft maar een microscopisch klein gegeven in het universum. Er valt daarnaast nog zoveel te ontdekken. Ik bezoek graag musea in de steden waar ik kom. Verder vind ik het belangrijk mensen te ontmoeten, met hen te praten, tijd door te brengen met vrienden.’

Haar studie zette ze ondertussen voort in Madrid, bij niemand minder dan de beroemde Russische pedagoog Dmitri Bashkirov. ‘Hij is de allerbeste leraar’, zegt ze overtuigd. ‘Hij weet wat essentieel is voor jonge mensen die aan het begin van een solocarrière staan. Hij kent de markt en waarschuwt voor de hardheid van het wereldje. Hoe moet je je wapenen? Hoe moet je je handhaven? Morgen neemt misschien iemand anders je plaats in… Maar altijd stonden zijn raadgevingen in dienst van de muziek. Iedere noot in de partituur moest respect krijgen.’

BIJBEL VAN BEETHOVEN

Ook op het gebied van kamermuziek verdiende Mangova al snel haar sporen. In 1999 ontving ze uit handen van koningin Sofia van Spanje de Prijs voor de beste kamermusicienne. Als prille twintiger stond ze al op de affiche met grote namen bij wie ze masterclasses volgde: Leon Fleischer, Alicia de Larrocha, Maria Joao Pires, het Ysaÿe Quartet. In de Escuola Superior de Musica Reina Sofia woonde ze zanglessen van Teresa Berganza bij, omdat ze in die dagen de sopraan Tatiana Melnichenko aan de piano begeleidde. ‘Werken met Berganza was een onvergetelijke ervaring! Terwijl ik daarvoor nooit echt voor opera te vinden was, leerde ik opera nu in al zijn facetten waarderen. De laatste vijf jaar luister ik graag naar stemmen: Maria Callas, Cecilia Bartoli, Angela Gheorghiu, Renée Fleming.’

In 2006 nam ze met medestudente Tatiana Melnichenko 7 Romances op gedichten van Alexander Blok van Dmitri Sjostakovitsj op voor Fuga Libera, en Trio nr. 2 van Sjostakovitsj met Natalia Prischepenko en Sebastian Klinger (Artemis Quartett). Dat was toen al haar tweede cd bij Fuga Libera. Een jaar eerder, nog voor de Koningin Elisabethwedstrijd, had ze al pianowerken van Sjostakovitsj mogen opnemen, een cd waarmee ze prompt de Diapason d’or de l’Année 2007 in de wacht sleepte.

De overstap van Spanje naar België kwam er in oktober 2004. Toen kreeg ze een beurs van de Muziekstichting Koningin Elisabeth om zich te vervolmaken in de Muziekkapel bij Abdel-Rahman El Bacha. ‘Tot 2004 had ik enkel gewerkt met professoren uit de Russische school. De individualiteit van de uitvoerder, zijn persoonlijke expressie stonden daarin centraal. Abdel-Rahman El Bacha legde andere accenten. Hij leerde me iets afstandelijker te spelen. Hij heeft een meer filosofische, meditatieve benadering van muziek. Hij is een echte ‘gentleman’ van de piano. Ook technisch heeft hij mij verbaasd. Hij leerde me de meest opmerkelijke vingerzettingen om bepaalde passages in de partituur feilloos door te komen. Hij kent de trucjes!’

In de Muziekkapel Koningin Elisabeth ontmoette Plamena Mangova ook de Franse violist, pedagoog en dirigent Augustin Dumay, met wie ze kamermuziek en Mozartconcerto’s deed. Ze leerde er ook Natalia Prischepenko kennen, de uitmuntende eerste violiste van het Artemis Quartet en, zoals Mangova, opgeleid in de Russische school. Op 8 maart concerteren zij samen in deSingel in Antwerpen. Op het programma werken van Stravinsky, Schubert en Beethoven (de Kreutzersonate).

Op 15 maart ligt de tweede solo-cd van Plamena Mangova in de winkel, een coproductie van Fortis en Fuga Libera. Op deze cd uitsluitend Beethoven: de Appassionata uit zijn middenperiode, geflankeerd door de vroege Variaties op La Stessa, La Stessissima uit de opera Falstaff, en de late Bagatellen op. 126. ‘Ik wilde zeker Beethoven doen. Ik was er klaar voor. Het zijn stukken die ik goed onder de knie heb, stukken die gerijpt zijn, want dat vind ik een voorwaarde om iets op te nemen. Je moet toch je eigen opinie kunnen geven!’

Maar op het gouden aanbod om de 32 Beethovensonates in hun geheel op te nemen gaat ze liever nog niet in. ‘De Schubert- of Beethovensonates zijn als de Bijbel. Daar spring je niet respectloos mee om. Goede wijn moet rijpen. Eerst wil ik nog vele andere componisten en werken bestuderen en verkennen, en als de tijd dan ooit rijp is en iemand doet mij dan zo’n voorstel, dan wil ik er honderd procent voor gaan.’

DOOR GREET VAN ‘T VELD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content