Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Het onderzoek naar de moord op veearts Karel Van Noppen verzandt in de contramine. Manipuleert de verdediging getuigen? Fabriceert het parket een verhaal? Een stand van zaken.

Een geheim gerechtelijk onderzoek naar mogelijke omkoping van een gevangene door een advocaat aan de balie van Hasselt. Een huiszoeking bij een advocaat in Gent. Een inverdenkingstelling van twee advocaten aan de Antwerpse balie wegens poging tot afpersing. Een klacht bij het comité-P tegen een inspecteur van de gerechtelijke politie in Turnhout. Een strafonderzoek naar al dan niet vermeende perslekken van de advocaat-generaal bij het Antwerpse Hof van Beroep… Het waren hectische maanden voor de hoofdrolspelers in het onderzoek naar de moord op veearts-keurder Karel Van Noppen.

In februari zal het zes jaar geleden zijn dat de veearts werd doodgeschoten vlakbij zijn woning in het Kempense Wechelderzande. Momenteel zitten vier mannen in diverse gevangenissen op verdenking van betrokkenheid bij de moord. Foorkramer Albert Barrez uit Blaasveld heeft bekend dat hij Van Noppen doodschoot. Hij deed dit op verzoek van wapenhandelaar Carl De Schutter uit Essen, die de moord organiseerde en onder meer toegaf dat hij het moordwapen leverde. De Schutter was zelf benaderd door veehandelaar Germain Daenen uit Munsterbilzen met de vraag of hij iemand kende die voor een vriend en tegen betaling een lastpost grote schrik wilde aanjagen. De Schutter leerde zowel Barrez als Daenen in de gevangenis kennen – zijn vriendenkring blijkt vooral te bestaan uit mannen met wie hij ooit in de cel zat.

Op 25 februari 2000 werd veehandelaar Alex Vercauteren uit Wetteren opgepakt, nadat De Schutter hem had geïdentificeerd als de opdrachtgever voor de moord. De Schutter ontmoette de man twee keer voor de Wima Bowling op de markt van Sint-Niklaas. Een eerste keer begin februari 1995, toen hij een briefje kreeg met de naam en het adres van de onfortuinlijke veearts, een tweede keer op 21 februari (de dag na de moord) toen de man hem in de namiddag 600.000 frank gewikkeld in aluminiumfolie overhandigde, als ‘honorarium’. Dat geld speelde De Schutter door aan moordenaar Barrez.

EEN GEBRUINDE MAN MET SPROETEN

De Turnhoutse onderzoeksrechter Myriam Vrints spitst zich momenteel toe op het zoeken naar (meer) bewijzen tegen Vercauteren. Het parket heeft nog altijd niet veel tegen de man. Er is de oorspronkelijke getuigenis van De Schutter, die stelde dat de persoon die hem de 600.000 frank overhandigde groot was (ongeveer 1m80), gebruind en sproetig – Vercauteren was toen net terug van een trip door Zuid-Afrika. De opdrachtgever reed in een groene Mercedes en vertelde De Schutter tijdens de uitbetaling dat hij al een huiszoeking had gekregen. Nog twee elementen die op Vercauteren van toepassing waren.

Helaas is er een probleem met deze verklaring, omdat De Schutter ze onder ede aflegde in een Franse gevangenis – een vergissing van de Franse autoriteiten: een verdachte mag niet verplicht worden om onder eed zichzelf te beschuldigen. Om mogelijk onheil tijdens de afhandeling van de zaak ten gronde te voorkomen, besliste het Antwerpse Hof van Beroep in september 1999 om het dossier te zuiveren. Alle verhoren onder ede van De Schutter, en de onderzoeksdaden die rechtstreeks uit deze verhoren volgden, dienden verwijderd te worden. Er is wel een mogelijke uitweg: een stuk papier waarop De Schutter in de periode van zijn eerste ondervragingen (einde mei 1996) zijn gedachten ordende, dat pas veel later toevallig opdook.

Het parket voert als bewijslast ook telefonische contacten tussen Vercauteren en Daenen aan – de twee hadden op zijn minst een zakelijke relatie. De dag dat in de media bekendraakte dat De Schutter in Zuid-Frankrijk was aangehouden en verdacht werd van de moord op Van Noppen, belden de twee verschillende keren met elkaar. Het waren de eerste telefoontjes die ze die maand met elkaar deden. Er bestaan ook getuigenissen van mensen die beide handelaars dezelfde week hevig ruzie zagen maken op de veemarkt van Ciney. Het is echter onwaarschijnlijk dat deze elementen doorslaggevend zullen zijn.

Belangrijk is uiteraard de confrontatie tussen Vercauteren en De Schutter in het Turnhoutse gerechtshof op 25 februari 2000, waarbij De Schutter Vercauteren formeel aanwees als de man die hij twee keer op de markt van Sint-Niklaas ontmoette. Maar ook daarmee zullen gegarandeerd problemen rijzen. De confrontatie gebeurde namelijk niet in een klassieke line-up. Vercauteren werd gewoon voor De Schutter gezet, waarop deze laatste bevestigde dat hij de opdrachtgever was. Een bewuste zet van het parket, beweren sommigen, omdat de onderzoekers niet het risico wilden lopen dat De Schutter zich zou vergissen. Hij had in de zomer van 1996 veehandelaar Theo Goossens uit Lokeren al verkeerdelijk op een foto als de opdrachtgever aangeduid – naar verluidt omdat de speurders absoluut wilden dat hij iemand herkende. Op 11 augustus 1999 verklaarde De Schutter dan weer dat Vercauteren wel de opdrachtgever was, maar dat het geld in Sint-Niklaas werd uitbetaald door veehandelaar Walter Remysen uit Turnhout – nog een naam die af en toe in het dossier was opgedoken.

EEN GRIEKSE RAMBO-KOLONEL

Het onderzoek naar de opdrachtgever focust nu sterk op een al dan niet vermeende poging tot afpersing van Vercauteren door De Schutter. In de lente van 1999 nam De Schutter vanuit zijn Zuid-Franse gevangeniscel contact op met Vercauteren met de vraag of de veehandelaar hem 300.000 dollar (ongeveer 12 miljoen frank) kon bezorgen. Volgens De Schutter had Vercauteren hem eerder met een ‘voorstel’ benaderd; volgens Vercauteren had De Schutter geld nodig om uit de gevangenis te ontsnappen. Om goed te begrijpen wat er toen gebeurde, is een gedetailleerde chronologie van de feiten essentieel.

In december 1998 ondervraagt de gerechtelijke politie van Turnhout Vercauteren nog eens over de moord. De man wordt vrij hard aangepakt, maar is niet officieel in verdenking gesteld en heeft dus geen inzage in het strafdossier. Hij maakt zich echter zorgen en vraagt zijn advocaat Hans Rieder om inlichtingen in te winnen. Rieder stuurt op 16 december namens zijn cliënt een vertrouwelijke fax naar een aantal collega’s van wie hij in de media vernam dat ze betrokken waren bij de zaak-Van Noppen. Hij vraagt om een onderhoud, waarin hij informeert naar de stand van zaken van het onderzoek.

Een van die faxen kwam terecht bij advocate Ilse Van Mellaert, die tot voor kort samen met haar confrater Werner Lens De Schutter verdedigde. Zij brengt haar cliënt op de hoogte van het feit dat Rieder contact zocht. De Schutter, die in zijn cel bijna maniakaal informatie (vooral uit de media) verzamelt over de zaak-Van Noppen, zou vervolgens uit zijn eigen dossiers afleiden dat Rieder de raadsman van Vercauteren was. Hij zou toen ook gegevens over Rieder gevraagd (en gekregen) hebben.

Ondertussen was De Schutter druk in de weer om een ontsnappingspoging voor te bereiden. De Duitser Manfred Maier, de Griek Andreas ‘Andrew’ Mariou en twee Franse broers waren zijn kompanen. Er was gezorgd voor valse paspoorten, voor uitwijkmogelijkheden naar Bolivië, maar er moest nog een helikopter gevonden worden om het vijftal uit de gevangenis te halen. De samenzweerders hadden tussen 5 en 9 miljoen (Belgische) frank (onder meer in de vorm van De Schutters gouden Rolex) samengebracht, vooral via De Schutters moeder en zijn broer Jan.

Via zijn broer had De Schutter ook een gsm in handen gekregen, waarmee hij in april 1999 drie keer contact zou hebben opgenomen met advocaat Rieder. Een keer om zich bekend te maken, in de veronderstelling dat Rieder hem wilde spreken, een tweede keer om een afspraak te maken en een derde keer om te melden dat er twee ‘Colombianen’ langs zouden komen. Andere bronnen stellen dat er slechts één contact zou zijn geweest, zonder dat er afspraken werden gemaakt. Feit is dat de speurders te laat waren om dit telefoonverkeer vanuit Frankrijk te traceren.

In ieder geval stonden er rond 21 mei plotseling twee Grieken in Rieders’ kantoor: Kyriakos Mariou, de vader van De Schutters’ gevangenisvriend, en een oud-kolonel van het Grieks-Cypriotisch leger met wie de vader bevriend was – een echte Rambofiguur die waarschijnlijk Georgiou Yakoumis heet. De twee kregen van De Schutter 400.000 frank voor hun ‘bemiddeling’. Ze hadden een brief voor Vercauteren bij zich en wilden die persoonlijk overhandigen. In de voormiddag was alleen Rieder op zijn kantoor, dus kwam de kolonel ’s namiddags terug om Vercauteren te ontmoeten.

Interessant is wat Vercauteren over deze ontmoeting aan de speurders vertelde. Rieder bleek een soort bodyguard te hebben ingehuurd om de bezoeker te fouilleren en bleef als tolk bij het gesprek aanwezig – Vercauterens Engels zou barslecht zijn. De brief was in het Nederlands gesteld op een blad papier dat was opgevouwen en met een dikke laag kleefband dichtgeplakt. Hij werd ter plekke versnipperd. Vercauteren weigerde de 300.000 dollar te betalen.

EEN KAARTJE MET EEN NAAM

De brief die de Grieken brachten, is dus jammer genoeg niet bewaard. Het is duidelijk dat De Schutter geld vroeg. Maar Vercauteren voert aan dat er ook een bedreiging werd geformuleerd: als er niet binnen 48 uur werd betaald zou De Schutter Vercauteren noemen als de opdrachtgever van de moord op Van Noppen. De Schutter ontkent dat. Hij zegt dat hij nooit zo’n bedreiging heeft geuit. Dat lijkt dus woord tegen woord. De Grieken lieten op Rieders kantoor wel een kaartje liggen van het Ibis Hotel in Gent, waarop ze onder meer de naam en het telefoonnummer van advocate Van Mellaert hadden geschreven. De Schutter zegt dat hij het nummer van zijn advocate meegaf als bewijs van de authenticiteit van zijn boodschappers.

Het kaartje is ondertussen in handen van het gerecht. Het werd de speurders spontaan overhandigd door meester Rieder hemzelve, toen die in mei jongstleden een huiszoeking kreeg, in het kader van het onderzoek naar de afpersing. Het kaartje was het enige document dat de speurders meenamen. Kwatongen beweren dat Rieder het meegaf om de verdediging van De Schutter in diskrediet te brengen. Maar er stond meer dan alleen iets over de advocate op. Er was ook de vermelding ‘ 48 hours‘: volgens Vercauteren de tijdspanne waarin er betaald moest worden of er zou worden gepraat. Daarmee is het kaartje het enige materiële bewijs dat Vercauterens verdediging kan aanvoeren voor de hypothese dat er afpersing in het spel was.

Het is tekenend voor de kwaliteit van het onderzoek naar de moord op Van Noppen dat zulke randdetails cruciaal zijn in de speurtocht naar de opdrachtgever. Vercauteren en zijn verdediging houden nu al acht maanden lang vol dat de veehandelaar erbij werd gelapt door een gefrustreerde mislukte afperser. Het parket daarentegen ziet in de contacten tussen De Schutter en Vercauteren net een bewijs van het feit dat Vercauteren de opdrachtgever was.

De sfeer tussen diverse antagonisten is grondig verziekt. In kringen van het parket circuleert de overtuiging dat Vercauterens verdediging getuigen manipuleert om haar cliënt (voor veel geld) uit de wind te zetten – men kan alleen hopen dat dit spoor actief wordt onderzocht. Anderen gaan ervan uit dat het parket geen been heeft om op te staan, maar onder druk van de publieke opinie absoluut met Vercauteren als hoofdverdachte naar een proces wil en daarom een verhaal rond de man fabriceert – bewijzen daarvoor zouden worden verzameld.

LAST VAN GEWETENSNOOD

Na het mislukte ‘contact’ tussen De Schutter en Vercauteren komt het dossier-Van Noppen in een stroomversnelling. De Schutter slaagt er niet in om uit de Franse gevangenis te ontsnappen, maar zijn Griekse kompaan Mariou raakt wel weg en neemt en passant vijf miljoen frank van De Schutter mee. In mei 1999 wordt De Schutter eindelijk aan België uitgeleverd. Hij neemt prompt contact op met Vercauterens advocaat Rieder: een analyseverslag (gedateerd 22 december 1999) van een gsm die hij meesmokkelde in zijn Turnhoutse cel leert dat De Schutter op 3 en 30 juni contact had (of zocht) met Rieder. Volgens De Schutter om te vragen of er effectief niet aan de Grieken was betaald, om Rieder te polsen of hij hem wilde verdedigen, en om hem erop te wijzen dat Vercauteren toch sterk geviseerd werd in het onderzoek – dat was vriendelijk.

In een procesverbaal (pv) van 11 augustus 1999 noteert hoofdondervrager Marc Beinaerts van de Turnhoutse gerechtelijke politie (GP) voor het eerst dat De Schutter Vercauteren als opdrachtgever bestempelt, maar toen was Remysen nog degene die het geld zou hebben uitbetaald. Op 28 augustus noteert inspecteur Marc Willekens dat De Schutter 400.000 frank betaalde aan mensen uit het ‘milieu’ om de opdrachtgever te zoeken. Geleidelijk wordt zijn verhaal gedetailleerder. Op 6 januari 2000 heeft hij het over de contacten die hij had met Rieder.

Maar op 17 februari – dat is enkele dagen voor de vijfde verjaardag van de moord – krijgt De Schutter naar eigen zeggen last van gewetensnood. Hij beschrijft Van Noppen als een goede en plichtsbewuste man en wil dat zijn twee kinderen weten wat er met hun vader gebeurd is. Hij noemt Vercauteren definitief als de opdrachtgever en vertelt er meteen bij dat de man hem in Frankrijk (via Rieder en Van Mellaert) benaderde met een aanbod tot het betalen van zwijggeld. Deze versie staat letterlijk in het aanhoudingsbevel waarmee Vercauteren een week later werd opgepakt.

Maar lang kan De Schutter dat verhaal niet volhouden: op 11 april keert hij zijn kar. De speurders zijn wanhopig. Inspecteur Willekens noteert in een informeel pv dat hij geschokt is omdat hij zich zo door De Schutter liet bedriegen. De Schutter geeft toe dat hij zelf – zonder medeweten van zijn advocaten – Vercauteren benaderde met zijn ‘vraag’ om hulp bij een ontsnapping. Desondanks laat het parket Vercauteren niet los. Het haalt andere elementen aan om de man vast te houden.

Zo viel het op dat Vercauteren aanvankelijk niet op zijn aanhouding reageerde. De eerste dag was hij heel nerveus en kon hij bijna niet spreken. Hij had zelfs geen repliek op de herkenning door De Schutter. Twee dagen later, op 27 februari 2000, verklaarde hij dat hij er rekening mee hield dat er een complot tegen hem was, maar hij voegde eraan toe dat dit ‘slechts een gissing’ was. Pas op 14 maart meldde hij formeel dat hij slachtoffer was van een poging tot afpersing. Speurders zien hierin een bewijs van zijn schuld: anders zou hij De Schutter bij zijn aanhouding onmiddellijk van de afpersing hebben beschuldigd. Het feit dat Vercauteren nooit de politie verwittigde van het bezoek van de twee Grieken versterkt hen in deze visie.

Vercauterens verdediging – Rieder laat zich ondertussen bijstaan door zijn ‘vaste partner’ Bart De Geest – countert deze aanval met de stelling dat hun cliënt wel gek zou zijn geweest om aangifte te doen van de afpersing, omdat hij zich zo zelf in de spotlights van de Van Noppen-speurders zou hebben gemanoeuvreerd. Ze stellen dat Vercauteren met zijn getuigenis over de afpersing wachtte tot hij voor de kamer van inbeschuldigingstelling moest verschijnen, omdat hij geen greintje vertrouwen had in wat zijn ondervragers op papier zouden zetten.

EEN BLINDE PASSAGIER ALS GETUIGE

Vercauteren blijft halsstarrig zijn onschuld volhouden. En hij krijgt steun uit onverwachte hoek. Op 23 juni 2000 noteert speurder Beinaerts in een PV dat er een fax van Interpol uit Wiesbaden kwam met de boodschap dat iemand brieven van De Schutter in handen zou hebben. Op 31 augustus is Beinaerts aanwezig als Duitse politiemensen in de gevangenis van Straüping Manfred Maier ondervragen: de Duitse bankovervaller die met De Schutter in de Franse gevangenis zat en ondertussen werd uitgeleverd. Maier geeft een omstandig relaas van de poging tot ontsnapping, waarbij hij zichzelf als een ‘blinde passagier’ bestempelt. Hij beschrijft uitvoerig hoe De Schutter Vercauteren benaderde. Hij overhandigde zijn advocaat zelfs de sim-kaart van een gsm die hij in de gevangenis van De Schutter had gestolen – daarop zouden de (eventuele) telefoons van De Schutter naar Rieder moeten staan.

Samen met de Griek zette Maier De Schutter nog een tweede keer in de zak. Ze veinsden dat ze het eerste document dat De Schutter voor Vercauteren schreef tijdens een onverwachte celdoorzoeking hadden moeten vernietigen, zodat De Schutter zijn verhaal een tweede keer op papier moest zetten. De eerste brief hielden ze echter achter de hand, voor mogelijke chantage achteraf. Hij zou nu ‘ergens’ in een kluis liggen. Maier vertelde ook een vrij hilarisch verhaal over hoe de vader van de Griek vanuit Rieders kantoor naar zijn zoon in de cel belde om aan De Schutter een exacte beschrijving van Vercauteren te vragen. De Schutter zou vanuit zijn cel geroepen hebben dat het een ‘eerder kleine en gezette man met roodachtig haar en zomersproeten’ was. Een beschrijving die dus hoegenaamd niet strookt met de realiteit.

Opgezet spel, is De Schutters evaluatie van deze verklaring. Hij wijst erop dat hij al veel vroeger een correcte fysieke beschrijving van de opdrachtgever gaf, en beweert dat hij de Grieken een (in het Engels gestelde) beschrijving van Vercauteren meegaf, maar die is uiteraard evenmin bewaard gebleven. Tijdens een ondervraging lanceerde De Schutter, die nu door de Antwerpse strafpleiter Jan De Man wordt verdedigd, de hypothese dat de Duitser door de ‘entourage’ van Vercauteren zou zijn gemanipuleerd. Waarom zou hij anders meer dan een jaar na de feiten ineens met zijn verhaal opduiken? Bepaalde speurders lijken geneigd deze stelling te geloven.

De Schutter wist op 22 september ook dat de ontsnapte Griek Andreas Mariou contact met Vercauteren had gehad. De man zou Vercauteren begin dit jaar thuis hebben opgezocht om hem af te persen met De Schutters brief die hij bij zijn ontsnapping had meegesmokkeld. Maar hij zou bij Vercauteren zijn buitengegaan met de belofte dat hij 30 miljoen frank kreeg als hij De Schutter elimineerde: hij zou de praatvaar met een helikopter uit de gevangenis halen en onderweg in de Schelde laten vallen. De Schutters broer Jan zou in februari een telefoon van de Griek gekregen hebben, met de vraag hoe hij contact kon leggen met zijn broer.

In februari werd Mariou – een echte gangster – in Nederland opgepakt. Hij zit nu op beschuldiging van twee roofmoorden in de zwaarbewaakte gevangenis van Vught. Daar werd hij op 18 september jongstleden door Belgische speurders ondervraagd, maar er werd alleen een pv van inlichting opgesteld, omdat de Griek weigerde zijn verklaring te tekenen. Ook zijn vader werd ondervraagd, in Londen, maar dat leverde niets noemenswaardigs op.

Mariou bevestigde dat de originele brief van De Schutter ergens in een kluis ligt. Hij beweerde ook dat hij een opname maakte van zijn bezoek aan Vercauteren. Hij wil brief en band echter alleen tonen als de Belgen ervoor zorgen dat hij wordt overgeplaatst naar een gevangenis met een lichter regime – naar verluidt wordt daar via diplomatieke weg aan gewerkt. Hij vertelde wel dat hij niet begreep hoe iemand een Duitse junkie en een ‘idioot’ als De Schutter kon geloven, en voegde eraan toe dat het onwaarschijnlijk is dat een ‘zakenman als Alex’ (Vercauteren) voor een moord op een belangrijk iemand klunzen zou inhuren die patroonhulzen in het rond strooien. Vercauteren ontkent uiteraard met klem dat hij contact heeft gehad met de Griek, laat staan dat hij hem een voorstel tot eliminatie van De Schutter zou hebben gedaan.

EEN BRAND IN DE STALLINGEN

De sfeer tussen parket en verdediging is ondertussen zo verrot dat er slagen worden uitgedeeld. Sommigen zien in de huiszoeking bij Rieder een poging van het parket om Vercauterens verdediging te destabiliseren. Er is het verbazingwekkende feit dat het Turnhoutse parket De Schutters ex-advocaten Lens en Van Mellaert in oktober samen met hun cliënt in verdenking stelde wegens poging tot afpersing. Het parket verdedigde deze uitzonderlijke demarche met de stelling dat beide advocaten zo de kans kregen om zich beter te verdedigen: ze waren minder gebonden door hun beroepsgeheim. Een standpunt dat in juridische kringen op hoongelach wordt onthaald.

Op instigatie van Vercauterens advocaten werd een strafonderzoek ingesteld naar het (al dan niet vermeend of gewild) verschaffen van misleidende informatie aan een krant door advocaat-generaal André Van Ingelgem van het Antwerpse Hof van Beroep: woordvoerder van het parket in deze zaak. Die zou geïnsinueerd hebben dat de verdediging het onderzoek hinderde.

Ook hoofdondervrager Beinaerts van de Turnhoutse GP lijkt zenuwachtig te worden. Hij slingerde Vercauteren tijdens een ondervraging naar het hoofd dat meester Rieder op het proces een kwade klant aan hem zou hebben. Wat hem prompt een klacht opleverde bij het comité-P, de waakhond van de politiediensten, omdat hij wordt verondersteld een neutraal onderzoek ten laste én ten ontlaste te voeren – het is niet de bedoeling dat hij advocaat van het openbaar ministerie speelt. Ook jegens Daenen zou Beinaerts zulke wilde uitlatingen geformuleerd hebben.

Tussenpersoon Daenen blijft zijn betrokkenheid bij de moord ontkennen en laat geen middel onbenut om zijn onschuld te bewijzen. Op 28 juni 2000 ondervroeg de Turnhoutse GP Michael Heyman: een medegevangene van De Schutter die verklaarde dat hij door de verdediging van Daenen was benaderd met het voorstel om voor 100.000 frank (of 50.000 frank als hij het anoniem deed) te getuigen dat De Schutter hem enerzijds verteld had dat Daenen onschuldig was, maar anderzijds had gevraagd of hij er niet voor kon zorgen dat Daenens stallingen en zijn wagen in brand werden gestoken – dat zou hem 600.000 frank opleveren.

Bemiddelaar van dienst was echter niet Daenens advocaat Roger Vanhoyland, maar Hans Porters: een stagiair-advocaat aan de Hasseltse balie. Die werd op 29 juni door de GP ondervraagd en verklaarde dat hij op verzoek van Daenens vriendin contact met haar partner had gezocht, en dat die hem had verzocht Heyman te benaderen met het voorstel publiek te gaan met zijn verhaal over De Schutter. Porters voelde zich geroepen om daarop in te gaan, maar stelde dat het Heyman was die 100.000 frank eiste voor een publiek optreden. Hij vond het wel nodig om te ijveren voor een verlichting van Heymans gevangenisregime, waarop deze met zijn – overigens door niemand geloofde – getuigenis naar buiten kwam. Porters verschuilt zich nu angstvallig achter zijn beroepsgeheim, wat hij overigens niet deed toen de GP hem ondervroeg.

Zelfs De Schutter zou stilaan de kluts kwijt raken. Hij verklaarde onlangs onder meer dat de ‘machtige’ Vercauteren verhindert dat hij een beter regime in de gevangenis krijgt. Maar waarnemers sluiten niet uit dat hij alsnog van gedacht verandert: dat hij zijn verklaringen over Vercauteren intrekt. Zeker nu hij zichzelf ervan overtuigd heeft dat de veehandelaar 30 miljoen frank achter de hand houdt om zich vrij te kopen. Zijn broer zou dienaangaande al een ‘informatiebezoek’ hebben afgelegd. Zo dreigt het onderzoek naar de moord op Van Noppen zes jaar na de feiten te verzanden in een moeras van leugens en manipulaties. En de lijdensweg lijkt niet ten einde. In tegenstelling tot berichten die daarover onlangs de ronde deden, is de afronding van het onderzoek niet in zicht. Bevoorrechte waarnemers menen dat het proces-Van Noppen zeker niet voor de volgende herfst van start zal gaan.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content