Hubert van Humbeeck

Minister van Europese Zaken Danuta Hübner vertegenwoordigt de Poolse regering in de Europese Conventie. ‘Het referendum? Wie zal het zeggen?’

Hoe valt de confrontatie tussen het oude en het nieuwe Europa mee?

DANUTA HÜBNER: Ik zag in de Conventie van bij het begin alleen maar voordelen. Het gaat niet alleen om de uitkomst, maar om het hele proces. Een leerproces. We waren in Polen net met het debat over Europese eenmaking en integratie begonnen. De Conventie helpt daarbij. Ik vind dit open proces ook een goed idee. Beter dan nóg maar eens een top over deze kwesties te laten beslissen.

Waarom is de Unie voor Polen belangrijk?

HÜBNER: Om te beginnen, wordt Europa met de uitbreiding een veiliger en meer stabiele regio. Wij zijn goed geplaatst om te weten dat vrede niet iets is dat voor eeuwig wordt gegeven. Anderzijds, Europa is zo’n klein continent. Kijk naar de landkaart: wat de EU ook beslist, Polen zal er altijd de gevolgen van dragen. Het is dan ook beter om mee aan de tafel te zitten waar de beslissingen worden genomen.

En natuurlijk is het lidmaatschap belangrijk voor de Poolse economie. We kunnen de inspanning om snel bij de rest van Europa aan te pikken niet alléén aan. Als lid van de Unie hebben we toegang tot fondsen die dat mogelijk maken. De modernisering van de Poolse economie is voor deze generatie van Poolse politici een enorme uitdaging.

Is het een thema in Polen, dat het land zo kort na de val van het communisme een deel van zijn autonomie moet afgeven aan een supranationaal Europa?

HÜBNER: Dat was een thema. Er zitten in het Poolse parlement partijen met een anti-Europees programma, en die leken even de wind in de zeilen te hebben. Maar ik denk dat de grootste twijfels nu toch voorbij zijn.

Hoe zal het referendum lopen?

HÜBNER: Wie zal het zeggen? De opkomst is voor ons ook van groot belang. Om bindend te zijn, moet de helft van de kiezers zijn stem uitbrengen. Dat is in Polen een probleem – vooral de jongeren gaan niet stemmen, terwijl de toetreding voor hen zo belangrijk is. We hebben geprobeerd om de mensen te informeren, maar ik hou mijn hart vast. In alle peilingen zegt 70 procent van de ondervraagden dat ze gaan stemmen, en dat ze voor Europa zullen kiezen. Maar peilingen zijn in Polen volstrekt onbetrouwbaar.

Hoe kijkt u tegen het institutionele debat aan, dat in de Conventie wordt gevoerd? Bent u voorstander van een permanente voorzitter van de Raad, of kiest u toch voor een sterke Commissie?

HÜBNER: Polen wordt in de Unie bij de grote landen gerekend, maar toch zijn we voorstander van een sterkere Commissie. Hoewel: de communautaire methode of de intergouvernementele? Het is, denk ik, grotendeels ook een valse discussie. Ze zijn allebei nodig. Sterke Europese instellingen zijn nodig. Een sterk Europees parlement heeft meer legitimiteit in de ogen van de mensen. Maar ik kan me ook terreinen voorstellen waarop de intergouvernementele aanpak voor Polen betere resultaten kan opleveren.

Hebt u de indruk dat er tijdens de debatten naar uw stem wordt geluisterd?

HÜBNER: Ja. Het blijft natuurlijk jammer dat de kandidaat-lidstaten aan het eind geen stem hebben. Maar we tellen wel mee, we zijn een deel van het proces.

Er zijn landen die op een aantal terreinen nauwer met elkaar willen samenwerken. Voelt u dat aan als een gebrek aan vertrouwen in de landen die volgend jaar bij de Unie komen?

HÜBNER: Het verdrag laat versterkte samenwerking toe en ik ben daar in principe ook niet tegen. Op voorwaarde dat die samenwerking voor alle landen openstaat. Je kunt geen versterkte samenwerking hebben die andere landen per definitie uitsluit. Maar zolang andere landen niet worden benadeeld, is er geen probleem.

Wat mag er volgens Polen niet ontbreken in de Europese grondwet, die in de Conventie wordt geschreven?

HÜBNER: U weet dat er over een verwijzing naar de christelijke waarden in de tekst wordt gediscussieerd. Veel Poolse organisaties en de Poolse kerk vragen dat ook. Ze zouden het vreemd vinden dat, als er naar de Europese geschiedenis wordt verwezen, de christelijke waarden daarbij onbesproken zouden blijven. Dus, dat zouden we zeker op prijs stellen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content