Wereldwijd gaan 140 miljoen kinderen tussen zes en elf jaar niet naar school. Dit is 23 procent van de kinderen op schoolleeftijd.

Het recht van het kind op rust en vrije tijd en op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden, zoals bepaald in artikel 31 van het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind (het zogenaamde Kinderrechtenverdrag dateert van 2 september 1990 en werd door België geratificeerd), zal wellicht de kinderen zelf meer interesseren dan het recht op onderwijs.

Dat recht wordt ook in de artikelen 28 en 29 van het Kinderrechtenverdrag bevestigd. De Staten erkennen daarbij het recht van het kind op onderwijs en verbinden zich ertoe lager onderwijs verplicht en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen, de ontwikkeling van verschillende vormen van voortgezet onderwijs aan te moedigen en passende maatregelen te nemen om de handhaving van de discipline op scholen verenigbaar te maken met de menselijke waardigheid.

Ook artikel 2 van het eerste protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens stelt dat niemand het recht op onderwijs zal worden ontzegd en verzekert dat de keuze van opvoeding en onderwijs moet overeenstemmen met de eigen godsdienstige en filosofische overtuigingen van de ouders.

Artikel 17 van onze Grondwet bepaalt dat iedereen het recht heeft op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht.

Er bestaat dus geen twijfel over onderwijsrechten, maar het zijn de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger(s) die, tot het bereiken van de burgerlijke meerderjarigheid, deze rechten in feite uitoefenen. Ook voor kinderen van vreemde nationaliteit geldt hetzelfde recht op onderwijs als voor Belgische onderdanen. In het algemeen is het trouwens verboden iemand, behalve om wettige redenen, de toegang tot het onderwijs te weigeren.

DE RECHTSPOSITIE VAN DE LEERLING

“Een duidelijke rechtspositieregeling voor kinderen op school is een van de eerste verplichtingen die de verdragsluitende staten op zich zullen moeten nemen. Dit zou schendingen van kinderrechten kunnen voorkomen. Het is dus maar vanzelfsprekend dat de school ook zelf de mensenrechten respecteert.” Aldus de kinderrechtenspecialist E. Verhellen (RU Gent).

Tot vóór 1990 bestond er weinig regelgeving in verband met de tucht en de rechtspositie van de leerling. Sinds het schooljaar 1991-1992 zijn onze inrichtende machten verplicht om een schoolreglement uit te vaardigen. Dit is bindend voor alle partijen op voorwaarde dat het reglement op een behoorlijke manier aan de leerlingen is bekendgemaakt.

Wat de rechten op onderwijs en in het onderwijs betreft, scoort ons land niet slecht. Wat de rechten door het onderwijs betreft, laat het Kinderrechtenverdrag een zeer grote marge voor de inhoudelijke invulling ervan en de tijd waarin dit dient te gebeuren.

Artikel 29 van het Kinderrechtenverdrag stelt dat het onderwijs gericht moet zijn op de zo volledig mogelijke ontplooiing van de persoonlijkheid, talenten en geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind, het bijbrengen van eerbied voor de rechten en fundamentele vrijheden van de mens, het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn eigen culturele identiteit, zijn taal en culturele waarden, de voorbereiding van het kind op het dragen van verantwoordelijkheid in een vrije samenleving en het bijbrengen van eerbied voor de natuurlijke omgeving.

De kennis van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens is de beste bescherming tegen elke vorm van miskenning ervan. Het onderwijs in mensenrechten dient dan ook in de eindtermen vastgelegd te worden. Onderwijs verzekeren in een multiculturele samenleving zoals de onze, vraagt dan weer extra inspanningen inzake het wegwerken van taal- en leerachterstanden en het bijbrengen van de eigen culturele waarden.

Jef Geboers, Liga voor Mensenrechten

Deze reeks is een gemeenschappelijk initiatief van de Liga voor Mensenrechten, Amnesty International Vlaanderen, Artsen zonder Grenzen, Oxfam-Solidariteit en de uitgever van Knack.

“Het onderwijs zal kosteloos zijn, althans voor wat het lager en beginonderwijs betreft.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content