Oost-Slavonië werkt aan de wederopname in Kroatië. Maar de Serbo-Kroatische oorlog (1991-’95) zal nog jaren blijven nasmeulen.

EEN BERICHT UIT VUKOVAR

Half januari nam de Belgische generaal Willy Hanset het bevel over de vredesmacht van de Verenigde Naties in Oost-Slavonië (Untaes) over van generaal Jozef Schoups. Zijn opdracht : de wederaanhechting van het laatste stuk door volksserviërs afgescheiden gebied bij Kroatië ondersteunen en beletten dat de terugkeer van gevluchte Kroaten in nieuwe conflicten ontspoort. Recent raakten de gemoederen weer verhit. Het resulteerde in de moord op de Belgische blauwhelmenkorporaal Olivier Gossye, er werden bommen gelegd in administratieve gebouwen, rond een kerk en op een spoorlijn. Een Serviër tuigde een gemengd Kroatisch-Servisch gezin af, wachtende pensioengerechtigden kregen een lading stenen naar hun hoofd. Volksserviërs uit de regio zijn aan een exodus begonnen, zij het niet massaal. Untaes-woordvoerder Douglas Kaufmann : ?Veel etnische Serviërs vestigen zich net over de grens, wachten af wat er na het vertrek van de VN-troepen zal gebeuren.? De overgangsadministratie probeert mensen ertoe te bewegen om te blijven en zich voor de verkiezingen te registreren, de volksservische raad uit de regio sloot zich vorige woensdag bij die vraag aan en wendde daarmee de vrees af voor een Servische boycot van de verkiezingen in Oost-Slavonië.

Symbolische maatregelen bereiden de sedentaire volksserviërs intussen mentaal voor op de inlijving bij Kroatië. Zo moet een nieuwe amnestiewet verhinderen dat die zich juridisch bedreigd voelen. ?De vorige amnestiewet was veel te vaag,? verklaart Philip Arnold, woordvoerder van VN-overgangsadministrator Jacques Klein in Oost-Slavonië. ?Op grond daarvan kon je ongeveer iedereen in de regio arresteren wegens misdaden tegen de staat. We stapten naar het parlement in de Kroatische hoofdstad Zagreb om de wetgeving te verfijnen. Alleen de definitie van oorlogsmisdaden die bij het Internationaal Hof in Den Haag geldt, mag hier van toepassing zijn.?

MEER DAN VOLKSVERHUIZING

Op 2 september 1996 keurde het Kroatische parlement de nieuwe amnestiewet goed. Ze belooft een algemene amnestie aan al wie in het conflict meevocht of andere criminele daden stelde tussen augustus 1990 en augustus 1996. En ze heeft een signaalwaarde. Want ze kwam tot stand na overleg tussen Servische en Kroatische gesprekspartners, die voor het eerst sinds het begin van het conflict (’91) met elkaar onderhandelden over wetgevende materies.

Binnenkort volgen nog veelbetekenende beslissingen. De Kroatische kuna zal de Servische dinar vervangen als officieel betaalmiddel. De voertuigen moeten worden voorzien van Kroatische nummerplaten en, aan het eind van de rit, worden de domovnica ingevoerd, de Kroatische identiteitskaarten. Ondanks protest van de plaatselijke politici, aanvaarden de bewoners van Oost-Slavonië de maatregelen vrij makkelijk. Volgens Arnold loopt de bevolking de politici ver vooruit. ?Dat merkten we bij de verspreiding van onze Untaes-bulletins en bij de opening van de Document Centers, waar de identiteitspapieren moeten worden aangevraagd.?

Maar ondanks veel goede wil is de volksverhuizing geen sinecure. ?Vijftigduizend à zestigduizend Kroaten uit de regio leven nu in Osijek of Vinkovci. Ze willen zo snel mogelijk naar hun vroegere woningen. Bij de grens met Hongarije en om Lipovac zijn we langzaamaan met de begeleide terugtocht begonnen, maar de meeste mensen zullen pas in de zomer terugkeren, of zelfs nadat het mandaat van de Verenigde Naties is afgelopen (15 juni). De Serviërs, die nu in huizen van gevluchte Kroaten wonen, moeten dan plaats ruimen.? De uittekening van de terugtocht van volksserviërs die tijdens de oorlog naar Oost-Slavonië uitweken, is een VN-probleem.

Beide kampen proberen het reïntegratieproces te sturen. De Kroaten willen tegen de regionale verkiezingen van 13 april liefst terug naar de situatie van 1991, toen er voor elke volksserviër een Kroaat in de regio woonde. De huidige 25.000 volksserviërs in Oost-Slavonië willen de immigratie afremmen, zodat ze de 6.000 Kroaten moeiteloos kunnen wegstemmen. ?Als alle punten van het vredesakkoord van Erdut strikt worden nageleefd, zijn er geen problemen,? denkt Jovan Todorovic. Hij is gemeentesecretaris van Darda, een volksservisch bolwerk hartje Baranja. Maar er klinkt twijfel in zijn stem. Twijfel over de veiligheid van de overwegend Servische bevolking in zijn dorpje. ?Iedereen wil graag blijven,? verzekert hij. ?Als er iets misloopt, gebeuren er rampen. De bevolking is te verzwakt om nog een massale emigratie te overleven.?

INTIMIDATIE DOOR MAFFIOSI

De bewoners van de uitgedunde regio gaven in de oorlogsperiode ’91-’95 hun spaargeld uit op de zwarte markt, waarop maffiosi een fortuin vergaarden. Terwijl uitgemergelde oudjes aanschuiven voor een voedselpakket, dat de Verenigde Naties bedelen in het kader van een pensioenproject, stuiven ze in Porsches en nieuwe BMW’s voorbij. De nieuwe rijken toeteren provocerend. ?Intimidatie,? zuchten de VN-militairen bij de ingang van het geïmproviseerde gemeentehuisje.

De politie, waarin de functies representatief onder de bevolkingsgroepen verdeeld moeten worden, kan de maffiapraktijken moeilijk aan. Het jonge korps moet nog naar volle wasdom groeien. ?We hebben nu twaalf politiestations, uitgerust met een Kroatische en een Servische chef en een VN-waarnemer die corruptie moet tegengaan. Natuurlijk zijn er mistoestanden, zoals in elke politiemacht ter wereld,? zegt Sean Lee. Hij is binnen de VN verantwoordelijk voor het opbouwen van de Transitional Police Force (TPF). ?De TPF verdient krediet, ze is pas op 4 juli 1996 officieel beginnen werken. De politiemensen kregen hun loon in de eerste paar maanden zeer laat uitbetaald. Dat legt een voedingsbodem voor corruptie. De verhouding tussen Serviërs en Kroaten klopt bovendien nog niet : het aantal Serviërs moet dalen, ten voordele van het Kroatische aandeel. Er komt een tweede grote schoonmaak aan. Tevoren gooiden we er al heel wat leden van de vroegere milicija uit, wegens te autoritair en te gewelddadig.?

De politie handhaaft met succes de orde om de gemengde markt, op de verbindingsweg tussen Osijek en het gebied dat de Overgangsadministratie van de Verenigde Naties voor Oost-Slavonië (Untaes) controleert. Daar komen elke zaterdagochtend duizenden samen, vrienden en familieleden van binnen en buiten de Untaes-regio. Volksserviërs en Kroaten krioelen er vreedzaam door elkaar. De markt was tot januari de enige plaats waar het afgescheiden gebied open contact met stamland Kroatië had. Maar nu kunnen inwoners van de regio op uitnodiging voor een periode van maximaal zeven dagen bij vrienden van buiten Oost-Slavonië op bezoek, en omgekeerd. Op Allerheiligen werd al een uitzondering op de apartheidsregel gemaakt : toen konden Kroatische vluchtelingen van buiten het gebied naar de begraafplaatsen van hun geboortedorp.

PREMIES VOOR TERUGKERENDEN

Permanente ordehandhaving lijkt echter voorlopig niet aan de overgangspolitie besteed. ?TPF levert goed werk,? zegt kolonel Tariq Rasul, bevelhebber van het Pakistaanse VN-bataljon in Darda. ?Maar we mogen de fout van vorige missies niet herhalen. Het leger is nodig om de voedingsbodem van radicale groeperingen weg te nemen. Als de bevolking geen reden ziet tot opstand, stapt ze niet mee in het protest en hebben de terroristische acties van paramilitaire benden geen effect. Na de regionale verkiezingen, in heel Kroatië gepland op 13 april, zullen we op dat vlak al verder staan. De economische heropbouw moet dan volop aan de gang zijn, onder toezicht van verkozen politieke leiders.?

Het leger heeft nu een politionele taak en het vervult humanitaire opdrachten. Het verdeelt voedselpakketten, garandeert de veiligheid bij Document Centers of loopt medische patrouilles. Zo heeft het Pakistaans bataljon een veldhospitaal-met-operatiekamer ingericht, waar ook de bewoners van Darda terecht kunnen voor verzorging en chirurgische ingrepen. Het vaakst worden ouderdomsverschijnselen behandeld en psychische problemen.

De westelijke dorpen geven verschroeiende beelden te zien. Kapotgeschoten huizen, uitgebrande auto’s. Tussen het puin wapent een vrouw van vijftig haar glimlach. In de oorlog is ze haar zoon verloren, haar dochter is door een granaatscherf een been kwijtgeraakt. Ze is Kroatische, vluchtte in 1991 voor de oorlogsgruwel. Vier jaar lang woonde ze diep in Kroatië. Vorige week vond ze haar huis in Apsevcji terug. Er lagen geen twee stenen meer van op elkaar. Toch staat de feestdis klaar, vol kippenboutjes, taart en gekoeld bier. De Kroatische staat heeft haar een wederopbouwpremie toegekend. Alleen voor de ruwbouw, denkt ze, hoewel Kroatië ook subsidie voor de inboedel van oorlogsslachtoffers wil uittrekken. ?Ik ben er zeker van dat alle inwoners van vroeger hier binnenkort weer wonen,? zegt de vrouw. ?Het hele dorp komt terug. Net als voor de oorlog.?

Zelfde beeld in Njemci. ?Tijdens de oorlog ben ik hier gebleven,? vertelt een praatgrage oude Kroaat. ?Zelfs toen de kogels en de bommen langs onze oren suisden. Daarna volgde een lange periode van pesterijen. Serviërs stalen mijn meubelen en vernielden mijn huis. Maar nadat de blinde woede was overgewaaid, voorzag de Servische autoriteit me van voedsel en kleren. Dat is meer dan we van de Kroatische overheid kunnen zeggen.?

MOEILIJK TE KANALISEREN HAAT

Kroatië springt in de regel bij in de herstelling van infrastructuur, woningen en nutslijnen. ?Het wordt een duur proces, dat alleen met internationale giften en met leningen van de Wereldbank gefinancierd kan worden,? zegt Ivica Vrkic, woordvoerder van de Kroatische regering voor Oost-Slavonië in Osijek. De reïntegratie gebeurt bewust langzaam, maar zeker. ?VN-politiek,? zucht Vrkic. ?De waakhondfunctie van de VN remt de wederopbouw af.?

De Verenigde Naties spelen katalysator in het conflict. Kroatië heeft niet de beste reputatie op het stuk van politieke rechten van minderheden. De VN willen dat de rechten van de volksserviërs gerespecteerd blijven en hoeden zich voor overhaaste beslissingen. VN-man Arnold : ?We hebben afgesproken om waarnemers in de regio te houden. Die moeten erover waken dat de volksserviërs dezelfde menselijke, persoonlijke, burgerlijke en etnische rechten krijgen als de Kroatische vluchtelingen die terugkeren. President Franjo Tudjman van Kroatië heeft trouwens beloften in die richting gedaan. Een vreedzame samenleving hier zou de agressie in Bosnië-Hercegovina kunnen temperen. Oost-Slavonië is een barometer voor de slaagkansen van het hele vredesverdrag voor ex-Joegoslavië.?

Makkelijk is de opdracht niet, want er leeft nog een moeilijk kanaliseerbare haat. Onder de uitgeweken Kroaten van de regio tegen de volksserviërs ; bij de Serviërs ten aanzien van de vluchtelingen die straks hun huizen weer zullen inpalmen. ?Het bezoek van Tudjman wekte beroering. Demonstraties in Vukovar liepen uit de hand. Een VN-delegatie moest vluchten voor de volkswoede, de menigde bekogelde haar voertuig met stenen.? Zo meldde de Kroatische pers op 4 december. ?Er zal veel tijd nodig zijn om de wonden van het verleden te laten helen,? beseft Arnold. ?Dat vertraagt het reïntegratieproces. Diepgewortelde haat staat een samenwerking tussen de volksserviërs en de Kroaten vaak in de weg.?

De VN blijven dus nog wel een tijd. ?Het mandaat loopt tot juli dit jaar. Wat daarna volgt, is onduidelijk,? bekent Arnold. ?De Verenigde Naties hadden het over een aanwezigheid, maar niemand weet precies waar die term op slaat. Ik vermoed dat de militaire aanwezigheid volgende zomer afgebouwd zal worden en dat er een VN-comité voor mensenrechten komt. Ook Tudjman kan zich daarmee verzoenen, ondanks het Kroatische protest tegen de verlenging van het mandaat. Iedereen ziet in dat de beste oplossing voor de reïntegratie in Oost-Slavonië via de weg van de geleidelijkheid loopt.?

SERVIERS WORDEN KROATEN

De Kroatische nationaliteit is een essentieel gegeven in het administratieve luik van het reïntegratieproces. Zeker in het licht van de komende gemeenteraadsverkiezingen. Maar wie kan Kroatisch staatsburger worden ? De wet stipuleert dat nationaliteit verkregen wordt door oorsprong, geboorte of naturalisatie of op grond van internationale conventies. In Oost-Slavonië dragen 38 procent van de aanvragen om Kroatische papieren te krijgen een Servische handtekening.

?Serviërs moeten veel langer op hun identiteitskaart wachten dan Kroaten,? verzekert luitenant-kolonel Julien Vrancken bij het Belgische bataljon blauwhelmen in Beli Manastir. ?In Darda is de discriminatie duidelijk. Hooguit vier van de tien Serviërs krijgen daar een positief antwoord op hun vraag naar het Kroatische staatsburgerschap. In bepaalde delen van de noordelijke Baranja zouden zelfs zes van de zeven aanvragen systematisch geweigerd worden.?

?Hier komen de bewoners van het district hun papieren halen,? vertelt een ambtenaar in het Document Center. ?Alle inwoners van de regio komen in aanmerking. Eerst krijgen ze een certificaat van hun burgerschap, daarna moeten ze een Kroatisch paspoort aanvragen. Er zijn vier soorten aanvragen. Wie voor 1991 als inwoner van Oost-Slavonië geregistreerd stond, krijgt vlot het Kroatische staatsburgerschap. Idem voor wie toen in het deel van Kroatië stond ingeschreven dat onder controle van Zagreb bleef. In die gevallen kan de geldigheid van de aanvragen vrijwel onmiddellijk gecontroleerd worden. Maar wie in een andere republiek geboren is, sturen we meteen naar de politie. Die houdt vaak rekening met nationaliteit of oorlogsverleden.?

Zich tot Kroaat laten nationaliseren, is voor vele volksserviërs een grote stap die, onder meer, over een pad van intimidatie loopt. Aanvragers kregen doodsbedreigingen, knokploegen frequenteerden de Document Centers, een enkele keer mondde een aanvraag uit in een aanslag.

?In de Baranja zijn er drie registratiekantoren,? telt Kathy Ladun van de afdeling burgerlijke zaken van de overgangsadministratie in Beli Manastir. ?In het begin durfden de volksserviërs niet naar die kantoren toe. Gelukkig verandert dat : nu de Servische woordvoerder van de regering in Oost-Slavonië ze heeft aangepord om zich in te schrijven, komt iedereen opdagen die hier wil blijven wonen. Van ’s ochtends zes uur staan ze in de rij.?

10.000 FRANK VOOR EEN MITRAILLEUR

De intimidatie neemt af en het wapenbezit slinkt. Wapens worden bij het VN-leger ingeleverd en door het Kroatische leger opgekocht. Oruzje Vraceno Lokacija, schreeuwt een bord bij de wachtpost van het Belgische bataljon blauwhelmen in de buurt van Beli Manastir. Hier kan de bevolking wapens inruilen tegen een geldsom, die kan oplopen tot zo’n tienduizend frank voor een gesofistikeerde mitrailleur. De klant moet eerst zijn wapen uitpakken, daarna leiden militairen hem achter een blinde muur naar het munitiedepot. Vervolgens betreedt hij een muf kantoortje, waar een expert, een ontmijner en een penningmeester van de Kroatische regering de zaak afhandelt. ?De terugkoop verloopt moeizaam,? merkte generaal Jozef Schoups. ?In het begin verkochten de mensen hun wapens om een voorraad proviand te kunnen aanleggen. Inmiddels is de ergste nood gelenigd, dus blijven de wapens in de kast. Dat er nu in Kroatische kuna in plaats van in Duitse mark betaald wordt, zal niet bevorderlijk werken.?

De ontmijning van de sector zal 60 miljard frank kosten. ?Dat werk zal minstens vijftien tot twintig jaar duren, zelfs met waarheidsgetrouwe kaarten van volksservische en Kroatische mijnenvelden. Er liggen 400.000 à 600.000 landmijnen,? schat majoor Elie Liebaut die vanuit het Mine Action Center (Mac) in het Untaes-hoofdkwartier in Vukovar de ontmijningswerken coördineert. Het toezicht moet van bovenuit gebeuren. ?We kunnen niet in de fouten van Cambodja, Mozambique of Bolivië vervallen,? legt Liebaut uit. ?Daar ontmijnden groepen kriskras door elkaar, waardoor niemand nog precies wist welke regio’s schoongemaakt waren.?

De opruiming onder het Untaes-oog is niet volledig. ?We moeten ons binnen de termijn van ons mandaat beperken tot de ontmijning van straten en wegen,? zegt de bevelhebber van het Pakistaanse bataljon bij Darda. ?Maar dat kan geen probleem zijn. In België worden ook nog geregeld projectielen uit de Tweede Wereldoorlog gevonden.?

Het werk vordert langzaam. De tankrollers werken traag, om de veiligheid van de ontmijningsploegen te verzekeren. Ontmijnen is een vitaal probleem in het kader van de economische wederopbouw, want hoogspanningslijnen, rivieren en grensovergangen moeten weer opengesteld worden. En er rijzen bijkomende moeilijkheden. ?De mensen willen hun huizen zien,? zegt een ontmijner begrijpend. ?Binnen en buiten willen ze alles controleren. Vaak negeren ze de waarschuwingsborden die we overal gehangen hebben. Met alle risico’s die daaraan verbonden zijn in deze buurten vol booby traps.?

De ontmijners zijn dezelfde mensen die eerder de mijnen plantten. Ex-volksservische strijders en gewezen Kroatische militairen hebben zich in ontmijningsbedrijfjes gegroepeerd en bieden hun diensten aan de VN-puinruimers aan. Ze werken tegen dumpingprijzen, naar internationale normen. Het arsenaal opgegraven mijnen oogt nu al indrukwekkend. Liebaut : ?Op de weg tussen Njemci en Lipovac haalden we per strekkende meter zes stuks uit de grond. Alle akkers omheen de landbouwdorpen liggen ermee bezaaid. Zelfs rond de ingang van de basisschool in Lipovac stikte het van de anti-persoonsmijnen.?

De werkgelegenheid van de ontmijners van het Kroatische leger is verzekerd. ?In de dorpskernen van Oost-Slavonië is tachtig procent van de mijnen geruimd,? menen ze. ?Maar in de brede omgeving van de dorpen hooguit dertig procent. En dan spreken we nog niet van de akkers.?

Frank Demets

Alleen kan de plaatselijke politie de situatie nog niet aan. Na het terugtrekken van de vredesmacht in juni zullen de VN trouwens een oog in het zeil blijven houden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content