Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Unicef wil vermijden dat kinderen de haat van hun ouders overnemen en cultiveren.

Een must voor elke oorlogstoerist in de Albanese hoofdstad Tirana is een bezoek aan het vluchtelingenkamp op het domein van het stadszwembad. Aan de ingang staat een kermisattractie ( “Telecombattim”) met kleine gevechtsvliegtuigjes die niet langer vliegen, maar erg is dat niet: geregeld denderen echte Stallion-aanvalshelikopters over het kamp, die steevast grote vreugde uitlokken, vooral onder de kinderen.

Op het terrein leven ongeveer 2900 vluchtelingen in degelijke tenten, bewaakt door het Albanese leger en onderhouden door een resem hulporganisaties. Het kamp wemelt van de kinderen, die voetbal spelen in de lege zwembaden en tekeningen maken met veel dode vaders en Navo-vliegtuigen en vuurspuwende Servische monsters en bloedrode harten die kloppen voor het Kosovaars bevrijdingsleger UCK.

“Dit is het gevaar”, beseft de Belgo-Italiaanse charmezanger Salvatore Adamo, die als ambassadeur voor Unicef enkele activiteiten van het kinderfonds in de regio bezocht – alle organisaties proberen zich in deze acute crisis en met het oog op de talloze fundraisingacties maximaal te profileren. “We moeten absoluut voorkomen dat de kinderen de haat overnemen die hun ouders cultiveren. We moeten ze hoop geven voor de toekomst. We moeten blijven hameren op het belang van vrede.”

De tekeningen vormen de eerste stap in dit verwerkingsproces. De kinderen uiten wat er in hen leeft. In de zomer zullen ze in vakantiekampen ondergebracht worden, waar medewerkers van Unicef zullen trachten in te schatten wat elk van hen kan. Het is de bedoeling dat ze in september in het Albanees onderwijs worden geïntegreerd. Unicef zal er dan voor zorgen dat dit extra gesteund wordt, zodat het niet kreunt onder de overlast.

Het fonds heeft basiskits met onderwijsmaterieel in stock, zodat lessen niet per se in scholen hoeven gegeven te worden. “Het aanbieden van onderwijs is niet alleen bedoeld om te voorkomen dat de kinderen een grote achterstand oplopen”, zegt Yves Willemot van Unicef-België. “Onderwijs is voor kinderen ook een element van een gewoon leven. Les krijgen betekent dat ze weer meespelen in de maatschappij.”

In Kukës, de voornaamste transitstad voor vluchtelingen in Albanië, heeft Unicef een groot project voor traumabehandeling opgezet. In de lokale bioscoop vangen speciaal getrainde Albanese opvoeders vluchtelingenkinderen op. “Toch houden we ons niet alleen met onderwijs en opvang bezig”, benadrukt Christian Wiener, de kersverse directeur van Unicef-België. “We zetten ook vaccinatieprogramma’s op poten, en programma’s voor waterzuivering in en rond de kampen.”

Voor Adamo was het de eerste keer dat hij effectief in een crisis terechtkwam. Hij dacht lang na over de stap, want hij wilde absoluut het verwijt vermijden dat hij zich hiertoe leende om zelf aandacht te trekken. Unicef haalde hem uiteindelijk over de streep. “Onze vele vrijwilligers – want niet alleen het Rode Kruis heeft die – willen ook wel eens zien wat onze projecten te velde zijn”, legt Willemot uit. “Wij kampen soms met een visibiliteitsprobleem in vergelijking met andere hulporganisaties. Een figuur als Adamo boezemt daarenboven vertrouwen in.”

De zanger was danig onder de indruk van wat hij zag. Hij componeerde een tijdje geleden al een lied ( “Alors marchez”), waarin hij hekelde dat militairen en hun acolieten geen lessen trekken uit de recente geschiedenis. Op de terugreis in de C-130 van de vrienden van de Vijftiende Wing, die lange dagen maken en – ze vinden het zelf nogal schizofreen – zowel munitie leveren in Italië als hulpgoederen in Albanië, schreef hij een nieuwe tekst, over hoe vuil hij zich voelde na de confrontatie met de acties van een dictator, die zomaar over een volk heen walst. Het nummer bleef voorlopig zonder titel.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content