Niemand houdt nog van Agalev. De grote partijen laten de groenen de kastanjes uit het vuur halen.

Het soort betoging dat vorige zondag massaal door Gent trok en respect vroeg voor ‘de plaats van de mens in de natuur’, was te lande nog nooit eerder gezien. In Londen bijvoorbeeld wel, waar mensen van het platteland geregeld protesteren tegen het versmachten van de countryside in het algemeen en het verbieden van de vossenjacht in het bijzonder. De optocht van deze ‘andersecologisten’ kwam evenwel niet op een toevallig moment, net één week voor de verkiezingen. De aanwezigheid van CD&V, VLD, N-VA en Vlaams Blok tussen de betogende boeren, vissers en jagers onderstreepte dat politieke aspect des te meer.

Nochtans moeten de manifestanten – vooral met hun verzet tegen het Vlaams Ecologisch Netwerk – niet terecht bij de federale regering, die met de aanstaande verkiezingen in het geding is, wel bij de Vlaamse. Alle Vlaamse ministers dragen daarover trouwens collectief verantwoordelijkheid. Het was dus wat gek om Vlaams minister Jaak Gabriëls (VLD), die wel vaker als een ongeleid projectiel tekeergaat, tegen zichzelf te zien betogen. Meer nog, volgens minister van Leefmilieu Vera Dua (Agalev) doet de Vlaamse regering weinig meer dan uitvoeren wat al onder het vorige, christen-democratisch-socialistische kabinet is beslist.

Toch ontging het niemand dat de betoging in Gent zich vooral tegen Agalev keerde, met Dua als kop van Jut. Het steeds verder uitdunnende, maar nog altijd op zijn identiteit gestelde platteland ervaart het groene beleid als onduldbare regelneverij. De betoging past in wat nu stilaan lijkt op een kleine guerrilla tegen Agalev. Die begon met CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck, die nooit ofte nimmer in zee wil met het ‘onverantwoordelijke’ Agalev, een uitspraak die hij eerst afzwakte en vervolgens toch weer aandikte.

Vervolgens sommeerden de Vlaamse liberalen, bij monde van voorzitter Karel De Gucht en Vlaams premier Patrick Dewael, Agalev om ‘veel redelijker’ te worden. VLD-dissident Ward Beysen (Liberaal Appel) paste de groenen zelfs een cordon sanitaire aan, inspelend op de kennelijk diepe, zelfs wat irrationele aversie van de ‘donkerblauwe’ liberale rechtervleugel tegen Agalev. En toen voorspelden de VRT en De Standaard de partij voor zondag een score van amper 5,7 procent, net zo veel als het minipartijtje N-VA en amper iets meer dan de helft van haar resultaat van 1999. Al ging de wind maandag draaien, toen Le Soir de groenen alweer 8,4 procent voorspelde.

ZORG IS EEN LAST

Het verwijt van reglementitis moet Agalev vertrouwd in de oren klinken. Kort voor de verkiezingen van 1999 had toenmalig CVP-voorzitter Marc Van Peel, denkend aan zijn morrende boerenstand, al danig te mopperen over de ‘rood-groene’ ecologische bedilzucht. Maar even later bleken de kippen met dioxine besmet, een crisis die een ernstig gebrek aan ecologische aandacht vanwege de overheid aan het licht bracht. Het resultaat is bekend: de christen-democratie werd uit de meerderheid gekegeld, de groenen lieten een recordscore noteren en met paars-groen kwam een nooit eerder vertoonde coalitie aan de macht.

Het kan verkeren. Maar als de analyses over de nefaste rol van Agalev kloppen en zij erin slaagt om allerlei hatelijke beperkingen op te leggen, moet het hier wel om een erg machtige partij gaan. Wat dus niet zo is. De zaak toont aan dat Agalev het in de publieke perceptie niet zozeer moet hebben van concrete belangen (en zo ja, dan die van een zeer abstract lijkende notie als ‘de toekomstige generaties’), wel van symboliek. Het ecologische streven legt de vinger op de wonde van de groeipijnen van de samenleving, en, nog afgezien van de manier waarop het zijn beslag krijgt, prettig is dat nooit. Milieuzorg is, net als elke vorm van zorg, een dagelijkse last, een leren leven met beperkingen. Ze vergt een niet aflatende, dagelijkse aandacht, vol nieuwe plichten (zoals afval sorteren) en dingen die niet (meer) kunnen.

De grote partijen laten Agalev die symbolische last het liefst alleen dragen. Ze kunnen dat des te makkelijker aangezien de ecologisten voor hen ook altijd electorale concurrenten blijven. De christen-democraten hebben dat in 1999 ervaren toen een flink pak kiezers van hen naar Agalev ‘overliepen’, de samenwerking met Agalev maakt de liberalen kwetsbaar aan hun rechterzijde. Alleen SP.A-voorzitter Steve Stevaert kan doen alsof hij er allemaal niets mee te maken heeft. Hij weet goed genoeg dat desertie uit Agalev vooral zijn eigen partij ten goede komt.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content