‘Een goed statuut zal het aantal onthaalouders niet doen stijgen’

Onthaalouders leveren vaak bovenmenselijke inspanningen en verdienen een eerlijk statuut, vindt pedagoog Michel Vandenbroeck (UGent). ‘Maar ook samenwerking met collega’s en crèches is een goede manier om gemotiveerd te blijven.’

Voor het doorsneegezin is het vrijwel onmogelijk om (tijdelijk) rond te komen met één volwaardig inkomen. Zou het voor kinderen niet beter zijn om hier iets aan te doen, zodat zij meer tijd met hun eigen ouders kunnen doorbrengen in plaats van op kampen en in crèches?

Evelien Dockx,

Beveren

Michel Vandenbroeck: Die vraag is zo oud als de kinderopvang zelf. Uit onderzoek blijkt niet dat kwalitatieve kinderopvang slechter zou zijn voor kinderen dan thuisblijven bij hun ouders, of omgekeerd. Al neemt dat niet weg dat we in ons land relatief weinig ouderschapsverlof hebben. De beste oplossing is dus dubbel: meer – eerlijk vergoed – ouderschapsverlof én toegankelijke kinderopvang. Zo heeft iedereen de vrijheid om zelf te kiezen.

Waarom niet meer opleidingen en tegelijkertijd een opwaardering van de kinderopvang voorzien?

Tarsice Hantson,

Broechem

Vandenbroeck: Ik kan u alleen maar gelijk geven. Het is toch heel bizar dat we voor kinderen vanaf drie jaar iemand met een bachelordiploma verwachten terwijl voor tweejarigen iemand uit het beroepsonderwijs volstaat? Er zijn voldoende competenties nodig, al dan niet op basis van diploma’s. En daar hoort ook een billijke vergoeding bij, wat meteen een vorm van maatschappelijke opwaardering is.

Zou het niet veel problemen oplossen als onthaalouders een echt statuut krijgen, met een vast maandloon?

Rita Van Horen,

Hofstade

Vandenbroeck: Het zou maar fair zijn dat onthaalouders – die toch een zeer zware job uitoefenen – een goed statuut zouden krijgen, met pensioenrechten, ziektedagen enzovoort. Vandaag leveren veel onthaalouders bovenmenselijke inspanningen: ze werken tot twaalf uur per dag, durven geen ziekteverlof te nemen. Als ze een werknemersstatuut krijgen, zal dat gelukkig veranderen. Maar het is een illusie om te denken dat je daarmee het dalende aantal onthaalouders kunt keren. In Zweden hebben ze onthaalouders na een dramatische daling het werknemersstatuut toegekend, maar dat heeft niet voor een kentering gezorgd. We moeten blijven investeren in onthaalouders, maar tegelijkertijd beseffen dat ze over een jaar of tien nog maar met de helft zullen zijn.

Zou het niet beter zijn om onthaalouders die al jaren bezig zijn te motiveren? Want eerlijk gezegd, als je dit al meer dan 25 jaar doet, ben je zowel onthaalouder als oma.

Anne De Meyer,

Brugge

Vandenbroeck: In de jaren tachtig was er een grote instroom van onthaalouders en die hebben nu bijna de pensioenleeftijd bereikt. Hen nog tien jaar laten voortdoen, lijkt me niet echt menselijk. Het is wel opvallend dat onthaalouders die vandaag starten het vaak minder lang volhouden dan gepland. We moeten het dus vooral voor die nieuwe groep leefbaar houden. Een belangrijk aspect is sociaal contact: stimuleer onthaalouders om samen te werken met collega’s, of bijvoorbeeld één dag per week in een crèche te werken. Dat zou hen enorm ondersteunen.

VRAAG VAN DE WEEK

Anneleen Cox, Tienen

Het kinderdagverblijf waar mijn kinderen naartoe gaan heeft de leeftijdsgebonden groepen afgeschaft. Nu zitten kinderen van alle leeftijden door elkaar. Welk systeem geniet de voorkeur?

Vandenbroeck: Er is al twintig jaar een tendens om groepen met verschillende leeftijden te vormen, en dat is een goede zaak: oudere kinderen leren zorgen, jongere kinderen pikken veel op. Bovendien blijven ze langer bij dezelfde verzorgers, waardoor die een betere emotionele band met de kinderen kunnen opbouwen. Al snap ik de ongerustheid wel. Krijgen de oudsten wel genoeg aandacht, en worden de jongsten niet ‘omvergelopen’, soms zelfs letterlijk? Maar met een goede organisatie – een plek om de jongsten af te schermen en voldoende personeel om iedereen genoeg aandacht te geven – zou dat geen problemen mogen geven.

VOLGENDE WEEK

Heeft de loge te veel macht? Stel uw vraag aan historicus Jimmy Koppen (VUB).

Door STEFANIE VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content