Hubert van Humbeeck

Eigenlijk kennen we William Adams al enkele decennia van het lichtere genre. James Clavell baseerde zijn populaire roman Shogun op het leven van de Engelse zeeloods in Nederlandse loondienst die zijn gehavende schip na een lange reis op een onbekend Japans strand in veiligheid bracht. Het boek werd verfilmd tot een televisieserie met Richard Chamberlain in de hoofdrol.

Adams was in 1600 de eerste Engelsman die voet zette op Japanse bodem. Hij werd er met de enkele Nederlandse overlevenden van het schip De Liefde niet bijster warm ontvangen. Zeker niet door de Portugese jezuïeten, die in Japan zieltjes probeerden te winnen en van de aangespoelde protestanten alleen onheil verwachtten. Gelukkig voor Adams begreep de militaire heerser van Japan, de latere shogun Ieyasu, dat hij de Engelsman kon gebruiken als een tegenwicht voor de opdringerige Portugezen. Hij hield Adams aan zijn zijde, maakte hem samoerai en gaf hem een landgoed.

De Britse specialist in maritieme geschiedenis Giles Milton schreef het levensverhaal van William Adams aan de hand van dagboeken en scheepsjournalen uit de zeventiende eeuw. Zijn boek Samoerai William werd eigenlijk vooral het verhaal van de eerste Engelse factorij in Japan, die zich gedurende korte tijd op een eiland voor de Japanse kust in stand wist te houden. Eerst in samenwerking en daarna in strijd met machtige Hollandse traders – naargelang van de evolutie van de bondgenootschappen in het verre Europa. De factorij overleefde eigenlijk ook alleen omdat ze een beroep kon doen op de diensten van Adams en zijn voorspraak aan het hof van de shogun. Milton vertelt boeiend over het harde leven in de factorij, en de voor Europeanen vaak merkwaardige zeden en gewoonten van de Japanners. Het leven ook met de andere Europeanen: concurrenten die toch voortdurend op elkaar aangewezen waren.

Toen Ieyasu en Adams stierven, was het lot van de factorij bezegeld. Ze was ook nooit echt een groot succes geweest. Bovendien stuurde de nieuwe shogun alle buitenlanders weg uit zijn land, met uitzondering van de Hollanders, die 200 jaar lang het enige contact zouden vormen tussen Japan en de rest van de wereld. Toen de Amerikanen Japan in het midden van de negentiende eeuw dwongen om het land open te stellen, verliepen de gesprekken daarover dan ook in het Nederlands. De enige vreemde taal die Japan op dat moment kende.

GILES MILTON, SAMOERAI WILLIAM. EUROPESE AVONTUREN IN HET JAPAN VAN DE SHOGUN, GLOBE, ROESELARE, 281 BLZ., 35 EURO.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content