Georgië ontstak in Zuid-Ossetië een brandje dat de hele Kaukasus in vuur en vlam kan zetten.

De kans was te fraai om ze te laten liggen. De onbesuisde Georgische aanval op Zuid-Ossetië bood de leiders in het Kremlin op een gouden dienblad de kans om te laten zien dat het nieuwe Russische zelfvertrouwen meer is dan diplomatieke peptalk. Dat ze bereid zijn om de harde taal van, vooral voormalig president en huidig premier Vladimir Poetin, ook in daden om te zetten. De boodschap kwam aan. Niet alleen in Tbilisi, maar vast en zeker ook in Kiev en in alle andere hoofdsteden in het Russische nabije buitenland waar werd gedacht dat een Amerikaanse of een Europese paraplu ook wel bescherming bood.

De vraag is al gesteld, maar ze kreeg nog geen antwoord. Wat bezielde de Georgische president Mikhail Saakasjvili in ’s hemelsnaam toen hij zijn legertje over de grens van Zuid-Ossetië stuurde? Rusland maakte er tijdens de drôle de guerre van de voorbije maanden in de regio geen geheim van dat het een Georgische aanval met geweld zou beantwoorden. Een beetje staatsman moet toch voldoende doorzicht en controle hebben om de prikken van de Zuid-Ossetische milities juist in te schatten.

Als hij verwachtte dat de NAVO hem prompt te hulp zou snellen, kent hij de geschiedenis niet. Toen troepen van het Warschaupact in augustus 1968 – volgende week veertig jaar geleden – het opstandige Tsjecho-Slowakije met geweld in de pas dwongen, bleef het ook bij scherp verbaal protest. Het is overigens merkwaardig dat de enkele honderden Amerikaanse instructeurs in de omgeving van Saakasjvili hem niets anders hebben aangeraden. Die moeten hebben gezien dat er een aanval werd voorbereid. Het zou gek zijn, als ze hun bazen in Washington daarvan niet op de hoogte hebben gebracht.

Daarmee staat de held van de Rozenrevolutie uit 2003 nu zo goed als naakt. De voormalige Amerikaanse ambassadeur bij de NAVO, Robert Hunter, zei vorige week vrijdagavond op de Britse nieuwszender BBC World al meteen dat er nu geen sprake meer van kan zijn dat Georgië over afzienbare tijd lid wordt van de organisatie. Op de recente top in Boekarest verhinderden vooral de Europeanen dat daar snel werk van werd gemaakt, wat zeker George W. Bush graag wilde. Tegelijk is door Saakasjvili’s optreden de kans verkeken dat Zuid-Ossetië en Abchazië nog ooit onder de vleugels van Tbilisi terugkeren. Terwijl er in verband met Abchazië net een Duits diplomatiek initiatief liep, dat niet helemaal kansloos werd geacht. Als het over de Kaukasus gaat, lopen alle wegen weer over Moskou.

Rusland heeft daarmee zijn punt gemaakt. Het heeft ook de rekening op tafel gelegd voor de vernedering die het bij de eenzijdige onafhankelijkheid van Kosovo moest ondergaan. In 1968 moest het nog niet te veel acht slaan op wat het Westen dacht over wat er in Praag gebeurde. Het kwam er op aan te laten zien dat het baas was in zijn blok. Vandaag wil Moskou een partner zijn in de nieuwe, globale wereld. Dan moet het ook weten wanneer het met een offensief moet stoppen.

door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content