Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Het incident met de Festina-ploeg demonstreert de omvang van de dopingplaag in het wielerpeloton.

Het was een vertwijfelde Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc die vrijdagochtend bij de start van de rit van Tarascon-sur-Ariège naar Cap d’Agde het muitende wielerpeloton overschouwde. Hij besefte dat de Tour ’98 om zeep was.

Leblanc had in het verleden, zij het dan als wielerverslaggever van de organiserende krant L’Equipe, meermaals protest- en prikacties van Tourrenners meegemaakt. Maar die ondernemingen waren veelal “dans la bonne humeur” verlopen, zelfs in 1966 toen wielermeester Jacques Anquetil in Bordeaux een stakingsactie opzette tegen… de dopingcontroles.

Dit keer echter leek het de renners menens. “Deze Tour de France heeft geen reden van bestaan meer”, zei de aanvoerder van de rennersactie, de Franse kampioen Laurent Jalabert. “Niemand geeft nog een bal om de sport die we hier bedrijven.”

De woede van het peloton was opgewekt door een stunt van een tv-ploeg van France Télévision, die afgelopen donderdag ging snuffelen in de vuilnisbakken van het hotel waar de Italiaanse Asics-ploeg had verbleven. Ze vond en filmde daar restanten van vreemdsoortige maar geen verboden medicamenten. De hakkelende uitleg van teamarts Massimo Testa voor de camera’s deed daarentegen wel vermoeden dat ook bij Asics niet alles pluis is.

Jalabert kreeg met zijn stakingsactie een groot deel van de renners en ploegleiders achter zich. Maar de wielersponsors, die samen ruw geschat negen miljard frank hebben uitgetrokken voor het seizoen ’98, waren met dit soort strapatsen niet gediend, en dus moesten de renners noodgedwongen de weg op naar Cap d’Agde. En een beetje snel.

De renners de weg op krijgen, was niet eens de eerste bekommernis van Jean-Marie Leblanc. Om de geloofwaardigheid, zeg maar het voortbestaan van de Tour en van het profwielrennen is het hem en de internationale wielerunie (UCI) momenteel te doen.

Ook renners geven toe dat de wielersport met het Festina-incident al haar geloofwaardigheid heeft ingeboet. Zelfs de mededeling van het nationale opsporingslab van Chatenay-Malabry, in de buurt van Parijs, dat alle dopingcontroles van de proloog tot de tiende rit naar Luchon negatief waren, zorgde afgelopen vrijdag voor hilariteit. Vierentwintig uur eerder immers was bekend geraakt dat de Franse recherche in het hotel van de Nederlandse TVM-ploeg in Pamiers medicijnen had ontdekt om bij controles dopinggebruik te maskeren. Onder meer daarom werden sportdirecteur en gewezen pedaleur Cees Priem en de Russische ploegarts Andreï Mikhaïlov van TVM opgepakt en vastgehouden op het lokale politiecommissariaat.

Eerder op het jaar, op 4 maart, hadden Franse douaniers tijdens een routinecontrole langs de autoweg in de buurt van Reims een dopingpakket aangetroffen in een TVM-wagen. “Wellicht heeft iemand anders die producten daarin verstopt”, verweerde Cees Priem zich aanvankelijk en hij nam zich voor van nu af aan zijn wagen altijd stevig te vergrendelen.

DE POT BELGE: EXPLOSIEVE COCKTAIL

Jaren geleden was het een geijkte uitleg van renners die op doping waren betrapt: “Iemand heeft iets in mijn drinkbus gestopt!” De grootste wielerkampioenen hebben in het verleden dit excuus gebruikt. Maar die verdediging geldt niet meer sedert verzorger Willy Voet van het Festina-team op woensdag 8 juli in Rekkem langs de Belgisch-Franse grens met een lading epo en anabole steroïden in de koffer van zijn Tourauto werd betrapt.

Voet, die onderweg was naar Dublin waar de Rondeproloog werd gereden, probeerde aanvankelijk tegenover de Franse politie vol te houden het spul voor eigen consumptie te hebben gekocht. Gaandeweg echter ging de verzorger tot bekentenissen over: de epo-doses waren bestemd voor de Festina-renners, één van de topploegen in de Tour.

Terloops: de Festina-ploeg is eigenlijk een opvolger van de vroegere PDM-ploeg, waarvan de renners in de Tour’91 plots huiswaarts keerden nadat sommigen onder hen op dopinggebruik waren betrapt.

Het resultaat van Voets bekentenissen was een cascade van nieuwe onthullingen over het dopinggebruik in het professionele wielermilieu waar momenteel zelfs een dopingcocktail wordt verhandeld, een explosieve mengeling van amfetamines, cocaïne, cafeïne en zelfs heroïne, die in het rennersjargon de “pot belge” heet.

Het voorbeeld van Festina illustreert dan weer de werkelijke omvang van de dopingplaag. De ploeg had immers het gebruik van epo en spierversterkende middelen keurig, om niet te zeggen op professionele wijze georganiseerd. De producten werden bij voorkeur in Spanje en Portugal aangekocht met winstpremies die de coureurs in een aparte kas stortten. De medische voorraden werden opgeslagen op het Festina-hoofdkwartier in de buurt van Lyon.

Blijkbaar houdt Willy Voet al die jaren al, bij wijze van documentatie, schoolschriftjes bij waarin hij de dopinggewoonten in het peloton heeft beschreven. Een van zijn schriftjes viel in handen van het gerecht.

Festina-ploegleider Bruno Roussel, die later werd opgepakt samen met de Belgische teamarts Eric Ryckaert, gaf toe dat de ploegleiding door de georganiseerde dopingaanvoer de sportieve prestaties van haar renners had willen “optimaliseren”, weliswaar onder strikt medisch toezicht. Voor dat toezicht was dokter Ryckaert ingehuurd. Hij kreeg in ruil voor zijn expertise 36.000 Belgische frank per dag – eveneens uit de rennerskas.

Uit confrontaties van Voet, Roussel en Ryckaert kon het Franse gerecht opmaken dat alle Festina-renners epo gebruiken, ook de ster van de ploeg, de Fransman Richard Virenque, een Tourspecialist, die ondanks het getuigenis van zijn eigen lijfarts, mordicus volhield het spul nooit te hebben aangeraakt.

Om de waarheid te achterhalen, ging de Franse justitie doortastend te werk. Festina-renners zoals de Zwitser Armin Meier vertelden hoe ze in het politiekantoor in Lyon als criminelen werden behandeld en opgesloten. Ze moesten zich helemaal uitkleden voor een grondige fouillering. Daarbij werd zelfs de derrière van de Zwitser geïnspecteerd. Een ingreep die Meier aanspoorde om, net als zijn landgenoten Alex Zulle en Laurent Dufaux, zo snel mogelijk bekentenissen af te leggen over zijn epo-gebruik.

Wereldkampioen Laurent Brochard bekende eveneens en verschafte daarbij uitleg over de manier waarop het dopinggebruik bij zijn vorige werkgever was geregeld. Niettemin wil Brochard zich burgerlijke partij stellen tegen de Festina-leiding die hem tot epo-gebruik zou hebben gedwongen.

ONWIJZE PARIJSE INTELLECTUELEN

Met de aanzwellende stroom van onthullingen zat er voor de Tourdirectie niets anders op dan de Festina-renners naar huis te sturen. Dat tot de uitsluiting moest worden besloten in Corrèze, uitgerekend op het moment dat de Franse president Jacques Chirac en diens vrouw en lokale burgemeester Bernadette op bezoek waren, vergrootte alleen maar de schande.

En de directie van de Ronde van Frankrijk is nog lang niet aan het einde van haar lijdensweg. Al was het maar omdat het Rijselse parket de intentie heeft de Tourbazen te ondervragen. Volgens verklaringen van zijn praatgrage advocaat Jean-Louis Bessis is de zaak van Willy Voet afgesloten. “Nu moet het gerecht het dossier Tour de France maar eens opengooien”, suggereerde de pleiter. “Het is beter dat Jean-Marie Leblanc de Tour stillegt, zoniet vrees ik dat de directie eerstdaags voor voldongen feiten wordt geplaatst.”

De suggestie om de Tour ’98 vroegtijdig af te fluiten, was eerder al gelanceerd door de krant Le Monde. Maar die suggestie werd door Leblanc afgedaan als een bedenking van een clubje onwijze Parijse intellectuelen.

Door de Festina-enquête van de Rijselse onderzoeksrechter Patrick Keil, gingen ze in Reims het TVM-onderzoek activeren. Waarop meteen de roep volgde om ook TVM uit te sluiten. Maar Leblanc, die de commerciële belangen van de Société du Tour de France in het oog moet houden, ging in de remmen. De uitsluiting van het Nederlandse team zou het einde betekenen van de Tour ’98. Bovendien, zo probeerde Leblanc, waren er hem door het gerecht geen nieuwe elementen aangereikt die een uitsluiting wettigden.

Hij werd in die beslissing alvast bijgetreden door vijfvoudig Tourwinnaar Bernard Hinault die, zoals steeds, een eigen maar ijzeren logica hanteerde: “Het is niet omdat in de hotelkamers van renners doping werd gevonden, dat de renners zich doperen.”

Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content