De voorbije artsenverkiezingen draaiden vooral om de echelonnering, de getrapte organisatie van de gezondheidszorg, die erop neerkomt dat de patiënt eerst de huisarts opzoekt en daarna pas de specialist. Dokter Milan Roex, lid van het Kartel, de tweede artsenbond, toont zich een resoluut voorstander van die aanpak.

MILAN ROEX

“Negentig procent van de gezondheidsproblemen kan worden behandeld door de huisarts, zonder dat er een specialist aan te pas hoeft te komen. De huisarts heeft bovendien het voordeel dat hij al over heel wat informatie over de patiënt beschikt. Daardoor kan hij een probleem vaak beter inschatten en eventueel verbanden leggen tussen ziektebeelden.

Doordat mensen tegenwoordig sneller naar de specialist stappen, ontstaat er een onevenwicht in de gezondheidszorg. Tja, de bevolking heeft een mateloos vertrouwen in de technologie. Men is pas goed onderzocht als er veel machines aan te pas zijn gekomen, zo denkt men. Terwijl net het denkwerk van de arts voor een meerwaarde zorgt. Feit blijft: de huisarts heeft het gevoel dat hij zijn werk verliest. Daarom moet er voor een bepaalde werkverdeling worden gezorgd. Als de druk van de ketel wordt gehaald voor de huisarts, is de hele gezondheidszorg daarbij gebaat. En trouwens, ook de specialistische geneeskunde heeft te lijden onder de huidige evolutie. Specialisten moeten zich vaak bezighouden met banale problemen en kunnen zich onvoldoende richten op ernstige klachten. De taak van de tweede lijn – de specialist – bestaat erin de problemen te behandelen die de eerste lijn – de huisarts – niet aankan. Die ondersteuning van de eerste lijn ontbreekt nu een beetje. En die situatie bedreigt de kwaliteit van de geneeskunde in het algemeen.

De patiënt komt op de eerste plaats. Die moet zich gedragen voelen door het systeem. Onze voorstellen beschermen de arts, maar zijn vooral ten gunste van de patiënt. Het blijft overigens essentieel dat de huisarts zijn bekwaamheid niet overschrijdt en dat hij tijdig doorverwijst naar de specialist, als dat nodig is.

De uitslag van de verkiezing stelt me niet teleur. Het syndicaal landschap is hertekend, meen ik. Onze stem zal nu duidelijker worden gehoord. En hopelijk haalt het Kartel bij nieuwe verkiezingen zeven zetels tegen vijf voor de BVAS, in plaats van omgekeerd.”

MARC MOENS

Het grootste artsensyndicaat BVAS blijft ook de positie van de specialisten verdedigen. Bij de voorbije artsenverkiezingen haalde BVAS zowat negentig procent van de stemmen van de specialisten. Echelonnering is niet de deus ex machina in de gezondheidszorg, meent BVAS-voorzitter dokter Marc Moens.

“Het BVAS gelooft in een vaste relatie tussen patiënt en huisarts. Maar enkel op vrijwillige basis. Als de patiënt naar de psychiater of plastisch chirurg wil zonder medeweten van de huisarts, mag dat niet worden bestraft. Volgens het Kartel wel. Want het pleit voor een regeling waarbij de patiënt die vast ingeschreven is bij een huisarts, meer krijgt terugbetaald. Dat is discriminatie. Wij vinden: de patiënt moet vrijheid van keuze hebben.

Het Kartel voelt zich als pleitbezorger van de huisarts financieel gediscrimineerd. Nochtans is de intellectuele akte van de huisarts de afgelopen twintig jaar sterker gestegen dan die van de specialist. Maar die laatste zit ook nog met een medisch-technische akte en daar is veel geld mee gemoeid. Het Kartel negeert graag het feit dat die medisch-technische akte voor 35 tot 90 procent bestaat uit onkosten. Een installatie voor kankertherapie bijvoorbeeld, kost een pak geld. En dat geld gaat niet naar de huisarts. Nu, veertig procent van de huisartsen heeft voor BVAS gestemd, dus ze steunen niet allemaal het Kartel.

De concurrentie in de gezondheidszorg is groot. Maar echelonnering is niet de deus ex machina. Het probleem ligt bij het overaanbod van specialisten én huisartsen. Wij willen best met het Kartel praten over taakafspraken, maar als syndicaat moeten we een regeling treffen waar iedereen tevreden mee is. In het jaar 2000 zijn we met 24.000 specialisten. Nederland, met 15,5 miljoen inwoners, telt er 11.500. Brussel heeft meer pediaters dan het hele Verenigd Koninkrijk. En de situatie waarbij huisartsen twee patiënten per week ontvangen, is nefast voor de kwaliteit van de gezondheidszorg. In 2004 mogen er nog 700 artsen instromen in het Riziv-systeem, in 2005 nog 650, vanaf 2006 nog 600. Maar aan dat tempo duurt het nog tot 2030 vooraleer we terugkeren tot het peil van vandaag. Een strengere selectie is de enige oplossing. Democratiseren van het onderwijs, allemaal goed en wel, maar ik wil ook nog artsen afleveren die snel werk hebben.”

Opgetekend door Bart Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content