Jan Delvaux
Jan Delvaux Belpopkenner

Twintig jaar na zijn dood is Bob Marley op weg om de breedst bewerkte artiest ooit te worden.

Het zijn de meest bevreemdende muziekmomenten sinds de hitjes van de resterende Beatles met opgesmukte huiskameropnamen van John Lennon. Chant down Babylon gaat nog een stap verder en brengt duetten met een dode. Wijlen Bob Marley zingt met mensen die hij nooit ontmoet heeft en van wie het merendeel te jong is om hem ooit bij leven gekend te kennen.

Voor het detail: de titel komt van een nummer dat in 1979 is ontstaan in het Sheratonhotel in Brussel. De vreemdste track is de actuele hit Turn your lights down low, waarin de grote reggaeroerganger te horen is naast Lauryn Hill. Het is een familiekransje dat nooit heeft mogen zijn. Hill leeft immers samen met zoon Rohan en is de moeder van Bobs kleindochter. Ze was zes toen Marley in 1981 op amper zesendertigjarige leeftijd overleed. Het nummer klinkt echter alsof ze elkaar al jaren kennen en arm in arm in de studio staan. Het resultaat is schitterend maar onvolmaakt omdat de geest afknapt op te veel kunstmatigheid. De eerste wereldhit met een aangeboren handicap is een feit.

Die rotvaart door de hitlijsten mag vooral op naam van Hill geschreven worden en dat was ook de bedoeling. In 1996 had ze met The Fugees No woman, no cry hoger in de hitlijsten geduwd dan de maker zelf, en onder eigen naam is ze met haar mengeling van hiphop, soul en r&b de succesvolste zwarte artieste van het moment. De ideale springplank om de missie van Marley voort te zetten. Het was de man nooit gelukt om aan te slaan bij zwart Amerika en even gerespecteerd te worden als Marvin Gaye en Stevie Wonder. Dat bedroefde hem zeer. Hij was er immers van overtuigd dat hij een spirituele boodschap had voor iedereen die het leven als een dagelijkse overlevingsstrijd kent. Marley wou er reggae zelfs voor laten staan en een funkalbum opnemen.

Zijn nazaten doen de oefening over in de zwarte muziektaal van vandaag en dat is hiphop. Vandaar dat belang van Hill. Het moment is bovendien goed gekozen. Na een lange periode van interne afrekeningen en krasse taal is het genre op zoek naar een inhoudelijke herbronning. Spelverdeler Stephen Marley had dan ook nauwelijks moeite om fijne namen achter het project te krijgen. Met figuren als Chuck D (Public Enemy), The Roots, Rakim en Busta Rhymes deed hij een dubbel voordeel. Het zijn rappers met een boodschap die gezamenlijk een grote achterban bestrijken. De vreemde aanwezigheid van Steven Tyler en Joe Perry van Aerosmith kan niet anders dan een uitzondering vanuit de buik zijn. De keuze van de nummers bewijst immers dat Stephen Marley vooral met inhoud en amper met notoriëteit bezig is geweest. Op uitzondering van No more trouble en Jammin1 staan er immers geen herwerkingen van hits op Chant down Babylon.

BOB PROBEREN TE WORDEN

Hij selecteerde stukken die binnen de filosofie van het project passen en die op het eerste gezicht bruikbaar waren voor een moderne behuizing. De uitwerking vertrok bij een grondlaag van moderne ritmische patronen waarop verschillende nummers werden gepast. De originele banden kwamen pas uit de kast toen men er volledig zeker van was dat de stem van Bob volledig op dat nieuwe onderstel zou passen. Daarom zongen Stephen en zijn broers de nummers eerst zelf in en probeerden ze de frasering van hun vader zo goed mogelijk te imiteren. Een vreemde ervaring omdat ze eigenlijk moesten proberen om Bob te worden. De gasten werden er pas in het laatste stadium bijgehaald.

Chant down Babylon is meer dan sterk genoeg om in zijn bedoelingen te slagen. Al ziet het er naar uit dat het qua verkoopcijfers zal geklopt worden door een herwaarderingsinitiatief van een heel andere aard. De vermeende moeilijkheden van Marley om zijn stempel op vele generaties te drukken, lijken binnen plots tot een kwakkel te worden herleid. Meer nog, hij is postuum op weg om een van de breedst bewerkte artiesten ooit te worden. Enkele jaren geleden maakte de Newyorkse producer Bill Laswell op Dreams of freedom een knappe ambient dubvertaling van zijn werk. En afgelopen zomer was de dansbewerking van zijn Sun is shining door Funkstar De Luxe de grote publiekslieveling op Ibiza. In Groot-Brittannië werden op een week tijd meer dan tweehonderdduizend singles verkocht. Hetzelfde nummer is een paar jaar geleden trouwens al een grote hit geweest in een popachtige bewerking van Finley Quaye.

Lijkenpikkerij? Volgens de belangrijkse Marleykenner alvast niet. Het label Palm Pictures bracht Sun is shining in de Verenigde Staten zopas uit in een nieuwe herwerking van Ibiza All Stars and Messy Boys. Achter die palmen schuilt niemand minder dan Chris Blackwell. De Brit is de stichter van het bekende Island Records (U2, dEUS, PJ Harvey) dat tijdens de jaren zeventig groot geworden is dankzij reggae. Zijn belangrijkste ontdekking was ene Bob Marley. Om het feest helemaal compleet te maken, brengt Island de vierdelige verzameldoos Songs of freedom (1993) heruit. De meer beperkte compilatie Legend (1984) staat ondertussen al meer dan vijftien jaar in de Billboard Pop Catalog Chart en bekleedt sinds enkele maanden weer onwrikbaar de eerste plaats. Hoewel hij in de milleniumlijstjes zelden zo hoog raakt, lijkt Bob Marley meer dan wie ook onder de mensen.

“Chant down Babylon” (Island)/ “Dreams of freedom” (Axiom/Island)/ “Songs of freedom” (4 CD/Island)

Jan Delvaux

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content