In Pikaljovo, ongeveer 250 kilometer ten oosten van Sint-Petersburg, liggen alle fabrieken stil. Een goed jaar geleden ging het de stad nog voor de wind.

‘Hallo! Petrovitsj, heb jij nog werk?’ Het is de eerste vraag die de inwoners van Pikaljovo elkaar stellen wanneer ze elkaar tegenkomen. Nog geen twintigduizend mensen wonen er, en in de afgelopen weken vielen er duizenden ontslagen. De crisis is fataal voor de kleinere stadjes die volledig afhankelijk zijn van één enkele fabriek of bedrijfstak.

Pikaljovo is een typische Sovjetstad. Iedereen woont er in kleine flatjes van vijf etages, hier en daar zijn winkeltjes te vinden, er is een theater, een treinstation en op het centrale plein staat nog altijd een groot standbeeld van Lenin. Overal in de stad zijn fabrieksschoorstenen zichtbaar. Ze behoren tot wat vroeger één groot complex was, maar sinds vijftien jaar is het in drie bedrijven gesplitst: een aluminiumverwerkingsfabriek, een cementfabriek en een chemische installatie.

Pikaljovo floreerde jarenlang, tijdens de goede economische jaren: er kwamen juwelierszaken en de Lada’s werden ingeruild voor dure westerse auto’s. Maar met de sluiting van de drie levensaders van de stad valt al die rijkdom in rap tempo weg. Het sneeuwbaleffect is een erfenis uit de Sovjet-Unie. Wanneer één fabriek sluit loopt de rest achter op schema, en wanneer ze allemaal sluiten is ook de middenstand in Pikaljovo ten dode opgeschreven.

‘Iedereen kocht auto’s op krediet. Zo heb ik deze Landrover gekocht’, legt Michael Sergejev (42) uit. ‘We kregen goed betaald, zeker 600 euro per maand.’ Sergejev werd in augustus al ontslagen en werkt sindsdien als taxichauffeur. Net als de rest van de stad is hij kwaad. Op het lokale stadsbestuur, op de gouverneur van de regio en vooral op Oleg Deripaska, de oligarch en miljardair die het aluminiumcomplex in handen heeft. Vorige week nog demonstreerden er zeker drieduizend mensen tegen de sluiting van de fabrieken. Een paar dagen geleden dreigde de vakbond ermee de snelweg die langs de stad loopt te blokkeren.

Volgens Anatoly Maslikov, directeur van de aluminiumfabriek, was er tot 2005 niets aan de hand. ‘Pas een paar jaar geleden zijn de prijzen flink gaan stijgen. Tussenhandelaren verdienden fortuinen op de markt. Iedere maand gingen de prijzen tot 20 procent omhoog. Iedereen had er baat bij.’

Maar in de herfst van vorig jaar daalde de afzetmarkt. Toch bleven de kosten voor inkoop op een hoog niveau. ‘We kochten duurder in dan we konden verkopen. Dat kan niet meer.’

Maslikov schuift de schuld van de massale werkloosheid deels in de schoenen van de lokale administratie. ‘Wij werken dag en nacht aan voorstellen om een doorstart te maken. Maar de vergunningen en het papierwerk laten maar op zich wachten. De overheid werkt ons juist tegen.’ Ook het moederbedrijf van Deripaska laat volgens Maslikov niet van zich horen. ‘Die kennen ons niet meer. Iedereen maakt zich zorgen om Pikaljovo, maar niemand die er daadwerkelijk wat aan doet.’

Ondertussen is de verkoop van alcohol in Pikaljovo enorm gestegen. In de supermarktjes is er bier in allerlei soorten en maten te koop, maar frisdrank is er niet of nauwelijks te krijgen. De 33-jarige Marina Markova van hengelsportzaak ‘De IJsvisser’ legt uit dat veel mannen het op een drinken hebben gezet. ‘Vroeger liepen hier nooit dronkelappen, iedereen had werk.’ De hengelsportzaak heeft geen last van de crisis. Sterker nog, de omzet is de afgelopen maanden juist omhoog gegaan. ‘Mensen gaan zelf voor hun voedselvoorziening zorgen’, legt Marina uit. ‘We gaan binnenkort ook jachtgeweren verkopen. Het is hier drinken of jagen geworden.’

Olaf Koens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content