DRIE ZELFDODINGSPOGINGEN PER WEEK OP HET SPOOR

© THINKSTOCK

Vorig jaar gooiden 163 mensen zich voor een trein, dat zijn er gemiddeld drie per week. Spoorwegbeheerder Infrabel probeert het tij te keren, maar makkelijk is dat niet: veel mensen associëren het spoor automatisch met suïcide.

Sommige eufemismen verzachten het leven niet. Zoals dit: ‘Door een aanrijding heeft de trein van 8.31 uur naar Brussel vertraging.’ Het echoot door je hoofd als door een spoortunnel. En toch: de omroeper kan moeilijk door de stationsmicrofoon vertellen wat er werkelijk te zien is. ‘Gemiddeld worden we per week met drie zelfmoordpogingen geconfronteerd. Het is een heel gevoelig thema, en we proberen er zo voorzichtig mogelijk over te communiceren’, zegt Thomas Baeken, woordvoerder van spoorwegbeheerder Infrabel. ‘We spreken bijvoorbeeld altijd over een aanrijding. Details over de identiteit van de persoon en de aard van het “ongeval” zullen we nooit bekendmaken.’ Een kwestie van pudeur, maar ook van voorzichtigheid: ‘Het effect van copycatgedrag is bewezen. Hoe minder details over een wanhoopsdaad worden gegeven – ook in de media – en hoe minder sensationeel een suïcide wordt voorgesteld, des te minder navolging ze zal krijgen.’

In 2013 telde Infrabel 163 wanhoopsdaden op het spoor, waarvan 95 met de dood tot gevolg en 68 mislukte pogingen. Dat is een lichte daling tegenover 2012, waarin 206 wanhoopsdaden (102 zelfdodingen en 104 pogingen) ondernomen werden.

Hotspots

Het Belgische spoorwegnetwerk heeft 24 hotspots: plaatsen waar geregeld pogingen tot zelfdoding ondernomen worden. Vaak liggen die in de buurt van psychiatrische instellingen. De meerderheid van die ‘zwarte punten’ ligt in Vlaanderen, en dan vooral in West-Vlaanderen. ‘Daar vind je sowieso de hoogste suïcidecijfers van Vlaanderen’, zegt Karl Andriessen, master in Suicidology, onderzoeker aan de KU Leuven en medewerker van Tele-Onthaal. ‘Het zou best kunnen dat West-Vlamingen een meer gesloten mentaliteit hebben dan pakweg Limburgers. In de regio vind je ook meer landbouwers. Die beroepscategorie kent veel stress en onzekerheid, en zoekt ook minder snel externe hulp. Met als gevolg dat er meer zelfdodingen voorkomen. Verder zie je ook dat mannen sneller voor zelfdoding op het spoor kiezen dan vrouwen. Mannen die zich van het leven benemen, geven de voorkeur aan een “gewelddadiger” vorm van suïcide dan vrouwen.’

Om het aantal zelfdodingen op het spoor terug te dringen, heeft Infrabel sinds 2010 veertien kilometer aan omheiningen geplaatst in de buurt van hotspots, dit jaar komt daar nog eens zoveel bij. De spoorwegbeheerder start in 2014 ook twee nieuwe proefprojecten op. Baeken: ‘We gaan blauwe ledverlichting aanbrengen in bepaalde stations. Een proefproject in Japan – nog een land met veel zelfdodingen op het spoor – heeft aangetoond dat blauwe verlichting een kalmerende werking heeft op onrustige mensen, waardoor ze minder snel overgaan tot een wanhoopsdaad. Een tweede testproject nemen we over van het Verenigd Koninkrijk. Dat maakt gebruik van een gewone en een thermische camera om warmte en beweging te detecteren. Als iemand een bepaald aantal seconden stilstaat op het spoor, wordt er alarm geslagen en indien nodig wordt er ingegrepen.’

Het precieze effect van de preventiemaatregelen valt moeilijk te bewijzen; het moet op termijn blijken. Karl Andriessen: ‘Wat wel al bewezen is, is dat mensen die in hun suïcideproces onderbroken worden niet de flexibiliteit hebben om halsoverkop van methode te veranderen. Een suïcidale persoon die op weg naar het spoor op een omheining stuit, zal meestal rechtsomkeer maken omdat zijn plan verstoord is. Het zou goed zijn mochten we in België de mogelijkheid krijgen om “psychologische autopsiestudies” uit te voeren na een zelfdoding: gesprekken met familieleden, vrienden of hulpverleners waaruit je te weten komt welke factoren hebben geleid tot de wanhoopsdaad en de keuze van de methode. Zo kun je veel gerichter aan preventie doen… maar zo’n studie kost tijd en geld.’

De nasleep

Infrabel werkt nauw samen met de KU Leuven aan oplossingen voor de suïcideproblematiek. Internationaal is het betrokken bij Restrail (Reduction of Suicides and Trespasses on Railway property), een organisatie die op zoek gaat naar nieuwe preventiemaatregelen om het aantal zelfdodingen op het spoor te doen afnemen. Er blijkt een taai probleem te bestaan, dat niet makkelijk op te lossen valt. Veel mensen associëren het spoor automatisch met suïcide. Karl Andriessen: ‘Vaak beschouwen ze het als een “makkelijke” omgeving om zich van het leven te beroven. Ze denken: ik spring en het is voorbij. Maar dat is absoluut niet het geval. Er bestaat altijd de kans dat je je wanhoopsdaad overleeft – kijk maar naar het hoge aantal suïcidepogingen op het spoor – met alle gevolgen van dien. In de meeste gevallen hou je zware verwondingen en blijvende handicaps over aan de poging, maar mensen staan daar niet bij stil.’

Bij treinreizigers die vast komen te zitten na een zogenaamde ‘aanrijding’ is er soms weinig begrip voor de zoveelste vertraging. Maar de ‘praktische’ afhandeling van een wanhoopsdaad is behoorlijk complex. ‘Afgezien van al het menselijke leed heeft een zelfdoding of een poging grote gevolgen voor het treinverkeer. Gemiddeld veroorzaakt die twee à drie uur vertraging. Het spoor en het nevenliggende spoor worden meteen afgesloten. Politie en hulpdiensten komen ter plaatse, soms stapt het parket af. Het lichaam van het slachtoffer moet verwijderd worden, de machinist wordt verhoord en vervangen, en er wordt een dossier opgesteld. Het spreekt voor zich dat dit alles behoorlijk wat tijd vraagt.’

Uiteraard heeft een wanhoopsdaad ook een grote emotionele impact op de nabestaanden van het slachtoffer. Zij kunnen terecht bij de Werkgroep Verder, de enige organisatie in Vlaanderen die nabestaanden van zelfdodingen bijstaat. En de kosten? Volgens de laatst beschikbare cijfers bedragen die ongeveer 300.000 euro per jaar. ‘Wij nemen dan contact op met de familie om te zien of er een familiale verzekering is’, zegt NMBS-woordvoerder Bart Crols. ‘Maar als die verzekering er niet is, dringt de NMBS niet verder aan, om het leed van de nabestaanden niet erger te maken.’

Wie met vragen zit over zelfdodingen kan terecht bij het Centrum ter Preventie van Zelfdoding op het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be

Werkgroep Verder: www.werkgroepverder.be

DOOR DOMINIQUE DE GRAAF

‘Mensen denken: ik spring en het is voorbij. Maar dat is absoluut niet het geval.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content