Domotica is niet langer alleen bestemd voor de koopkrachtige consument. ‘Domotica hoort thuis in elke woning, zoals een keuken en een badkamer’, zegt Kris Van Dingenen, algemeen directeur van het Vlaams Elektro Innovatiecentrum.

Wie aan domotica denkt, denkt spontaan aan het huis van de toekomst. Het innovatieplatform Living Tomorrow in Vilvoorde laat zien hoe moderne technologieën en visionaire woonconcepten ons leven in de komende jaren comfortabeler en eenvoudiger kunnen maken. Het probleem is alleen: we leven niet morgen, maar vandaag. ‘Domotica is geen verre toekomst’, benadrukt Kris Van Dingenen, algemeen directeur van het Vlaams Elektro Innovatiecentrum (VEI), dat het Kwaliteitslabel Domotica toekent. ‘Integendeel, veel mensen maken er dagelijks gebruik van, vaak zonder dat ze het beseffen. Zo hoort het ook. Goede domotica is als het ware onzichtbaar. Domotica heeft te maken met comfort, veiligheid en rationeel energieverbruik. Het is een oplossing, geen technologie. Net zoals een gsm. Wie stelt zich de vraag hoe een gsm precies werkt? Je moet ermee kunnen bellen, en daarmee uit.’

Living Tomorrow toont prachtige innovaties, maar gaat volgens Van Dingenen voorbij aan de essentie. ‘Domotica omvat veelal kleine en gebruiksvriendelijke toepassingen. Wij vinden dat domotica thuishoort in elke woning, zoals een keuken en een badkamer.’

Welke toepassingen verkopen het best?

KRIS VAN DINGENEN: Verlichting en verwarming vormen de basis van elk domoticasysteem. Je kunt zo’n systeem vrijwel eindeloos uitbreiden, door bijvoorbeeld videofonie en audio te integreren. Natuurlijk zijn er ook hypes. Enkele jaren geleden moest elk merk een koppeling hebben om audio-integratie toe te laten, en vorig jaar wilde iedereen een touchscreen hebben. Een touchscreen is leuk, maar in de praktijk is zo’n scherm vaak niet meer dan een dure drukknop. Vooral als de installateur de toegevoegde waarde ervan niet benut. Vandaag is de koppeling met het internet in. Zodat je bijvoorbeeld op kantoor kunt controleren of het licht in je woning brandt. De nieuwste hype zijn RGB-koppelingen, waarmee men de verlichting in alle kleuren van de regenboog kan doen schijnen.

The sky is the limit in domotica?

VAN DINGENEN: Ja, maar ook de kostprijs kan hemelhoog oplopen. Veel mensen lijken dat niet te beseffen. Ze weten precies hoeveel een auto kost en ze kennen het prijsverschil tussen een Golf en een Rolls- Royce. Maar als het om domotica gaat, willen ze een Rolls-Royce en verwachten ze dat ze een Golf moeten betalen. Ze willen tien verschillende verwarmingszones, audio-integratie, een volledig geïntegreerd deurtelefoonsysteem en zeven touchscreens…

Worden de gsm en sms belangrijke instrumenten?

VAN DINGENEN: De meeste fabrikanten werken al met telefoon- en sms-modules. Als er in je woning beweging wordt gedetecteerd terwijl je niet thuis bent, kan het domoticasysteem je een sms-berichtje sturen. Dat is een leuk foefje, maar op zich heeft het niets te maken met domotica. Als domotica ter sprake komt, wordt er vaak een grote villa met een zwembad getoond. Dan denken heel wat mensen: oei, dat is niets voor mij. Fout! Men laat altijd de Rolls-Royce zien en nooit de Golf, die ook een goede wagen is. Nog een keer, domotica is een basisproduct.

Domotica is nog niet helemaal doorgebroken bij het grote publiek, maar groeit de markt?

VAN DINGENEN: Zeker. Niet spectaculair, zoals eind jaren negentig werd voorspeld, maar toch gestaag. Jaarlijks is er een groei van tien tot vijftien procent. Daar wil elke sector voor tekenen, denk ik. De tijd is voorbij dat domotica alleen was weggelegd voor een koopkrachtig publiek. Veel mensen beginnen bescheiden en breiden hun systeem geleidelijk uit. Domotica leent zich daar perfect toe.

Domotica krijgt ook steeds vaker een plaats in oudere huizen. Het is gemakkelijker een dergelijk systeem te installeren in een nieuw gebouwd huis, maar het lukt ook in bestaande huizen. Dat geldt voor alle technische apparatuur: je plaatst ook gemakkelijker een centraleverwarmingsinstallatie in een nieuwe dan in een oudere woning. Doordat de meeste domoticasystemen gebruik maken van draadloze technologie, volstaat het om een drukknop met een batterij te plaatsen, die een commando draadloos naar de schakelkast stuurt.

Het VEI organiseert sinds enkele jaren opleidingen voor installateurs die het Kwaliteitslabel Domotica willen behalen. Hoeveel labels hebt u ondertussen al uitgereikt?

VAN DINGENEN: Sinds 2002 zijn 300 tot 400 installateurs aan de opleiding begonnen. Zowat 70 van hen hebben het kwaliteitslabel gekregen. Op het moment dat ze zich voor onze cursus inschrijven, hebben domotica- en elektro-installateurs natuurlijk al heel wat systeemopleidingen gevolgd. Om vertrouwd te raken met een bepaald systeem krijgen ze doorgaans een scholing bij de fabrikant. Bij ons leggen ze een examen af om te bewijzen dat ze het door en door kennen. Let wel, het Kwaliteitslabel Domotica is gekoppeld aan een merk. Dat komt doordat de producten van de verschillende merken fundamenteel verschillen en niet inwisselbaar zijn. Als je één systeem kent, ken je ze nog niet allemaal.

Bestaan er vergelijkbare kwaliteitslabels in het buitenland?

VAN DINGENEN: Voor zover ik weet niet. Nederland is geïnteresseerd om ons label over te nemen. Het land heeft wat achterstand op het gebied van domotica voor individuele woningen, voornamelijk omdat de bouwmarkt er heel anders in elkaar zit dan bij ons. In Nederland is het gebruikelijk dat projectontwikkelaars 150 woningen tegelijk optrekken, terwijl in België veeleer op individuele basis wordt gebouwd. Nu domotica er toch stilaan aanslaat, neemt ook het belang van de kwaliteitscontrole toe.

Kan de domoticasector profijt halen uit de stijging van de energieprijzen? Wie zijn laatste gas- en elektriciteitsfactuur goed heeft bekeken, is mogelijk wel geïnteresseerd in een energiebesparend domoticasysteem.

VAN DINGENEN: Het belang van rationeel energieverbruik neemt toe, maar de factor comfort weegt minstens even zwaar door in de waardering van de consument. We hebben uitgerekend dat domotica een energiebesparing van tien tot vijftien procent kan opleveren. Het is pure geldverspilling om het licht in een kamer te laten branden als je in bed ligt, of de verwarming te laten draaien wanneer je niet thuis bent. Maar eerlijk is eerlijk: wie ’s avonds voor het slapengaan nog even de ronde van het huis doet om alle lichten te doven of bij het naar buiten gaan controleert of alle ramen zijn gesloten en de verwarming afstaat, zal niet zo geweldig veel winst boeken met een domoticasysteem.

Op de domoticamarkt dingen vooral kleine merken naar de gunst van de consument. Dat stelt een probleem: er bestaat geen gemeenschappelijke standaard voor domoticatoepassingen, waardoor het moeilijk is om apparaten van verschillende producenten samen te laten functioneren in een geïntegreerd systeem.

VAN DINGENEN: De afwezigheid van een gemeenschappelijke standaard vormt op zich geen probleem. We hebben lang gedacht dat er vanzelf een standaardisering op gang zou komen, waarbij enkele grote merken de markt zouden inpalmen en de kleintjes zouden verdwijnen. Maar dat is niet gebeurd, en het is ook niet voor morgen. Elke fabrikant denkt: mijn kind, mooiste kind. Hun systeem heeft altijd wel voordelen die de andere niet hebben. Zolang het aantal klanten blijft groeien, zullen ze dus voortbouwen op hun eigen systeem. Er bestaat wel het technische harmonisatieconcept Konnex. Dat domoticaprotocol, dat is gegroeid uit Europese Installatie Bus (EIB), laat toe om de verschillende modules van verschillende fabrikanten met elkaar te laten praten.

Kleine merken komen en gaan. Dat verklaart waarom mensen meer vertrouwen hebben in grote merken. Of niet?

VAN DINGENEN: Er doen zich weinig faillissementen voor in onze sector, behalve bij enkele zeer kleine fabrikanten. Los daarvan ken ik geen enkel verdwenen domoticamerk dat vandaag niet meer wordt ondersteund. De vrees van mensen dat ze vastzitten aan het systeem dat ze hebben gekocht, is dus niet helemaal gegrond. En als je installateur failliet gaat of stopt, dan kun je via de fabrikant of het VEI een lijst krijgen van andere installateurs.

Is het moeilijk om bouwheren en architecten aan boord te krijgen? Zij moeten werken binnen een bepaald budget en ze lijken niet meteen geneigd om te investeren in domotica.

VAN DINGENEN: Dat klopt slechts voor de helft. De bouwheer hoeft niet meer te worden overtuigd van het nut van domotica. Het probleem situeert zich vooral bij de architect. Als een klant een huis wil bouwen voor 250.000 euro, dan verdient de architect ongeveer zeven procent van dat bedrag. Hoe die 250.000 euro precies wordt besteed, maakt geen verschil. Tja, dan kun je verwachten dat die architect liever geld spendeert aan een duurdere keuken dan aan een domoticasysteem, waarvan hij niet juist weet wat het kan en waarvoor hij een extra aannemer moet inschakelen.

Tot slot: wat vindt u van de veelgehoorde kritiek: ik ben bang dat domotica op een dag mijn huis bestuurt zonder dat ik er nog vat op heb?

VAN DINGENEN: Dat is een dooddoener. Domotica staat ten dienste van de mens, en niet omgekeerd.

DOOR BART VANDORMAEL/FOTO’S LIES WILLAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content