De zaak-Dutroux haalde incest en seksueel misbruik weg uit de taboesfeer. Maar de slachtoffers krijgen nog altijd weinig hulp.

SEKSUEEL GEWELD bestààt. Dat heeft de zaak-Dutroux zeer duidelijk gemaakt. De slachtoffers ervan en hun ouders klagen dat ze in de kou blijven staan. Voor hen daagt inderdaad een parcours vol hindernissen op. Een voorbeeld.

Iemand is slachtoffer van seksueel geweld en wéét het. Dat laatste is niet zo evident als het lijkt : een kind dat doorlopend wordt mishandeld, vindt dat normaal. Maar als het bewustzijn doorbreekt, weet het slachtoffer niet waar naartoe. Niet alleen het door de daders opgedrongen isolement verhindert een klacht, ook de schaamte en het schuldgevoelen van de slachtoffers maken het moeilijk om ermee naar buiten te komen. Waarop een slachtoffer, dat zich toch uit, vervolgens botst, is het ongeloof van de omgeving. Hoe hoger de sociale status van de dader(s), hoe groter dat ongeloof. En hoe zwaarder de druk op de slachtoffers. Bovendien blijkt dat de voor de hand liggende vertrouwenspersonen leraren, huisartsen in hun opleiding amper iets gehoord hebben over de opvang van dergelijke slachtoffers. Vaak kruipen deze mensen weg achter de vertrouwensrelatie met de patiënt of de goede naam van school of instelling. Een meldingsplicht zou al veel slachtoffers helpen.

BEWIJZEN.

Gesteund door de omgeving (partner, vrienden) zet het slachtoffer eventueel de volgende stap. Therapie, bijvoorbeeld. Die is duur en wordt helaas niet terugbetaald door de ziekteverzekering. Of er wordt een klacht ingediend : ?Om de dader te stoppen, want voor ons is het al te laat.? Bij het indienen van een klacht bij politie en/of rijkswacht moeten slachtoffers hun verhaal tot in de details vertellen later frustreert hen dat omdat ze het gevoel krijgen dat er met hun verhaal niets gebeurt. Maar, beweren ze bij de rijkswacht, in de praktijk is dat gedetailleerde verhaal juist nodig om bewijzen te verzamelen. Zeker wanneer de feiten jaren geleden plaatsvonden, kan élk detail belangrijk zijn om de waarheid te achterhalen. Sinds enkele jaren krijgen rijkswachters voor deze materie een opleiding en ook zijn er aparte lokalen beschikbaar voor slachtoffers van geweld. Ingewijden geven toe dat je wat ?geluk? moet hebben : niet alle ondervragers zijn even handig. Wat met het dossier gebeurt, hangt af van het bevoegde parket. Dat geldt ook voor de bijna drieduizend meldingen die sinds 11 oktober op het 0800.97.779-nummer binnenliepen. Die worden overgemaakt aan het bevoegde parket dat daar ?gevolg aan geeft of niet?.

Wordt er gevolg aan gegeven, dan komt de volgende hindernis eraan. Afgezien van de zware emotionele belasting, zijn er ook de kosten. De daders worden gedagvaard.

Er moet een dossier worden samengesteld, waarbij dus rijkswacht en politie kunnen helpen. Dat dossier moet een omschrijving bevatten van de feiten en het slachtoffer moet bewijzen dat het, bijvoorbeeld, om mishandeling en seksueel misbruik ging. Wat niet zo eenvoudig is als de feiten zich jaren geleden afspeelden. Bij een burgerlijke procedure moet het slachtoffer bewijzen dat het schade leed en het oorzakelijk verband aantonen tussen misbruik en schade. De vaststelling daarvan gebeurt door een geneesheer-deskundige die door de rechtbank wordt aangesteld en voor wie het slachtoffer een voorschot moet betalen.

Precies in die bewijslast schuilt volgens de experts het grote probleem. Getuigen zijn er (meestal) niet, medische onderzoeken zijn niet gebeurd. Veel hulpdiensten lijken slachtoffers zelfs veeleer af te raden een klacht in te dienen. Veel advocaten aarzelen om zo’n zaak op zich te nemen.

ANOMALIE.

De VZW Conscientes vraagt nu dat in dit alles verandering komt en dat de slachtoffers eindelijk geholpen worden. Een meldingsplicht zou misbruik vroegtijdig kunnen stoppen. Bij een verlenging van de verjaringstermijn voor seksuele delicten, zouden veel daders wél veroordeeld worden. Behalve therapie voor daders zou dringend werk moeten worden gemaakt van therapie voor slachtoffers en hun partners. De VZW wijst voorts op de anomalie dat veroordeelde daders therapie krijgen op kosten van de gemeenschap en slachtoffers dat zelf moeten betalen.

Vooral moeten slachtoffers de weg kunnen vinden door het hele labyrint van het gerecht. En, bijvoorbeeld, wéten welke advocaten de moeilijke zaken in verband met seksuele delicten kunnen en willen pleiten. VZW Conscientes dringt erop aan dat slachtoffers geregeld inzage zouden krijgen in het gerechtelijke dossier, zodat ze kunnen volgen wat er met hun klacht en hun verhaal gebeurt. De hulp en de informatie mogen niet ophouden bij de meldpunten.

Uit een aantal analyses en brieven van advocaten valt voor de aandachtige lezer maar één conclusie te trekken : wie de kruistocht tegen seksuele delicten wil voeren, staat er tegenwoordig nog altijd alleen voor. Financieel, sociaal, juridisch. Hulpverleners en slachtoffers weten perfect waar de gaten in de wet zitten en hoe die gestopt kunnen worden. Maar ze worden niet gehoord. Misschien is dat werk voor een commissie ?

M.V.

VZW Conscientes, Sint-Kwintensberg 86, 9000 Gent

Na het seksuele delict wacht de slachtoffers één lange lijdensweg.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content