Zopas lanceerde 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidorganisaties, het project Waardig werk – een campagne voor een fatsoenlijk loon en sociale bescherming wereldwijd, als hefboom voor de verwezen- lijking van de millenniumdoelstellingen.

Voor het eerst sinds jaren start 11.11.11 onder een gunstig gesternte. Het ziet er immers naar uit dat de sinds decennia nagestreefde magische grens voor ontwikkelingssamenwerking – 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen – in 2010 wordt bereikt. Onlangs hekelde CD&V-senator Pol Van Den Driessche terecht het gebrek aan belangstelling in de media voor de stijging van het federale budget van ontwikkelingssamenwerking met 23 procent. In 2009 wordt 0,6 procent gehaald, als opstapje naar de 0,7 procent in 2010. Dat is zonder meer een pluim op de hoed van de regering-Leterme.

Helaas stopt daar het goede nieuws. Want recente ontwikkelingen doen het effect van die stijging grotendeels teniet. Net nu de prijzen van voedsel en petroleum, na een ongeziene hausse, opnieuw dalen, slaat de financiële crisis ongemeen hard toe. Die heeft verstrekkende gevolgen: zowel voor ons als voor de landen van de derde wereld. De explosieve ontwikkeling van de twaalf groeilanden, met voorop China en India, zal worden afgeremd. Maar andermaal lijken de 79 armste landen en hun miljard inwoners de dupe te worden, en die gingen er de voorbije jaren ook al niet op vooruit.

De dalende investeringen en consumptie leiden immers onvermijdelijk tot een verminderde vraag naar producten uit de ontwikkelingslanden. Het rijke Westen plooit zich almaar meer op zichzelf terug. De armoede in eigen land groeit, en krijgt voorrang op de internationale solidariteit. Het is geen toeval dat de giften aan internationale hulporganisaties dalen.

Bovendien zal de verwachte toename van de werkloosheid in het Westen veel laaggeschoolde migranten hun job kosten, waardoor ook het spaargeld dat zij naar hun moederland opsturen vermindert. Een futiliteit? Die remittances, in 2007 ruim 300 miljard dollar, zijn voor veel ontwikkelingslanden niet alleen belangrijker dan de buitenlandse investeringen, ze zijn ook vier- tot vijfmaal groter dan de ontwikkelingshulp.

De dodelijke cocktail van gestegen voedsel- en olieprijzen in een combinatie met de financiële crisis maakt dat het bedrag dat we aan ontwikkelingshulp besteden wegsmelt als sneeuw voorde zon. In Ethiopië, bijvoorbeeld, slorpt de stijging van de energiefactuur dit jaar de helft van alle ontwikkelingshulp op.

De toekomst ziet er somber uit. Want wie kan – wanneer eenmaal het ergste leed is geleden en de economie weer aantrekt – een nieuwe stijging van de prijzen voor voedsel en olie een halt toeroepen? Ondertussen zullen we met z’n allen de gevolgen van het financiële wanbeheer in het Westen nog enkele jaren voelen. Zelfs als we blijvend 0,7 procent van ons bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp besteden, kan dat onmogelijk de nog verder uitgediepte kloof tussen rijk en arm dichten. Want dat is de echte tijdbom die onder deze aardbol tikt.

KOENRAAD DE WOLF IS REDACTEUR VAN HET CHRISTELIJK OPINIEWEEKBLAD TERTIO.

door Koenraad De Wolf

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content