Oorlogsjournalisten gedragen zich niet altijd als de helden voor wie teveel mensen ze houden.

Ik heb gehoord dat je beelden hebt van brandende kinderen.? Zo peilde een producer van het persagentschap Associated Press (AP) in het Rwandese grensstadje Gisenyi naar de activiteiten van een fotograaf van concurrent Reuters. Op het terras van het vroegere Méridien-hotel goten fotografen en journalisten na de zware dagtaak aan hoog tempo goedkoop Primus-bier door het keelgat. ?Dat is niet helemaal correct,? zei de man van Reuters. ?Ik heb beelden van een moeder die met haar kinderen naast een brandende hut zit.? De AP-man knikte opgelucht. Hij hoefde niet langer bang te zijn dat hij een scoop had gemist. ?Wij hadden vandaag alleen good condition refugees (vluchtelingen in goede conditie)?, verduidelijkte hij.

?Ik vond vandaag slechts zes dode lichamen.? ?Ik had er een tiental, maar ik ben ze echt in de struiken langs de rand van de stad moeten gaan zoeken.? Het succes van oorlogsfotografen in oorlogsgebied wordt in belangrijke mate bepaald door het aantal dode lichamen dat ze vonden. Gesprekken van oorlogsfotografen na de zware dagtaak draaien steevast rond dode lichamen ( ?dead bodies?). Dode lichamen zijn een onweerlegbaar bewijs van het feit dat er effectief oorlog wordt gevoerd. Veel meer dan gewapende mannen.

Toen de laatste wegversperringen op de weg tussen het Zaïrese grensstadje Goma en het vluchtelingenkamp van Mugunga weggehaald werden, kon iedereen naar hartelust plaatjes van dode lichamen schieten. De weg naar het kamp lag ermee bezaaid. De sfeer was ’s avonds dan ook uitgelaten. Het was ?een van die dagen die de rest van het jaar doen vergeten?. Het was ?hot stuff?.

Voor vele oorlogsfotografen zijn dode lichamen zelfs interessanter dan halfdode. Een Deens fotograaf vond op een hoop ?verse? lijken een nog levende baby van enkele maanden oud, wiens rechterarm was weggehakt. Hij slaagde erin het kind levend tot in een ziekenhuis van Goma te brengen, waar het uiteindelijk overleed, onder meer omdat de dokters niet de geneesmiddelen vonden die nodig waren om het kind te redden. Hij voelde het leven letterlijk uit de baby wegvloeien.

’s Avonds op het terras van het Hotel des Grands Lacs in Goma, bij de Primussen van acht dollar per fles (oorlogstarief), bleek dat de Deen niet de eerste was die bij deze hoop lichamen was geweest. Een blanke Zuidafrikaan die als cameraman voor AP werkte, had de lichamen ook gefilmd, inclusief de nog bewegende baby. Hij had het kind gewoon laten liggen, nadat hij zijn beelden had geschoten.

Zijn (barse) verdediging : als hij haar had meegenomen, zou ze misschien nog geleefd hebben, maar dan had de kans bestaan dat de concurrenten van Reuters de beelden van de slachting eerder de wereld hadden rondgestuurd dan hij, en dat kon niet.

Het is allemaal een kwestie van prioriteiten. En van dode lichamen.

De heilige Nicolaas. (Foto : Patrick de Spiegelaere).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content