– Zorg ervoor dat je maag nooit leeg is, maar ook nooit overvol. Eet regelmatig (elke 2 à 3 uur) kleine beetjes. Neem ’s ochtends in bed al een cracker. Eventueel kun je ’s nachts als je wakker wordt ook iets kleins eten.
– Combineer eten niet met drinken. Drink een half uur voor of na de maaltijd.
– Reduceer prikkels waarvan je misselijk wordt. Dat kunnen bepaalde geuren en voedingsmiddelen zijn, maar ook stress, lawaai en bewegingen (zoals autorijden).
– Haal een gemberpreparaat bij de apotheker. Van gember is aangetoond dat het goed kan werken tegen misselijkheid. Als dit onvoldoende helpt, kan de arts een antimisselijkheidsmedicijn voorschrijven.
– Neem geen vitaminepreparaten die ook ijzer bevatten; ze kunnen het misselijkheidsprobleem triggeren. Blijf wél altijd foliumzuur nemen.