Bachir Boumaâza werd vorige week als tweede kandidaat uit het Big Brother-huis weggestemd. De site van het tv-programma werd overspoeld door racistische reacties over de half-Marokkaanse jongen. Maar er is meer nodig om Boumaâza zijn idealisme te doen verliezen. Hij blijft ten strijde trekken tegen elke vorm van vooroordelen.

Vijf gewichten, een plantje van zijn vriendin en een doosje met 106 lucifers had Bachir Boumaâza bij zich, toen hij zaterdag 1 september het Big Brother-huis binnenstapte. Hij zou elke avond één lucifer aansteken en daarbij, hardop of in zijn hart, zeggen wat het mooiste moment van die dag was geweest. Maar na vier lucifers was Boumaâza’s avontuur voorbij. Al op de tweede dag werd hij door de televisiekijkers naar huis gestemd. De kijkers konden kiezen tussen drie genomineerden, maar niet minder dan zeventig procent oordeelde dat Boumaâza het Huis moest verlaten.

Op de Big Brother-site kwamen die woensdagavond honderden negatieve reacties binnen, waarvan er heel wat zuiver racistisch waren. ‘VTM kleurt je dag… bruin’, schreef de ene, terwijl de andere verkondigde dat als Boumaâza het Huis verlaten zou hebben ‘er minder zwartkijkers zouden zijn’. Een derde vond dat hij maar snel naar zijn zeventien broers en zussen moest terugkeren. Weer iemand anders verkondigde dat hij speciaal een telekaart van duizend frank had gekocht om zoveel mogelijk sms-berichtjes te sturen, om die bruine naar huis te sturen. Vooral bij het chatten ging het er hard toe. ‘Die chatters hitsen elkaar op. Die speelden een spelletje wie de origineelste uitspraak kon bedenken’, vertelt zijn jongere zus Habiba, die zelf met een paar vrienden heeft geprobeerd weerwerk te bieden. VTM zag zich genoodzaakt de racistische praat van de site te halen.

Vlaanderen liet zich weer eens van zijn minder prettige kant zien, zo concludeerden de media daags nadien. De Morgen legde in haar hoofdartikel de band met de nu officiële beleidslijn van de VRT om het Vlaams Blok niet als een gewone partij te behandelen: ‘Goedmenend Vlaanderen’ feliciteerde zichzelf met deze grandioze overwinning op de troepen van Dewinter & co, terwijl ‘het échte Vlaanderen’ een proper gewassen allochtoon met hoge aaibaarheidsfactor met racistische mailtjes en sms-berichtjes het Huis uit stemde.

VOOROORDELEN

Bachir Boumaâza (21), zoon van een Belgische moeder en een Marokkaanse vader, reageert zelf genuanceerder. ‘Misschien was ik gewoon geen goede kandidaat. Al bij de eerste nominatie dacht ik dat ik eruit zou vliegen, omdat ik die eerste dag zo stil was geweest. Dat ik meteen vanaf het begin genomineerd werd, heb ik niet als discriminatie ervaren. Ik mag dan een Marokkaanse naam hebben, in het Huis was ik niet de migrant, ik was er een kandidaat zoals alle anderen. Dat was precies wat ik zo graag wilde laten zien: dat we allemaal maar gewoon mensen zijn, en dat je perfect samen een groep kunt vormen, wat voor achternaam je ook hebt. Maar net als alle anderen liep ik natuurlijk van het begin af het risico genomineerd te worden.’

Ook toen hij weggestemd werd, voelde Boumaâza zich niet meteen het slachtoffer van racisme. ‘Pas toen ik thuis las wat er allemaal op de site stond, dacht ik, goh, ik ben misschien toch wel een beetje naïef geweest.’ ‘Maar die mensen die op het net reageren, vormen gelukkig maar een kleine groep’, relativeert hij. ‘En ja, als je vooroordelen hebt en je krijgt een signaal dat tegen die vooroordelen ingaat, kun je twee dingen doen: je vooroordelen opgeven of er nog sterker aan vasthouden. Het is vooral die laatste groep die zich geroepen voelt om zich te laten horen.’

Blijft het feit dat hij met een monsterscore van 70 procent naar huis is gestuurd. Sommigen suggereren dat er een georganiseerde actie op het getouw is gezet om Boumaâza weg te stemmen. Boumaâza: ‘Dat kan, ja. Tenslotte kan iedereen 200 tot 250 sms-berichtjes sturen. Maar ik durf dat niet zomaar te poneren. Het kan ook gewoon aan mij gelegen hebben, ik wil niet zomaar anderen de schuld geven. Als het echt georganiseerd zou zijn geweest, is dat wel triestig. Dan hoop ik van harte dat die groep stemmers niet representatief is voor de Vlamingen.’

AMBIVALENTE GEVOELENS

Zijn moeder noemt hem weleens een Don Quichot. Zijn zus Habiba bewondert hem omdat hij zo blijft vechten voor zijn principes. ‘Ik heb meer zoiets van that’s life en shit happens. Ik probeer gewoon in mijn eigen leven contact met racisten te vermijden’, zegt ze. ‘Dan leg je je neer bij de gebreken van deze samenleving’, zegt haar broer verontwaardigd. ‘Ik vind dat je moet proberen mensen die vooroordelen hebben, racistische of andere, te overtuigen.’

Bachir Boumaâza volgt graduaat informatica in avondschool. Over enkele dagen begint hij aan zijn tweede jaar. Overdag maakt hij onder meer tijd voor zijn vriendin, zijn vrienden en zijn familie. Hij heeft een paar hobby’s – fitnessen, zich amuseren op de computer, ‘een filmpje doen’ – en één passie: discussiëren, het liefst over samenleving en politiek.

‘Ik ben al sinds mijn vijftiende met politiek bezig’, vertelt hij. ‘Eerst wou ik met een paar vrienden een eigen partij oprichten. We hadden al een naam. De stem van het volk. Maar dat was een beetje te idealistisch.’ Boumaâza koos dan maar voor een bestaande partij. Sinds twee jaar is hij lid van Agalev – duurzaamheid en verdraagzaamheid zijn voor hem twee sleutelbegrippen. Bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen stond hij in Antwerpen op de lijst en haalde op zijn onverkiesbare plaats behoorlijk wat stemmen. Hij is nu zowel voor de provincie- als voor de gemeenteraad eerste opvolger.

Maar zijn gevoelens over de politiek zijn op zijn minst ambivalent te noemen. ‘Bij veel politici is de eigen functie het hoofddoel geworden, de ideeën zijn in zekere zin maar een middel om hun functie te kunnen vrijwaren. Dat is verkeerd, en daarom zeg ik ook niet graag dat ik politicus wil worden. Het laatste wat ik wil, is dat de mensen denken dat ik carrière wil gaan maken.’

De verkiezingen van vorig jaar waren voor hem een ontnuchtering op dat vlak. Boumaâza: ‘Ook Agalev heeft fouten gemaakt. Ook binnen Agalev durven persoonlijke belangen spelen. En ook mijn partij heeft, net zoals de andere, allochtonen op de lijst gezet om bij bepaalde doelgroepen stemmen te winnen. Ik hou niet van dat hokjesdenken. Voel ik mij meer Belg of meer Marokkaan, vraagt men mij soms. Maar juist door mijn multiculturele opvoeding heb ik ingezien dat de Belg en de Marokkaan niet bestaan. Als ik zeg dat ik een Belg ben, welk informatiegehalte heeft dat dan? Wat weet je dan? Dat ik in België geboren ben? We steken de mensen voortdurend in vakjes en die vakjes vergemakkelijken de vooroordelen: hij is een Marokkaan en dus… Maar tenslotte is elke mens uniek.’

Boumaâza’s kritiek gaat nog verder: het geven en nemen en het gekonkel dat daarbij hoort tussen de politieke partijen, vindt hij ook maar niks.’ Aan politiek doen, noemen de mensen dat, en dat is meestal niet positief bedoeld’, zegt hij. ‘Ik zou het hele politieke systeem willen veranderen. Een politicus moet een coach zijn, die aan tafel zit met experts, wetenschappers, ervaringsdeskundigen enzovoort. Die zoeken in consensus naar de beste oplossing voor een welbepaald probleem. En de politicus voert dat dan gewoon uit.’

Dat hij een beetje idealistisch is, wil Boumaâza wel erkennen. ‘Ik wil de wereld verbeteren, ja. Ik hou mij daar veel mee bezig. Misschien komt dat omdat ik nog maar 21 ben. Misschien gaat dat later weg. Maar ik hoop van niet.’

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content