Hoe moet het nu verder met Zaïre ? Velen verdedigen de noodzaak van verkiezingen. Zaïre wil wel. Als er voldoende geld komt.

EEN BERICHT UIT ZAIRE

HOEWEL HET ER DIKWIJLS op lijkt dat België in de Zaïrese dossiers vooral improviseert, houdt ons land al enige tijd een vaste marsrichting aan. Zowel minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP), staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwering Reginald Moreels (CVP) als premier Jean-Luc Dehaene (CVP) het klavertje drie dat zich in de regering om Zaïre bekommert , houdt het bij één grote doelstelling : verkiezingen. De flirtjes met premier Léon Kengo wa Dondo en de niet eens zo subtiele steun aan zijn regering zijn slechts randverschijnselen, tactische zetten om de kroon op het democratiseringsproces te krijgen. ?De vraag of president Mobutu Sese Seko naar Zaïre terugkeert, is niet de belangrijkste. (…) Op termijn zijn het democratiseringsproces en de verkiezingen veel crucialer voor de stabiliteit en de eenheid van Zaïre.? Dat zei Derycke zopas in een gesprek met Humo.

Moreels denkt er niet anders over. ?Met wie ik ook uit de civiele maatschappij of de politiek spreek, iedereen wil verkiezingen. We moeten nu alles op alles zetten om die mogelijk te maken.? Zo luidde de eerste conclusie van de staatssecretaris bij zijn vertrek uit Kinshasa, na het eerste bezoek van een Belgisch regeringslid aan Zaïre sinds zes jaar. De tijd is voorbij dat Belgische regeringen alleen belangstelling hadden voor het lot van paters en religieuzen en de export van koper, kobalt en diamant en daarvoor alle fratsen van dictator Mobutu voor lief namen. Voor België is Zaïre een economische voetnoot geworden. Vandaar allicht de aandacht voor democratie en mensenrechten.

Ondanks de vele geruststellende verklaringen die Moreels te horen kreeg, is het ver van zeker dat de verkiezingen, die sinds 1990 al zo dikwijls werden uitgesteld, er nu wél komen. De rebellie in de Kivustreek en de totale desintegratie van het staatsapparaat maken een nieuw uitstel steeds waarschijnlijker. In dat geval dreigen de Belgisch-Zaïrese relaties opnieuw in het drijfzand terecht te komen, en zal de roep toenemen om ook de laatste Belgische boeken in Zaïre te sluiten. De zorg van het Westen voor de Zaïrese democratie heeft hoe dan ook iets geforceerd. Tegenover Arabische olielanden, China en andere Aziatische ?groeimarkten? stelt het Westen, de VS op kop, zich aanzienlijk toleranter op.

De voorzitter van het Nationaal Comitée voor de Verkiezingen (CNE) Bayona-ba-Meya Muna Kimviba, een magistraat-politicus en één van de notabelen van het regime, klonk weinig optimistisch over de slaagkans. ?Als alle voorwaarden niet vervuld zijn, is het uitgesloten om de timing te respecteren. Ik roep de internationale gemeenschap plechtig op om haar beloften uit te voeren. Ze moet nu de daad bij het woord voegen en ons het beloofde geld bezorgen, zoniet komen we hopeloos in vertraging.?

CATASTROFE.

Lange tijd gold Zaïre als een van de rijkste landen van Afrika. Toen waren democratische verkiezingen niet aan de orde, omwille van Mobutu en de vetpotten van het regime. Vandaag bestaat de bereidheid wel, maar ontbreekt het de geruïneerde staat aan de middelen. Het land is nu zo diep weggezakt dat het zich zelfs geen democratie kan veroorloven verkiezingen kosten geld. Ook daarvoor is het op het buitenland aangewezen. De Europese Unie, die zich borg stelde om een deel van de kosten te dragen, raamt de kosten op meer dan zeven miljard frank. De CNE van Kimviba meent evenwel dat het beduidend meer wordt ruim tien miljard. Meer dan 3,3 miljard frank kan Zaïre zelf niet ophoesten, de rest moet hoe dan ook van het buitenland komen. ?Men heeft er nauwelijks een idee van wat er allemaal komt bij kijken,? zegt Kimviba. ?Eerst moeten alle kiezers geregistreerd worden, vervolgens is er het referendum over de grondwet en dan zijn er de eigenlijke verkiezingen. Om de urnen met stembiljetten naar Kinshasa te brengen, zullen we zestien vliegtuigen en zes helikopters nodig hebben.?

In een land waar overheid en administratie staan voor chaos en corruptie, kondigen verkiezingen zich aan als een hallucinante onderneming. Het begint al met de registratie. In aanwezigheid van Moreels liet premier Kengo zich ontvallen dat hij niet eens weet of Kinshasa nu vier dan wel zes miljoen inwoners telt.

Moreels zelf is niet van zijn stuk te brengen. Als er meer geld nodig is, moet er meer geld komen. Desgevallend moeten de Europese Unie en België een extra inspanning leveren. ?Het zou totaal onverantwoord zijn om dit moment voorbij te laten gaan. Na jaren discussie zijn alle politieke families het eindelijk eens geworden over een grondwet. Het is bovendien een goede en intelligente tekst. Afrikanen hebben trouwens een zeldzame feeling voor politiek.?

Behalve de financiële en organisatorische bezwaren duiken hoe kan het anders ? opnieuw politieke problemen op. Tijdens de triomftocht van Etienne Tshisekedi van de luchthaven van N’Djili naar zijn woonplaats in Limete weerklonk herhaaldelijk de kreet dat verkiezingen niet hoefden. Dat was geen toeval. De leiding van de UDPS verdedigt nu de stelling dat verkiezingen op dit ogenblik geen zin hebben en zelfs het definitieve einde van Zaïre kunnen betekenen. Volgens Sylvain Kamani, fractieleider in het voorlopig parlement en niet de kleinste in de UDPS-hiërarchie, is er aan drie voorwaarden niet voldaan. ?De oppositiepartijen hebben geen toegang tot radio en televisie, de strijdkrachten zijn niet hervormd en vooral, er is geen regering van nationale eenheid. In Angola en Burundi hebben we gezien dat slecht voorbereide verkiezingen op een echt drama kunnen uitlopen. In Zaïre dreigt het niet anders te worden. Als het Westen voet bij stuk houdt en er ons toe verplicht, vrees ik voor de ergste catastrofe.?

Verzet tegen dit soort verkiezingen borrelt eveneens naar boven bij de société civile. Ook voor de mensenrechtenactivist en radicale priester José Mpundu, die in februari 1992 in Kinshasa de Mars van de Hoop organiseerde waarbij tientallen mensen door de ordediensten werden doodgeschoten, zit men goed fout. ?Als we dat vele verkiezingsgeld aanvaarden, belanden we opnieuw in de situatie waaruit we precies proberen te ontsnappen. We willen geen slaven meer zijn. We moeten de mensen mobiliseren en zelf het nodige geld samenbrengen. Daar wil de huidige staatsleiding natuurlijk niet van weten. In de regering zit het vol lieden die er alleen op uit zijn om hun buitenlandse bankrekening te spekken. Daarom azen ze op dat geld, en het Westen weet het. Het gedoogt dat zelfs omdat zoiets een afhankelijkheidspositie schept.?

HABBEKRATS.

Ook zonder de oorlog in de Kivustreek zou het een klein mirakel betekenen, mochten de verkiezingen in 1997 doorgaan. Een nieuw uitstel zou veel landen een bijna sluitend alibi verschaffen om zich van Zaïre af te keren. In dat geval krijgt de lichtzinnige politieke klasse van Kinshasa de handen vrij om haar decadent spel verder te zetten. Dan wordt Zaïre binnenkort waarschijnlijk alleen nog een fictie of een herinnering, en stevent het land af op een toekomst als Afrikaanse variant van de Balkan. ?Dan wordt heel Afrika gedestabiliseerd en tekent zich voor het continent een catastrofe af. De territoriale integriteit van Zaïre moet koste wat kost behouden blijven.? Dat geloven Moreels en de Belgische diplomatie, en alle Europese landen volgen die mening. Het is een bijkomende reden om verkiezingen te forceren. Dan bestaat er opnieuw een kans dat de landen van de Unie, bijgevolg ook België, met kredieten en directe hulp hun schouders onder een democratische Zaïre zetten.

Na de gebeurtenissen in Lubumbashi in 1990 werd de samenwerking tussen België en Zaïre opgeschort. De meer dan vier miljard frank jaarlijkse hulp werd teruggedraaid tot minder dan vijfhonderd miljoen frank. Alleen de humanitaire steun via niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en multinationale instellingen bleef behouden ; vooral in de gezondheidszorg, de voedselzekerheid en de vluchtelingenproblematiek. Op 22 december van vorig jaar besliste de ministerraad om de hulp te verbreden en de middelen met zowat honderd miljoen frank uit te breiden. In vergelijking met de bedragen die in de jaren tachtig naar Zaïre vloeiden, blijft het een habbekrats. Toch ligt het ?rendement? van die bescheiden hulp nu opmerkelijk hoger. Tijdens de vele bezoeken aan gezondheids- en onderwijsprojecten kon Moreels vaststellen hoe er met het schaarse geld gewoekerd wordt. Elke betoelaging van de Zaïrese regering is nu compleet uitgesloten. Als Zaïrese ambtenaren ziekenhuizen of dispensaria bezoeken, stoppen de directies hen geld toe en niet omgekeerd. ?Je kunt ze het niet eens kwalijk nemen,? vertelt een Vlaamse missiezuster, die al sinds 1978 in het gezondheidscentrum van Kisenso werkt. ?De regering betaalt hen geen loon meer uit.?

Kisenso ligt op zowat dertig kilometer van Kinshasa en in het midden van de jaren zestig woonden er hooguit tienduizend mensen. Vandaag is dat aantal opgelopen tot tweehonderdduizend. Ze leven in stenen minihuizen aan een bosweg waar een gewone personenwagen nauwelijks doorgeraakt. De inwoners van Kisenso moeten het stellen zonder televisie, zonder telefoon en bijna altijd zonder inkomen. Hun eten halen ze meestal uit de tuin : maniok, bonen, tomaten. Het weinige dat ze op overschot hebben, proberen ze te verkopen en met dat geld kunnen ze zich kleren en het levensnoodzakelijke, zoals geneesmiddelen aanschaffen. Voor geneeskundige verzorging moet in principe betaald worden. Meestal gaat het om een symbolische geste. Zoals in het onderwijs trouwens : dat is evenmin gratis, maar bijna niemand heeft geld. ?In principe betalen de leerlingen hier honderd frank per trimester, maar omdat dat voor vele ouders onbetaalbaar is, houden we het bij een fles bier per maand,? zegt Albert Sabbe, een ondernemende West-Vlaamse pater die iets ten zuiden van Kinshasa een ?stad van de jongeren? opstartte, een complex met lager, middelbaar en beroepsonderwijs. Omdat de officiële Belgische hulp was opgeschort, zocht en vond Sabbe alternatieve financieringsmethoden. De eigen kloosterorde, het thuisfront en de Rotary van Kinshasa brachten het nodige bij elkaar. Nu België opnieuw meer middelen vrijmaakt, hoopt Sabbe op een gebaar. Ten noorden van Kinshasa wil hij met een gelijkaardig initiatief beginnen. Kostprijs : circa 65 miljoen frank.

MINIMALE STAAT.

In kringen van oud-kolonialen leeft nog altijd het vooroordeel dat Zaïrezen onverbeterlijke luie plantrekkers zijn. Een Vlaams kaderlid van Bralima, de grootste brouwerij van het land en de producent van de heel populaire Primus, is het daarmee grondig oneens : ?De Zaïrezen presteren meer dan de Belgen. Ze werken hard en zijn altijd bereid om overuren te doen.?

Daarnaast begint zich ook in Zaïre een assertieve civiele samenleving te manifesteren. Diverse mensenrechtenorganisaties en onafhankelijke verenigingen informeren de bevolking over het belang en de inzet van de verkiezingen. Moreels nam ruimschoots de tijd voor een gesprek met hen. Bij momenten vielen daarbij woorden op het scherp van het mes. Mensen zoals een José Mpundu zijn geen vleiers. Moreels bleek er danig van onder de indruk. ?Dit is een nieuwe generatie van ervaren mensen met zin voor verantwoordelijkheid. Zij kunnen die derde republiek opbouwen.?

Ondanks de economische ellende en het gebrek aan de meest elementaire nutsvoorzieningen slaagt de bevolking erin het hoofd boven water te houden. De mensen lijden honger, maar in tegenstelling tot vele andere Afrikaanse landen, zijn ze niet uitgehongerd. De staat raakte in Zaïre zo in diskrediet dat de burgers er nog nauwelijks iets van verwacht. Ze leerde dat ze de dingen zelf moet aanpakken en het geen zin heeft op hogerhand te rekenen. ?De mensen nemen nu zelf hun verdediging op,? zegt Clément Abdoua, een jong geneesheer in het door rebellen bedreigde Kisangani. ?Tot voor kort liet men de deserteurs begaan als ze auto’s en woningen plunderden. Dat verandert nu vlug. Als de muitende militairen een huis binnentrekken, komt heel de buurt toegerend.?

Ongetwijfeld stelt zich in Kinshasa en de meeste andere Zaïrese grootsteden een veiligheidsprobleem. Vrijwel iedereen legt de oorzaak daarvoor bij de militairen. Terwijl zij zoiets als een toestand van orde zouden moeten handhaven, veroorzaken ze vooral onveiligheid en gevaar. In tegenstelling tot ander onbetaald overheidspersoneel, beschikken zij wel over wapens en die laten ze op hun rooftochten niet ongeroerd. Het bankroet van de Zaïrese staat deed de dreiging van deze benden fors toenemen. Als de soldaten al vechten, is het tegen de eigen mensen.

Maar op economisch vlak kan het failliet van die corrupte en schraapzuchtige staat finaal uitmonden in positieve resultaten. De overheid, die alles corrumpeerde waarmee ze in aanraking kwam, is nu verplicht om veel uit handen te geven. Als het aan de regering-Kengo lag, zou ze alles, inclusief de nationale bank en het hele gezondheidssysteem, privatiseren. In het huidige Zaïre is dat allicht de minst slechte oplossing. Hoe minimaler de staat, hoe minder kansen de baronnen van het regime krijgen om de kas te plunderen. Misschien geeft de zwakte van die overheid bedrijven en mensen met ondernemingszin de mogelijkheid om weer een economische dynamiek op gang te brengen. Hoewel slechts een deel van de bevolking daaruit direct voordeel zal halen en de sociale tegenstellingen daardoor niet zullen verminderen, biedt zulk scenario meer perspectieven dan de wurggreep van dertig jaar Mobutisme.

TROEPENMACHT.

De zieke maarschalk wordt niet voor het eerst in zijn carrière geconfronteerd met een rebellie. Mobutu haalde altijd de bovenhand, omdat hij op de CIA, Washington en de Division Spéciale Présidentielle (DSP) kon rekenen. Die DSP met haar circa twintigduizend soldaten bestaat nog altijd, maar liet zich tot dusver niet aan het front opmerken en dat is een veeg teken. Zaïre heeft nu minder geld dan ooit en ook voor Mobutu levert dat in de huidige crisissituatie een probleem op. Bovendien moet hij nu een deel van zijn macht delen. Hij kan het zich niet langer veroorloven om alleen in de zo goed als lege staatskas te graaien.

Het wezenlijke verschil met vroeger is echter dat Mobutu het nu moet oplossen zonder de Verenigde Staten, haar inlichtingendiensten en militaire adviseurs. De Amerikaanse ambassadeur in Kinshasa, Daniel Simpson, liet daarover geen enkele onduidelijkheid groeien. ?U doet maar. Zaïre interesseert de Amerikanen niet meer. Voor ons heeft het geen strategisch belang meer.? Hoewel de Zaïrese dagbladjournalistiek er een aparte stijl en deontologie op nahoudt, nam ze de uitspraken van Simpson zeer ernstig. Brussel en Parijs meenden dat de ambassadeur luidop zei wat Washington dacht. Vijf dagen na de publicatie reageerde echter het Amerikaanse state departement : de woorden waren uit hun context gerukt en de journalisten hielden zich niet aan de regels. ?De Amerikaanse regering houdt er andere opinies op na,? liet woordvoerder Nicholas Burns in Washington weten. Burns onderstreepte dat de VS wel belang hechten aan de territoriale integriteit van Zaïre en het democratiseringsproces.

Na zijn terugkeer uit Kinshasa vernam Moreels tot zijn grote ontgoocheling dat er vrijwel zeker geen multinationale troepenmacht naar Zaïre vertrekt. Hoewel er volgens de meeste recente schattingen van het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken in Oost-Zaïre nog bij de zevenhonderdduizend mensen op de vlucht zijn, vinden de VS & Co. dat het probleem zich zelf oplost. En blazen ze bijgevolg het alarm af. Dat gebeurt met des te meer gemak omdat onderhand duidelijk is dat de vele doden en noodlijdenden in het oerwoud weinig of geen sporen zullen nalaten. Althans geen sporen in de vorm van tv-beelden. Tegen een intimus uit de hogere CVP-regionen spuwde Moreels zijn gal. ?Ik begrijp er niets van. Ik word misselijk van de internationale politiek.? Aan de andere kant van de lijn viel toen een lange, dubbelzinnige stilte.

Paul Goossens

De humanitaire ramp in Oost-Zaïre laat weinig sporen na : de buitenwereld blaast het alarm af.

Reginald Moreels : Ik word misselijk van de internationale politiek.

De Zaïrese premier Kengo wa Dondo in gesprek met Frankrijks president Chirac : verkiezingen kosten geld.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content