Patrick Martens

Voor haar vernieuwing doet CD&V een beroep op Dehaene. Niet Jean-Luc, maar Tom. Hij vindt dat zijn partij geen ‘verkooppunten’ heeft. En na de verkiezingen ziet hij het meest in een klassieke tripartite.

CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck liet er in september geen gras over groeien. Oud-premier Jean-Luc Dehaene maakte bij de voorstelling van zijn boek Er is nog leven na de 16 bekend dat hij bij de komende verkiezingen geen kandidaat zal zijn. Maar De Clerck hield nog een andere Dehaene achter de hand. Hij schoof zoon Tom naar voren als een van de jongeren die van de CD&V uitzicht op een mandaat krijgen.

‘Tom Dehaene zal voor de CD&V een prominente rol spelen’, aldus De Clerck. Helaas verklapte hij dat iets te vroeg, want diens vrouw wist nergens van. ‘Dat was een beetje vervelend. Zo’n beslissing neem je tenslotte niet alleen. Een politieke taak weegt op een gezin met vier kinderen’, aldus Dehaene junior. Dat maakte hij genoeg mee met zijn vader. Dat leerde hij zelf intussen ook als provincieraadslid in Vlaams-Brabant en als OCMW-voorzitter in Zemst.

‘Ik sta op een kruispunt’, zegt Tom Dehaene. ‘Ik heb een fijne job in de privésector, terwijl een politiek mandaat altijd onzeker is. Daarover wil ik spreken met de partijleiding. Ik wil ook mijn werk als OCMW-voorzitter voortzetten en er moeten andere jongeren uit Zemst op een lijst komen. Dan kunnen we samen campagne voeren. Op termijn zou ik het liefst in het Vlaams parlement zitting hebben. Voor de komende verkiezingen gaat mijn voorkeur naar de Kamer en niet de Senaat.’

In Vlaanderen blijft uw vader een van de populairste politici. CD&V-secretaris Jo Vandeurzen zei dat de roep om zijn terugkeer sterker wordt naarmate hij meer zegt dat hij stopt. Dat is prettig voor uw vader, maar wijst dat niet op een zwakte van CD&V?

TOM DEHAENE: Veel mensen tonen respect voor mijn vader. Maar in populariteitstests telt meer de bekendheid dan de bekwaamheid. In de politiek zijn koppen en namen steeds belangrijker. Voor de CD&V is dat een probleem. We hebben niet minder mensen met capaciteiten, maar we beschikken niet over het forum van de meerderheid. En als de pers toch vragen heeft, dan worden die meestal gesteld aan onze ex-ministers omdat ze de dossiers kennen. Voorts is het een handicap voor de oppositie dat de paars-groene partijen permanent met elkaar overhoop liggen, want de media zijn er graag bij als er ruzie wordt gemaakt op de stoepen van de Wetstraat.

Een bijkomende moeilijkheid is dat de CD&V, om het in marketingtermen te zeggen, geen ‘verkooppunten’ heeft. Bij groene onderwerpen trekken de media naar Agalev. Als het over pensioenen gaat, is de SP.A aan de beurt. Over de belastingen bellen ze aan bij de VLD.

Op het einde van het CD&V-congres in Antwerpen stonden De Clerck en uw vader samen op het podium. Moest De Clerck niet al te letterlijk op hem leunen om zijn gezag als partijvoorzitter te tonen?

DEHAENE: De partij staat achter De Clerck, wat daarover ook door sommigen wordt gezegd. Mijn vader was een gids, Stefaan is een coach. Als leidersfiguren zijn het verschillende types.

‘Mijn vader heeft een natuurlijk gezag. Ik zou graag weten hoe dat komt’, zei u ooit. Weet u het intussen al?

DEHAENE: Een combinatie van aanleg, ervaring en dossierkennis speelt zeker mee. Mijn OCMW-voorzitterschap is een goede leerschool. Je moet zorgen dat een ploeg van mensen presteert en je als voorzitter respecteert. Naar een manager wordt geluisterd omdat hij de baas is. Een leider wordt gevolgd zonder dat mensen daartoe verplicht zijn. Ze vertrouwen hem.

Wanneer heeft uw vader het natuurlijk gezag van een premier volgens u het meest getoond?

DEHAENE: Tijdens de dioxinecrisis. Dat was een emotionele kettingreactie. Iedereen stond onder zware druk. Het gebeurde ook in volle verkiezingscampagne. Maar hij is toen zichzelf gebleven en dacht vooral aan wat gedaan kon worden als de hysterie voorbij was. Zo is de basis voor het voedselagentschap gelegd. Hetzelfde is gebeurd met Dutroux en de witte marsen. Nadien is Child Focus opgericht en dat werkt goed.

Ook uw vader heeft de electorale neergang van CD&V niet kunnen stoppen.

DEHAENE: De kritiek dat CD&V zo lang aan de macht is geweest en niets gedaan heeft, ergert me mateloos. Mijn vader was eerste minister in een zeer moeilijke periode. Hij wist dat er ruimte zou komen voor een betere fiscaliteit voor gehuwden, voor werknemersparticipatie, voor meer kinderbijslag enzovoorts. Maar eerst moest ons land voldoen aan de strenge normen van de euro. Anders was het pas helemaal een catastrofe geworden.

Daarnaast is er een evolutie in de samenleving. Zij ver-ikt. De christen-democratie heeft het altijd gehad van de familie en het gezin, van mensen die zich verenigen en het voor elkaar opnemen. Die tegenstelling – de ik-samenleving versus verbondenheid – wordt ook inzet van de verkiezingen.

U vond vroeger al ‘dat de CD&V het moeilijk heeft om zich te verkopen’. Is De Clerck een goede ‘verkoper’?

DEHAENE: Dat is niet alleen zijn taak. Hij is soms wel te veel een advocaat die de zaken te ingewikkeld uitlegt, ook in debatten. Volgens mij is het beter om de eigen punten aan te kaarten dan lang aan het woord te zijn met uitgesponnen verhalen.

De Clerck erkent zelf dat er een kloof is tussen het imago van CD&V en wat de partij in werkelijkheid is. Hoe moet die kloof gedicht worden?

DEHAENE: Ik vind dat de partij vijf prioriteiten – niet meer – moet uitdragen. Op mijn lijstje staan de zorg en de ouderenzorg in het bijzonder op de eerste plaats. Als OCMW-voorzitter merk ik dat het tekort aan plaatsen groeit en de onbetaalbaarheid toeneemt. Minister Mieke Vogels (Agalev) heeft een ‘wittewoedeakkoord’ gesloten, maar een deel van de factuur wordt afgewenteld op de rusthuizen. En als minister Frank Vandenbroucke (SP.A) net voor de jaarwisseling de reconversie van een aantal verzorgingsbedden met een half jaar uitstelt, dan kost dat het OCMW van Zemst 25.000 euro. Dat geld moet ergens vandaan komen. Rusthuisrekeningen van 1500 euro per maand zijn geen uitzondering. Ouderen met een gewoon pensioen kunnen dat niet betalen.

Een andere prioriteit is het gezin. Iedereen zegt dat kinderen belangrijk zijn en dat alle kinderen gelijke kansen moeten krijgen. Dan moet de bijslag voor een eerste kind met minstens 30 procent worden verhoogd. Daarnaast moeten mensen in hun loopbaan meer periodes kunnen inlassen om voor kinderen of een ziek familielid te zorgen.

Een derde prioriteit is de begroting. Paars-groen gaat er prat op dat ze geen tekorten heeft, maar op lange termijn is dat geen oplossing. De schuldenlast moet verder omlaag om na 2010 de pensioenen te kunnen betalen. Herman Van Rompuy heeft gelijk dat de regering moet investeren in plaats van te consumeren. Dat geldt ook voor prioriteit nummer vier: de mobiliteit. Als er nu geen geld in de spoorwegen wordt gestopt, is de zaak om zeep. Het is toch te gek dat de huidige regering minder in het spoor investeert dan toen mijn vader minister van Verkeer was, en dat mét de groenen in de meerderheid. Een laatste punt is de veiligheid. Het is goed dat de georganiseerde criminaliteit wordt aangepakt en dat het aantal home- en carjackings daalt. Maar er is ook de kleine criminaliteit. Daar wordt veel te weinig aan gedaan.

Volgens Luc Huyse heeft CD&V een nieuwe voedingsbodem nodig als ze niet samen met haar kiezers wil afsterven. Volstaan uw vijf prioriteiten daarvoor?

DEHAENE: Ja, in combinatie met goed bestuur. Het gaat dus niet over het gewin op korte termijn door bijvoorbeeld iedereen gratis met de bus te laten rijden.

De ACW-leiding is niet overtuigd. Zij ziet het project van de CD&V niet.

DEHAENE: Dat is onterecht. Ik begrijp dat het ACW invloed wil uitoefenen. Als dat op een opbouwende manier gebeurt heb ik daar geen problemen mee. Voorts blijft het ACW voor CD&V een bevoorrechte partner. Dat wordt niet tenietgedaan door een aantal meningsverschillen. Ik denk trouwens dat de banden weer sterker zullen worden als CD&V in de meerderheid terugkeert.

Voor het ACW is het ook een probleem dat CD&V een centrum-rechtse richting uitgaat.

DEHAENE: Ik ervaar dat niet zo. Het ACW moet zijn leden verdedigen. De CD&V werkt voor het algemeen belang. We hebben oog voor werknemers, werkgevers, gepensioneerden enzovoorts. We zijn toch niet rechts omdat we uitpakken met een veiligheidsplan? De maatschappij verzuurt meer en meer als er niets wordt gedaan aan de straffeloosheid.

Uw vader had oorspronkelijk een ACW-profiel. Hebt u dat ook?

DEHAENE: Ik zou een ACW-stempel een compliment vinden, maar die tijd is voorbij. Ik leun bij geen enkele organisatie aan. Door mijn OCMW-voorzitterschap weet ik hoe belangrijk het sociale is. Door mijn job in de privésector ken ik de belangen van werknemers. Maar er moet ook aandacht zijn voor de afwegingen van internationale bedrijven. Als zij niet meer investeren in ons land, hebben we een ernstig probleem. Onze economie kan niet alleen steunen op kleine en middelgrote ondernemingen.

De Clerck zei voor de zomer dat er een centrum-rechtse wind door Europa waait. Hij leidde daaruit af dat ook de Vlaamse kiezers oranje-blauw denken.

DEHAENE: We hebben vooral een regering met een langetermijnvisie nodig. Ik stoor me aan de kortetermijnpolitiek van paars-groen. Iedereen mag zijn doelpunt maken. De groenen en de kernenergie. De liberalen en de belastingverlaging. De socialisten en het Zilverfonds.

Of de CD&V een coalitie moet vormen met de socialisten of de liberalen, is ondergeschikt. Persoonlijk denk ik dat in de komende periode een tripartite het meest aangewezen is voor de samenhang en de continuïteit van het beleid. Ik heb een probleem met de extreme polen, zowel aan de linker- als aan de rechterzijde. De groenen bijvoorbeeld kijken vooral naar het milieu en veel minder naar het algemeen belang.

Op de groene agenda staan nochtans ook voedselveiligheid, hogere sociale uitkeringen, levenskwaliteit. Verwijzen die punten dan niet naar het algemeen belang?

DEHAENE: De groenen leggen daar niet meer de nadruk op dan andere partijen. Voor de SP.A bijvoorbeeld zijn dat ook thema’s, maar die partij is realistischer. Neem het voorbeeld van de kernenergie. Hoe kan je in godsnaam beslissen over een uitstapscenario zonder zekerheid te hebben over alternatieve energiebronnen?

U lijkt aan te sluiten bij Herman Van Rompuy. Ook voor hem is de inzet van de verkiezingen een regering zonder de groenen.

DEHAENE: Pfff. Ik herhaal dat een tripartite volgens mij de beste optie is. Als CD&V en VLD in Vlaanderen zouden samengaan, kunnen ze toch niet om de PS in Wallonië heen. En de Waalse socialisten nemen zeker de SP.A mee. Op die manier krijg je onvermijdelijk een coalitie met drie strekkingen. Dan kan je beter voluit voor die formule gaan om te vermijden dat we in 2010 de Titanic achternagaan.

Bent u niet bang dat uw kritiek op de groenen een deel van de Agalev-aanhang bij het ACW zal afstoten?

DEHAENE: Ik heb veel respect voor het ACW, maar CD&V kan niet alle leden van de arbeidersbeweging overtuigen. Ons kiespubliek is ruimer. Als wij met onze opstelling sommige groene sympathisanten bij het ACW ergeren, dan is dat maar zo.

Volgens Pieter De Crem zijn de liberalen veel grotere tegenstanders. Hij vindt dat CD&V vooral moet proberen om de 180.000 kiezers terug te winnen die de jongste drie verkiezingen naar de VLD zijn overgelopen.

DEHAENE: We moeten niet tégen andere partijen zijn, maar uitgaan van onze eigen sterkte. Misschien klinkt dat naïef. Maar wat brengt het op als we voortdurend rekening houden met wat VLD en SP.A doen? Niets volgens mij.

U vader noemt zichzelf ‘het product van de overlegdemocratie’. Hij denkt dat hij niet meer zou aarden in de ‘burgerdemocratie’.

DEHAENE: Vroeg of laat gaat de slinger weer de andere kant op. Maar op dit ogenblik weegt de mening van het individu zwaarder door dan de meningsvorming in groep. Dat zal de komende jaren niet veranderen. Daar draagt ook de absurde hervorming van de kieswet toe bij. Als de kieskringen groter worden, zullen politici nog minder contact hebben met hun kiezers. Als ik op de kamerlijst zal staan, dan moet ik de mensen aanspreken in Halle-Vilvoorde, Brussel én Leuven. Dat is onmogelijk.

Naar aanleiding van de publicatie van zijn biografie zei Leo Tindemans in ‘De Financieel-Economische Tijd’ dat hij hoopt dat de mensen niet zullen kiezen voor ‘de mooiste politieke striptease’. Volgens hem is de democratie zieker dan we denken.

DEHAENE: Hij heeft gelijk. Ik steek veel energie in het lokale beleid. Soms is dat heel ondankbaar. Aan een kleine misser word je telkens herinnerd. Bovendien kom ik veel mensen tegen die de schouders ophalen voor de politiek. Dat is frustrerend. Het kost enorm veel moeite om hen te overtuigen dat politiek nodig is.

In het verenigingsleven gaat het trouwens niet veel beter. Voorzitters klagen dat de mensen afhaken. De televisie en de computer moeten niet verdwijnen, maar ze hebben veel kapotgemaakt. Ik weet ook niet hoe dat nog hersteld kan worden.

Steekt u van het werk voor een internationale hotelketen iets op voor de politiek?

DEHAENE: In de privésector duren de vergaderingen korter en zijn de procedures om beslissingen te nemen efficiënter. In een onderneming is het ook gemakkelijker om medewerkers te overtuigen van het algemeen belang van het bedrijf. In de politiek is dat minder eenvoudig omdat je met mensen van verschillende partijen en met uiteenlopende meningen rond de tafel zit. Als ik niet met mijn neus tegen de muur wil lopen, mag ik zeker niet te hard van stapel lopen. Dat heb ik in het OCMW van Zemst al ervaren.

Patrick Martens

Op zondag 10 november (14 uur) interviewt Piet Piryns Jean-Luc Dehaene op de Boekenbeurs in Antwerpen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content